Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 473 van 1110

...  461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486  ...
[8] En nu heb Ik jullie verder niets meer te zeggen, omdat jullie dat niet zouden verdragen; maar wanneer Gods genade en liefde in jullie ontwaakt, zal die jullie vanzelf binnenleiden in alle wijsheid die jullie voor deze wereld nodig hebben. Jullie kunnen nu dus weer naar de kamer gaan die de waard jullie heeft toegewezen!'
Hoofdstuk 25: De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Vriend, van datgene wat jullie nodig hadden heb Ik jullie wel voorzien! Blijf nu in Mijn leer en handel en leef daarnaar, dan zal Ik met Mijn geest ook in jullie blijven; maar met Mijn lichaam moet Ik vanwege de vele armen, blinden en doden nu van hier vertrekken. Bovendien zal Ik, als Ik nu overdag door Jericho trek, toch al door veel mensen herkend worden die Mij bij Mijn vertrek vooruit en achterna zullen lopen, wat veelopzien zal baren. Als Ik eerst nog vanmiddag hier zou blijven, terwijl er hier veel gasten zullen arriveren, zou dat Mijn aanwezigheid nog meer bekend maken. En dat wil Ik niet, vanwege de aanwezige tempeldienaren! Daarom zal Ik Mij met Mijn leerlingen nu dan ook direct hiervandaan in de richting van Nahim begeven.'
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar Ik wees hen terecht over hun gedrag tegenover het volk en zei:'Ik ben de Heer! Als Ik het luide gejubel van het volk verdraag, zullen jullie het ook wel kunnen verdragen! Laat altijd liefde en geduld jullie schreden leiden, en nooit dreigen en heersen! Het is immers onbeschrijfelijk veel mooier om door de mensen geliefd, dan door hen gevreesd te zijn!'
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarop wendde Ik Mij tot het volk, dat op die manier onder elkaar oordeelde, en omdat Ik Mij bij dit volk werkelijk zo goed als in de buurt van Jeruzalem bevond, vertelde Ik hun het volgende beeld: 'jullie hebben gelijk met te zeggen dat jullie uit de buurt van Jeruzalem komen en niets weten van het feit dat het rijk Gods en de gerechtigheid ervan opnieuw gebracht wordt, en dat jullie nu hier verlangen dat het rijk Gods onmiddellijk geopenbaard wordt, als dat door Mij geopenbaard kan en wil worden!
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik bevind Mij nu in jullie aanwezigheid werkelijk in de buurt van het blinde Jeruzalem, dat met open oren niets hoort en met wijd opengesperde ogen niets ziet! Hoe vaak ben Ik al niet in Jeruzalem geweest en heb jullie onderwezen en voor jullie ogen tekenen gedaan als getuigenis van de ware reden van Mijn komst in deze wereld, en nog zeggen jullie dat jullie niets weten van het feit dat het rijk Gods en de gerechtigheid ervan wordt teruggebracht, en verlangen nu van Mij, als Ik degene ben die het rijk Gods en zijn gerechtigheid opnieuw breng, dat Ik het rijk Gods en zijn gerechtigheid in jullie bijzijn nu direct zal openbaren. Goed dan! Ik zal het doen, luister dus naar het volgende beeld:
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Een edelman reisde naar een ver land om daar een rijk in bezit te nemen en daarna terug te komen. Vóór zijn vertrek riep hij echter tien knechten bij zich, gaf hun tien ponden en zei: 'Handel daarmee, tot ik terugkom! Degene van jullie die mij een goede winst bezorgt, zal al naargelang zijn verdienste ook het passende loon ontvangen!'
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar de heer zei tegen de knechten: 'O, waarlijk, Ik zeg jullie: aan wie heeft, zal nog meer gegeven worden, zodat hij dan overvloed heeft; maar van wie niet heeft - zoals jullie in Jeruzalem - zal binnenkort ook nog worden afgenomen wat hij misschien nog heeft! Maar die vijanden van Mij, die niet wilden dat Ik over hen zou heersen (namelijk de Farizeeën), breng ze hier en wurg ze in Mijn bijzijn!'
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Maar opdat jullie ook begrijpen wat dit beeld wil zeggen, zal Ik het jullie in het kort uitleggen - luister dus:
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] De Heer, die op reis ging om een veraf gelegen rijk tot het Zijne te maken, is God, die via Mozes tot jullie heeft gesproken. Op twee stenen tafelen gaf Hij de joden de tien ponden (wetten des levens), waarmee de eerste Joden goed hebben gehandeld en daarom ook weldra grote macht kregen.
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] De tijd van de koningen is die andere knecht, die voor de Heer slechts vijf ponden heeft verdiend; daarom was hun macht overeenkomstig hun winst juist bepaald. Maar hoe die tijd steeds schraler werd wat de winst voor de Heer aanging, heb Ik jullie laten zien in de handelwijze van de nog overgebleven knechten, en jullie kunnen die verder opzoeken in het boek van de Koningen en in de Kronieken.
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] Wat Ik jullie nu geopenbaard heb, is ook Gods rijk, dat ik jullie terug breng tegelijk met de gerechtigheid ervan. Wie het ter harte zal nemen en het pond, dat hem geleend is om ermee te handelen, trouwen gewetensvol zal beheren, zal ook het loon des levens krijgen.
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Dat heb Ik gezegd tegen jullie, burgers in en rond Jeruzalem; heil degene die het gewetensvol ter harte zal nemen!'
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Niemand heeft nog zijn hand naar Mij uitgestrekt om Mij te grijpen; waarom zou Ik hen dan straffen? Ik heb eerst gesproken, en nu praten zij onder elkaar en beginnen zich uit de voeten te maken; want Mijn woord heeft hun niet gesmaakt en daarvoor straf Ik die blinden niet. Wanneer ze echter eenmaal hun handen naar Mij zullen uitstrekken, zal ook de straf over hen komen, zoals Ik jullie al verscheidene keren heb getoond. Laat ze nu dus maar ongestraft praten en huns weegs gaan! Maar laten wij nu het huis van vriend Zacheüs binnengaan, dan zal hij een middagmaal voor ons klaarmaken.'
Hoofdstuk 28: De Heer geneest de zoon van Zacheüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar zo'n bezetenheid wordt toegelaten opdat de mensen, bij wie het geloof in God en in de onsterfelijkheid van de ziel bijna helemaal verdwenen is, toch weer aan geestelijke dingen beginnen te denken en daar ook in gaan geloven. Want ook jullie zijn al zwak geworden in het geloof, en daarom was deze les vóór Mijn komst naar dit huis ook heel noodzakelijk.
Hoofdstuk 29: Waarom de bezetenheid van de zoon werd toegelaten (20.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar Ik zei tegen hen: 'Luister, jullie blinde heidenen zouden jullie knieën en hart liever voor de enig ware God van de Joden dienen te buigen! Want deze dode en machteloze afgod van jullie is een werk van mensenhanden, en dus veel minder dan het kleinste, onaanzienlijkste mosplantje; de ene en enig ware God van de Joden heeft echter puur vanuit Zichzelf hemel en aarde en alles wat zij draagt geschapen. Daarom moeten alle mensen alleen in de ene, ware God geloven, Hem alleen aanbidden en geen andere, dode afgoden hebben en die met allerlei dwaze en de menselijke waardigheid onterende ceremoniën eren.'
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486  ...