17481 resultaten - Pagina 472 van 1166
... 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 ...
[10] Na deze woorden zweeg het wolkje weer, verliet spoedig daarna ook mijn torenhuis en trok zich weer terug naar het oosten, op dezelfde manier als het zich de eerste twee keer teruggetrokken had. Wij staarden nog een vol uur naar de plek waar het wolkje voor onze ogen verdwenen was, en wilden het eigenlijk nog eens te zien krijgen; maar het was tevergeefs. Het was echter eigenaardig dat er spoedig na het verdwijnen van het geheimzinnige wolkje een sterke zuidoosten wind opstak en de zee in een sterk golvende beweging bracht, wat mij noodzaakte om de lichtschaal te laten aansteken. Wij zouden nog langer op het bordes bij elkaar zijn gebleven, als de wind met steeds harder was gaan waaien; maar omdat hij na een uur te hevig was geworden, bleef ons niets anders over dan het huis weer binnen te gaan. .Hoofdstuk 180: Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Dat is een getrouwen waarachtig verslag van de gedenkwaardige gebeurtenis, die op Patmos door velen gezien is. Maar hoe het eigenlijk ontstaan is en wat het te betekenen had, dat zult U, beste Heer en Meester, wel het allerbeste weten. Als U ons daarover enige opheldering zou willen geven, zou dat ons erg gelukkig maken! - Heer, vergeef mij de langdradigheid van mijn verhaal!'
Hoofdstuk 180: Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen de oude dienaar bij Mijn tafel stond, vroeg hij direct aan Kado wat er aan de hand was, en of hij iets zou moeten doen.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kado zei: 'Oude vriend! Je weet waarom ik in het eigenlijke Griekenland alles verkocht heb, met uitzondering van mijn bezittingen op Patmos, en je weet ook dat ik daar voornamelijk toe gebracht werd door die verschijnselen en de droom van onze oude priester. Wij hebben die bepaalde godsmensen dan ook met alle ijver gezocht, waarvan jij ook een trouwe getuige bent; we hebben ook wijd en zijd over hen horen praten, en speciaal over één -de goede heiland uit Nazareth in Galilea, wiens moeder en broers wij gezien en gesproken hebben. Kortom, wij hebben duizend en nog eens duizend getuigen gevonden -alleen hem zelf niet!'
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Hier viel de oude dienaar Kado in de rede en zei: 'Ja, alleen hemzelf hebben wij nog niet gevonden, en dat is eigenlijk het treurige van de hele zaak! Het lichtwolkje, dat wij op Patmos drie avonden hebben gezien en waarmee wij zelfs tweemaal op wonderlijke wijze hebben gesproken, is ook in dit land van waaruit het naar ons toe kwam, nergens te vinden of te zien!
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] U bent het dus, die ons met Uw geest, liefde en wil op dat afgelegen eiland drie keer in de gedaante van een lichtwolkje bezocht hebt? Wie anders dan alleen U kunnen wij ervoor danken dat U Zich eindelijk door ons hebt laten vinden?! En omdat wij Uzelf nu gevonden hebben, hebben wij ook het belangrijkste, grootste, gelukkigste en meest verlangde gevonden wat een mens maar vinden kan. Ik kan nu niets meer zeggen, want mijn hart is te gelukkig en zalig geworden.'
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zei: 'Daar hoef Ik jullie nu geen uitgebreide verklaringen meer voor te geven, want jouw oude dienaar heeft het je al verklaard. Ook al ben Ik hier nu lichamelijk onder jullie, toch ben Ik door Mijn liefde en Mijn wil overal in de geest tegenwoordig.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Zien jullie, Mijn geliefde vrienden, dat Ik ook de wereldse wijsheid van jullie filosofen heel goed ken en al heel lang maar al te goed gekend heb ? En Ik zeg jullie dat er onder alle ellende en alle nood van de mensen niets ergers bestaat dan hun geestelijke blindheid. Want daaruit ontspringen onvermijdelijk alle andere kwaden onder de mensen en deze zullen net zo lang bestaan als er Epicurussen zullen zijn in alle mensengemeenschappen; want de wereldse geest van zulke wijzen bederft door zijn verleidelijke voorbeeld maar al te gauw vele duizenden.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Onthoud wat Ik jullie bovendien nog verkondig! Als er op aarde eenmaal heel veel Epicurussen zullen zijn, zal er door God ook weldra een algemeen gericht over alle mensen op deze aarde toegelaten worden, en dan zullen' we wel zien of er weer ergens mensen zullen opstaan, die met de meetlat in de hand tegen hun medemensen durven zeggen: 'Kijk, dit grote stuk land heb ik afgemeten, ik heb er de grenzen van aangegeven en verklaar het tot mijn volkomen onaantastbaar eigendom, en wie de brutaliteit heeft om mij dat te betwisten of alleen maar te zeggen: 'Vriend, ieder van ons heeft, als hij maar de macht en de middelen ervoor heeft, het recht om jou dit ingebeelde recht uit handen te rukken!', die bestraf ik met de dood! ,
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zeg jullie: dan zullen dergelijke mensen er nooit meer zijn! Want als Ik de volgende keer op deze aarde zal komen, om gericht te houden over zulke dode epicuristen, maar ook om het loon des levens te geven aan degene die uit liefde voor God en zijn naaste veel ellende en nood geduld en verdragen heeft, dan zal de aarde met geen enkele meetlat meer opgemeten worden tot het voordeel van iemand alleen, maar waar men staan zal, zal men ook kunnen oogsten en in zijn behoeften kunnen voorzien; en de mensen zullen elkaar goed ondersteunen, maar niemand zal zeggen: 'Kijk, dat is mijn eigendom en ik ben er heer over!' Want dan zullen de mensen inzien dat Ik alleen de Heer ben, maar dat zij allemaal broeders en zusters zijn.
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Weliswaar zou het ook nu zo moeten zijn onder de mensen; maar in deze middelste ontwikkelingsperiode van de mensen die nog niet gezuiverd zijn door het grote levensvuur, zal het toegelaten blijven, maar vanaf nu geen volle 2000 jaar meer. Daarna zal de geest bij de mensen echter sterk de overhand krijgen en zal men op aarde geen afgemeten mijn en dijn meer zien, noch erover praten.
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Jullie, die nu Mijn vrienden zijn, bezitten een groot aan jullie toegemeten stuk land van de aarde. Vraag jezelf eens af wie jullie dat tot jullie wettelijk eigendom toegemeten heeft, en het antwoord zal zijn: de door de mensen gemaakte wetten en jullie geld en andere schatten, waaraan echter alleen maar weer de mensen een ijdele waarde toegekend hebben!
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Wees met jullie aardse goederen in het vervolg alleen maar Mijn zaakwaarnemers, dan zal Ik jullie in ruil daarvoor het eeuwige leven geven; want Ik heb de macht daartoe en kan het geven aan wie Ik wil! Met dezelfde maat waarmee jullie zullen meten, zal jullie door Mij ook weer gemeten worden.
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Blijf nu, in overeenstemming met dit besluit, voortaan ook in Mijn naam handelen, dan zal het eeuwige leven uit Mij in jullie blijven, en jullie zullen in eeuwigheid geen dood meer zien of smaken!
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Allen zeiden: 'Ja, grootste Heer en Meester uit Uzelf van eeuwigheid, wij geloven nu alles, en wij zullen ons geloof ook door werken volgens Uw zeer zuivere en ware leer tot leven brengen, zo waarlijk U ons altijd moge helpen, als wij ooit zwak zouden worden!
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)