Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 474 van 1490

...  462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487  ...
[1] De woordvoerder vroeg Mij nog speciaal waarmee hij Mij kon belonen, omdat Ik rechtvaardigerwijs zo'n probaat oordeel ten gunste van hen had uitgesproken; want zij hielden Mij nu voor een ware rechter van deze plaats.
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar Ik zei tegen de woordvoerder: 'Ik neem nooit van iemand een beloning aan voor Mijn leer en voor Mijn oordeel! Maar Ik zeg jullie nu dat afgezien van het recht in jullie kwestie jullie hier ten deel is gevallen dat ook jullie voortaan redelijk en rechtvaardig zijn tegen iedereen met wie jullie waar dan ook omgaan; want onredelijkheid en ongerechtigheid onder de mensen op aarde is het grootste kwaad op de wereld dat tweedracht zaait tussen broeders en zusters en vijandschap veroorzaakt. En waar deze eenmaal bestaan is er geen heil meer onder de mensen, maar afgunst, haat, roof, doodslag, moord en oorlog.
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Want wie een profeet gelovig opneemt in Mijn naam, zal ook het loon van een profeet oogsten. Mijn leerlingen en apostelen zullen ware profeten zijn en derhalve knechten van God de Heer, door Wie ook Ik naar deze wereld ben gezonden voor het heil van alle mensen die in Mij geloven en volgens Mijn leer zullen leven en handelen. -Hebben jullie ook dat nu begrepen?'
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wel, wij Damasceners waren en zijn voor een deel nog heel goede en echte joden; maar er moet geen zendeling uit Jeruzalem komen om ons voor deze slechte en bedrieglijke stad te stemmen! Wie dat zou doen, moet liever niet naar ons komen; want komt er zo iemand, dan zal hij meteen de stad uitgezet worden, waar hij dan op de vlucht kan slaan. Maar wanneer profeten en rechters, zoals u er een bent naar ons toe komen, nemen wij die altijd graag op, ook al zijn we grotendeels Grieken, Oud-Syriërs en Babyloniërs; want van de ware profeten kan ieder mens iets waars en derhalve ook goeds te horen krijgen. En zo zullen ook allen die u ons als uw ware leerlingen zult zenden, goed door ons opgenomen worden!'
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zei: 'Daar jullie nu nog tijd hebben, kunnen jullie ook nog hier blijven, dan zul je nog zo het een en ander te horen en te zien krijgen! Hier is nog brood, vis en wijn. Neem plaats en eet en drink; want in deze herberg zal men jullie daar zeker niet honderd muntstukken voor vragen!'
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Er trad nu een dochter naar voren, die zei: 'Heer, mijn moeder ligt doodziek thuis! Ze is weduwe en heeft maar één knecht, die over het algemeen heel trouw is en goed voor onze zaken zorgde. Het was maar heel toevallig, dat deze knecht daarstraks, toen dat tumult op straat ontstond, erbij kwam om als inwoner van Emmaüs een paar woorden ten gunste van onze waarden te spreken. En omdat hij dat gedaan heeft werd hij ook door de soldaten gepakt, geboeid en naar de gevangenis gebracht. Ik vraag u nu, beste rechter en heren, omwille van mijn doodzieke moeder, onze knecht, die geheel onschuldig in de gevangenis gekomen is, weer vrij te laten! ,
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Wees daarom voortaan verstandiger en neem geen deel meer aan enig tumult, anders zou het een keer slecht met je kunnen aflopen! Maar ga nu met deze dochter van die zieke moeder, bij wie je in dienst bent, naar huis en breng de zieke hier naar toe, dan zal Ik zien of ze misschien nog geholpen kan worden!'
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Beiden vertrokken snel, maar kwamen al gauw huilend terug en de knecht zei: 'O, beste rechter en zeker ook even goede arts, de moeder van deze dochter, bij wie ik in dienst ben, is gestorven! Toen wij thuis kwamen lag ze al geheel ontzield in haar bed; ze zal daarom wel niet meer te helpen zijn!'
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Beiden zeiden: 'O heer, Gods macht is wel groot en heerlijk, maar tegen de dood heeft deze toch geen kruid geschapen! Er zijn zeker wel wonderlijke middelen waarmee de zwaarste ziektes genezen kunnen worden, - maar bestaat er een middel waardoor een dode ooit weer levend wordt?! Wij geloven wel dat de zielen van de mensen na de dood van het lichaam voortleven, maar dat een lichaam, als het eenmaal dood is, ook weer tot leven wordt gewekt, is wel moeilijk te geloven! Men spreekt wel van een jongste Dag, waarop allen die in hun graven allang zijn vergaan, weer op zullen staan; maar dat lijkt ons maar zo'n lege troostleer te zijn om te voorkomen dat de mensen te veel vrees hebben voor de dood. Maar wij denken dat ieder die eenmaal gestorven is, in eeuwigheid nooit meer op zal staan.
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Toen Ik deze woorden had uitgesproken, stond de vrouw die dood was geweest onmiddellijk op uit haar bed, keek naar de gasten en vroeg daarop haar deels geschrokken en deels hoogst verbaasde dochter: 'Waar ben ik toch en wat is er met me gebeurd?'
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] De dochter zei: 'Lieve moeder, je was doodziek en bent een uur geleden tot mijn grote leedwezen gestorven! En zie, deze wonderbaarlijke heiland heeft je nu weer tot leven gewekt en je volledige gezondheid beloofd en zeker ook verschaft en bovendien nog een lang leven!'
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] De tot leven gewekte vrouw zei: 'Ja,ja, ik leef en voel me werkelijk volkomen goed en gezond! Maar hoe zullen we deze wonderbaarlijke heiland nu naar behoren kunnen belonen, daar ik in feite slechts een arme weduwvrouw ben?'
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[37] Toen verlieten ook deze kooplieden ons.
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De Opper-Egyptenaren, dankten voor deze wenk en traden terug.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Na een klein halfuur bevonden we ons al in de buurt van Jeruzalem, waar we een paar wachters aantroffen. Maar die lieten ons rustig doorlopen; want we waren met een te grote groep en ze hielden ons voor Romeinen en Grieken, waar ze in geen geval mee in conflict wilden komen. Die gevolgtrekking maakten zij , omdat we groepsgewijs aankwamen en geen woord met elkaar wisselden, wat ook gebruikelijk was bij de patrouillerende Romeinse wachters. Spoedig bereikten we de poort van de tuinmuur en korte tijd later ook de herberg op de Olijfberg; we gingen meteen naar de grote eetzaal, die volop verlicht op ons wachtte.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487  ...