Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 472 van 1088

...  460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485  ...
[1] Pas na een poosje begon de ene Griek als volgt te spreken: 'O buitengewoon wijze meester! Zoals u ons geheel naar waarheid en juist uiteen hebt gezet, zijn wij die ellendige twintig jaar toch heel veel te weten gekomen maar zelfs de meest betrouwbare orakels wisten niets over onze jeugd en al even weinig over onze handel en wandel; maar u, die wij hier voor de eerste keer in ons leven heel onverhoeds te zien hebben gekregen, hebt al ons doen en laten zo geheel overeenkomstig de waarheid uit de doeken gedaan, alsof u al sinds onze jeugd bij ons bent geweest. Hoe is u dat toch mogelijk? Hebt u dat uit onze gezichten gelezen? Hoe, hoe was u dat mogelijk?'
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Op deze woorden van Mij besloten de twee Grieken om toch met ons de berg op te gaan, en toen wij boven bij het terras waren aangekomen, verwonderden de twee zich erover dat ze de hoogte met nauwelijks voelbare moeite en inspanning en heel gemakkelijk ademend hadden bereikt, en ze dachten dat deze berg, evenals de geneeskrachtige bronnen die in het binnenste ervan ontsprongen, in zijn uitwaseming een heel heilzame invloed op het lichaam van de mensen had. Bij hun zou aan zulke bergen een soort goddelijke eer bewezen worden, en de toppen ervan zouden gesierd worden met een of ook wel verscheidene aan de goden gewijde tempels; want de mensen dachten en geloofden ook dat zulke bergen met hun geneeskrachtige bronnen meerdere malen door de onsterfelijke goden speciaal bezocht en gezegend waren om de lijdende, sterfelijke mensheid in haar nood tot heil te dienen.
Hoofdstuk 153: De Heer en de twee Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Luister, Mijn beste vrienden,jullie wens is weliswaar zeer prijzenswaardig, maar toch enigszins zelfzuchtig; want toen jullie nog jonge, gezonde en krachtige mensen waren en niet, zoals nu op jullie leeftijd, aan een bittere dood dachten, was de wereld met haar schatten alles voor jullie, en jullie streefden dan ook alleen maar naar die vergankelijke aardse goederen, die jullie door allerlei handel en wandel in grote hoeveelheden hebben vergaard. Bovendien hebben jullie ook allerlei werelds vermaak niet versmaad en hebben jullie aan alles meegedaan en genoten wat de wereld maar aan genoeglijks en verleidelijks kon bieden. In die tijd dachten jullie weinig aan een of andere God of een of andere filosoof en evenmin aan een woord dat jullie hart zou sterken en verlichten.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Dat deden jullie met grote ijver, maar toch wilde het jullie niet duidelijk worden. Jullie hebben je tot de orakels gewend, die jullie nog minder bevredigden. Daarbij kwamen jullie te weten dat de ware wijsheid in dat opzicht bij de Essenen en in de geschriften en boeken van de oude orthodoxe Joden te vinden was. Daarom zijn jullie naar Essea gereisd en troffen daar het gezochte ook niet zo aan als jullie gehoopt hadden. Daarop verschaften jullie je de geschriften van de Joden, lazen die van a tot z, maar konden er toch niet wijs uit worden, omdat jullie ze niet konden begrijpen; het enige wat jullie daarbij hebben gewonnen, is dat jullie van jullie veelgoderij afgestapt zijn en in de mogelijkheid van het bestaan van één God begonnen te geloven.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Toen zei de ene Griek: 'Buitengewoon wijze meester! Wij hebben menige school bezocht, we zijn in heel Egypte geweest en hebben ons daar in de steden voor geld alles laten tonen en hebben ons ook in heel wat oude wijsheidsmysteriën laten inwijden; maar in geen enkele school hebben wij een meester aangetroffen die volkomen naar waarheid van zichzelf had kunnen zeggen wat u zojuist van uzelf hebt gezegd - en toch bent u naar uw uiterlijk te oordelen ook maar een mens, die zijn wijsheid en geheime kunst vroeger ook maar op een school heeft geleerd!
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Wie tot deze school van Mij toetreedt en volgens de leer ervan handelt, zal dan ook in zichzelf beleven hoe en waarom alleen Ik de Meester en de School Zelf ben.
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Kijk naar de vogels in de lucht, de dieren in het bos en die in het water! Ze zaaien niet en oogsten niet, en toch zijn ze allemaal voorzien van alles wat ze nodig hebben. Maar als God voor de dieren zorgt, dan zal Hij zeker nog veel meer zorgen voor de mensen die in Hem geloven en Hem boven alles liefhebben.
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Zo kunnen jullie ook, om jullie een voorbeeld te geven, naar het gras en de vele bloemen op het veld kijken! Waarlijk, ze zijn prachtiger gesierd en gekleed dan koning Salomo in zijn grootste pracht ooit geweest is!
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen de twee dit van Johannes hadden gehoord, dachten ze bij zichzelf 'Merkwaardig! Deze leerling spreekt net zoals zijn meester en zegt ook, dat wij de lang gezochte waarheid hier eindelijk hebben gevonden. Dat is echt heel prijzenswaardig, alleen -wij bespeuren in onszelf nog heel weinig van die waarheid! We moeten ook naar die waarheid handelen, maar hoe is dat mogelijk, als de waarheid zelfons nog zeer duister is?
Hoofdstuk 156: De gedachten van de Grieken over de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Bijna talloos vele mensen vergaat het nu nog duizend keer erger dan het jullie is vergaan, voordat jullie de verloren oude waarheid zijn begonnen te zoeken, en het jullie voor een deel nog vergaat; waarlijk, als Ik niet in deze wereld gekomen was om de mensen opnieuw de weg naar het eeuwige leven van de ziel te tonen, dan had geen mens deze weg meer kunnen ontdekken en hier en aan gene zijde zalig kunnen worden!
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Als jullie Mij nu beter hebben begrepen dan aanvankelijk, handel er dan naar; en pas als het dan licht en helder in jullie wordt, zullen jullie volkomen inzien dat jullie hier bij Mij hebben gevonden, wat jullie twintig jaar lang met nog enkele anderen van jullie metgezellen tevergeefs hebben gezocht en pas nu hier vonden.'
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar in degenen die wel in Mij geloven en 'Heer, Heer!' zeggen, maar lauw zijn in hun handelen en nalatig in hun liefde voor hun naaste, zal Ik niet wonen en Ik zal Mijzelf niet aan hen openbaren en Mijn kracht en wijsheid zal hun ziel niet vervullen. Want omdat ieder mens een volkomen vrije wil heeft, wil Ik dat hij eerst, door in alles Mijn getrouw aan hem geopenbaarde wil te doen, geheel uit vrije wil naar Mij toe komt; en dan zal Ik ook bij hem komen, Mijzelf aan hem openbaren en hem vervolgens door de Heilige Geest van Mijn eeuwige en alom heersende liefde met al Mijn wijsheid en macht vervullen. - Zo sprak de Heer vroeger, en ook nu!'
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Deze ene en enig ware God heeft Zichzelf en het feit dat Hij bestaat geopenbaard door Mozes op de berg Sinaï, en niet alleen onder grote, voor alle aanwezige Israëlieten zichtbare tekenen, maar Hij heeft hun ook buitengewoon wijze geboden en voorschriften gegeven waarmee ze een heel gelukkig volk konden zijn als ze die nauwkeurig in acht namen; want daarmee zouden ze God niet alleen volledig zichtbaar voor zich hebben gehad, met Wie ze als echte kinderen tot hun Vader over al hun vragen en noden vrijuit en openlijk konden en mochten spreken. Maar Hij heeft ook steeds de weg naar het eeuwige leven van de ziel helder voor hen verlicht en de grote wereld aan gene zijde met de zalige bewoners daarvan aanschouwelijk opengehouden, w.at duizenden mensen zelfs in deze zeer verduisterde tijd nog kunnen getuigen en waar heel veeloude profeten en zieners over hebben gesproken en geschreven.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'Jullie geschiede naar jullie geloof; maar behalve wat jullie geloven, moeten jullie onthouden dat het voor een mens ter wille van zijn ziel niet altijd bevorderlijk is als hij met een volkomen gezond lichaam rondloopt; want als zijn vlees te gezond is, wordt het ook gemakkelijk geprikkeld tot allerlei zinnelijke lusten, waarin de ziel eerder mede begerig wordt dan wanneer haar vlees ziekelijk en zwak is, -en zo is een lichamelijke ziekte in zekere zin een wacht voor de deur van het innerlijke leven van de ziel.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Wie God in al het goede de eer geeft, is Hem welgevallig en een echte knecht en dienaar naar Zijn hart. God zal degene die God in zijn hart niet verlaat, niet verlaten, maar met Zijn hand beschermen; wie echter in zijn hart God verlaat en weinig of helemaal geen acht op Hem slaat, zijn eigen heer meent te zijn en volgens zijn wereldse verstand handelt, en zichzelf ervoor laat eren en over zijn schranderheid en zijn edele daden spreekt, als hem iets gelukt is, die beloont zichzelf en heeft van God geen loon te verwachten. Doe al het goede en waarachtig, wat jullie doen in Mijn naam, dan zal Ik met jullie zijn en jullie sterk en krachtig maken!'
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485  ...