17481 resultaten - Pagina 474 van 1166
... 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 ...
[4] Kado zei: 'O Heer en Meester! Dat is werkelijk teveel van Uw goddelijke genade voor mij, zondige heiden! Maar aangezien U nu eenmaal zo genadig wilt zijn, wil dan ook genadig toestaan dat mijn vader met ons meegaat; want hij is een grote vriend van zulke dingen, die verloren zijn gegaan in de grijze oudheid door de alles vernietigende tijd. Daarom ga ik hem nu direct halen. ,Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu vroeg Petrus Mij: 'Heer, het oude Jericho lag toch aan de oostzijde van de rivier de Jordaan, en ik weet niet of en waar wij gisteren op onze reis hierheen de rivier overgestoken zijn; want dit nieuwe Jericho ligt toch beslist oostelijker van de rivier dan het oude lag, aangezien U ons nu de plaats van het oude Jericho getoond hebt, die van hieruit in het westen ligt. Wij zijn gisteren weliswaar een heel brede stenen brug overgegaan, maar beneden in de rivierbedding bevond zich naar mijn mening toch niet zo veel water, dat men het voor het water van de Jordaan kon houden.'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Daarop kwam Kado naar Mij toe en zei: 'O goede Heer en Meester, als U niet boos op mij zou worden, zou mijn weetgierigheid met betrekking tot het oude en dit nieuwe Jericho nog een vraag hebben, die U vrijwel zeker al wel kent.'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Toen wij ons met z'n allen bovenop de heuvel bevonden, waar veel plaats was ging Ik op een klein rotsblok staan dat midden op de heuvel lag en precies een halve manslengte hoog was, en op dit punt, waar alle aanwezigen Mij goed konden zien en horen, zei Ik: 'Luister! Op deze steen, waar Ik nu op sta, stond eens Mijn knecht Jozua! Het is weliswaar voor de mens niet van levensbelang, maar toch doet het geen enkele ziel kwaad als zij thuis is in de geschiedenis van de oudheid, want een ziel die goed thuis is in de geschiedenis van de tijden en volkeren zal niet zo gemakkelijk tot bijgeloof vervallen als een ziel, die geen juiste kennis heeft van de oudheid en daarom alles ofwel naar het rijk der fabelen verwijst die voor haar geen waarheid zijn, ofwel naar het terrein van het bijgeloof, waarvan een mens dan weldra gemakkelijk alles letterlijk aanneemt, wat hij ergens aan bijzonders gehoord heeft.
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Zoals velen van jullie zullen weten heeft Jozua, toen hij de Israëlieten onder voortdurend geleide van de Heer vanuit de woestijn het beloofde land binnenleidde, een groot aantal tekenen en wonderen gedaan; ten eerste is dat feitelijk waar maar ten tweede hebben zijn leiding en daden tevens een geestelijke zin, die nu helaas door geen enkele Jood meer begrepen wordt. Daarom wordt er dan ook overal door de Farizeeën over het handelen en de daden van Jozua zoveel onzinnigs verkondigd en geleerd; het is dan ook niet zo verwonderlijk dat joden die enigszins helderder denken zich herhaaldelijk erg gestoten hebben aan de leer van Mozes en de profeten. Daarom heb Ik jullie nu dan ook naar deze heuvel en juist naar deze plaats gebracht, waarop Jozua bij de verovering van de oude stad Jericho zijn eerste grote wonderdaden verricht heeft, zoals de geest van de Heer hem geboden had.
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Nu zei Ik: 'Hoe kun jij zoiets nu nog vragen, terwijl je aan Mijn zijde toch al zoveel tekenen van de kracht van Gods geest hebt gezien?! Ben je soms vergeten watje allemaal bij de oude Marcus in de buurt van Caesarea Philippi hebt gezien, en weet je niet meer hoe Rafaël nog maar een paar dagen geleden in de het huis van Lazarus die oude, ijzeren zuil opgetild heeft, en nog duizend andere tekenen?! Hoe kun je dan nog vragen terwijl je al die dingen hebt gezien, hoe de twaalf priesters van Jozua deze stenen uit de Jordaan hierheen hebben kunnen brengen? Was Gods kracht ten tijde van Jozua soms kleiner dan nu? Denk daar eens over na en vraag Mij verder geen dingen meer die een gewillig kind in de wieg al kan begrijpen!'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] O Heer en Meester! Kijk, dat zijn van die wonderlijke dingen die menige denker, die goed thuis is in de joodse Schrift, met betrekking tot de tijd van Jozua ontegenzeglijk enigszins bedenkelijk moeten voorkomen, en het is ook niet zo verwonderlijk dat menige jood daardoor zijn geloof en ook zijn begrip van de zaak verloren heeft. Hoe komt het eigenlijk dat er nu toch nog een Jericho staat?'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Hierop bedankte Kado Mij voor deze verklaring en vroeg Mij of ook Ik nu de kwade natuurgeesten door middel van Mijn macht zou willen gebieden, om buiten die slechte plaats noch voor de mensen noch voor de dieren schadelijk te zijn.
Hoofdstuk 190: Het doel van de natuurlijke orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Dat is allang gebeurd, voordat jij eraan dacht Mij daar om te vragen; wat Mijn geest door de mond van Jozua heeft verbannen, dat blijft zo! Zover er gras groeit, en zover er schapen, geiten, ossen en ezels grazen, is het land goed; maar daarbuiten is het kwaadaardig.'
Hoofdstuk 190: Het doel van de natuurlijke orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zei: 'Vriend, je hebt helemaal gelijk en Ik prijs jouw geloof maar Ik kan niet overeenkomstig jouw wens handelen; want als Ik dat zou doen, zou Ik in strijd met Mijn eenmaal ingestelde orde handelen en dat kan en zal helemaal nooit gebeuren!
Hoofdstuk 190: Het doel van de natuurlijke orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] De waard zei: 'Ja, Heer en Meester, niet alleen heb ik dat nu allemaal heel goed begrepen, maar ik heb ook het vaste onwrikbare besluit genomen om ernaar te handelen, en ik zal er ook mijn best voor doen om vele mensen zoals ik tot mijn huidige opvatting over te halen en ze ertoe te brengen ernaar te handelen.'
Hoofdstuk 190: Het doel van de natuurlijke orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Toen de zon zich al enkele handbreedten boven de horizon bevond, vroeg de waard aan Mij: 'O Heer en Meester, U kent alle dingen in en op en boven de aarde heel goed; U zult daarom ook wel weten waar de zon zich 's nachts verbergt en waar ze 's ochtends vandaan komt. Volgens onze fabelachtige leer zou ze in de zee zinken en 's morgens aan de andere kant weer opstijgen uit de grote zee, waar de hele aarde op drijft. Voor het oog lijkt dat ook wel zo, maar in werkelijkheid zal het vast heel anders zijn.
Hoofdstuk 191: De vliegproef van de Griek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Beslist heel anders - maar het is nu niet het moment om jullie dat goed begrijpelijk uit te leggen! Maar weldra zullen er enkele Essenen naar jullie toe komen; vraag hun daar maar naar, dan zullen zij het jullie uitleggen, want zij hebben daar al van ouds her de juiste kennis van. Na hen zullen ook Mijn leerlingen naar jullie toe komen en jullie sterken in Mijn naam. Dan zal Mijn geest jullie zielen vervullen en jullie in velerlei wijsheid binnenleiden. Tot die tijd laten wij dat daarom nog rusten!'
Hoofdstuk 191: De vliegproef van de Griek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Toen de Griek dat uit Mijn mond hoorde, geloofde en wilde hij, en snel verhief hij zich enkele manslengten hoog in de vrije lucht. Maar omdat hij geen steun had, was de lichte ochtendwind hem direct de baas en draaide hem nu eens naar rechts en links en dan weer met zijn hoofd naar beneden en weer naar boven, en de wind droeg hem zo een behoorlijk eind weg van de heuvel; en hij, de Griek, schreeuwde om hulp omdat hij anders ten onder zou gaan. Toen wilde Ik dat de wind zich weer naar de heuvel zou keren; en zo kwam de vlieglustige Griek weer boven ons zweven.
Hoofdstuk 191: De vliegproef van de Griek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Terwijl de Griek nog zo zijn ervaringen aan zijn metgezellen vertelde, vroegen Mij enkele leerlingen, die Ik in Mijn eerste jaar als leraar ook eens door de lucht naar Mij op de berg Kis had laten komen, hoe het eigenlijk bij hen was gegaan, omdat zij in de lucht rechtop gehouden werden.
Hoofdstuk 191: De vliegproef van de Griek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)