Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 474 van 728

...  462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487  ...
[9] Opdat jullie, broeders en vrienden, werkelijk terdege mogen inzien dat jullie oordeel over mij een uiterlijk oordeel was, zeg ik jullie voor alle duidelijkheid nog dat, als jullie zeggen: `Dit alles is het eigendom van de Heer', jullie daardoor slechts de uiterlijke bekentenis afleggen, dat jullie dit allemaal alleen aan de Heer toekennen; maar door zo'n toekenning is de Heer net als de bekentenis nog buiten jullie. Wanneer jullie echter zeggen: `Dit alles is het eigendom van mijn liefde', dan delen jullie daardoor uit jezelf mee dat de Heer voor jullie alles is en dat Hij met Zijn liefde en genade als het eeuwige leven in jullie woont. Wanneer jullie in de liefde van je hart tot de Heer zeggen: `Dit alles is het eigendom van mijn liefde', dan zeggen jullie daarmee hetzelfde als eens mijn lieve goede vriend, de oude apostel Paulus gezegd heeft toen hij nog in het vlees op aarde leefde: `Nu leef niet meer ik, maar Christus leeft in mij!' Dit zeg ik jullie alleen opdat jullie daaruit mogen weten op welke manier wij hier spreken, want op aarde bestaat slechts een uiterlijk spreken, wat dan van buitenaf in het inwendige moet doordringen. Daarom is het ook een onzeker en zelden doeltreffend spreken als het niet zo is gevormd als het woord van de Heer, waardoor de mens van alle kanten wordt gegrepen en dat hem zo geheel doordringt. Ons spreken echter is een inwendig spreken en heeft niets uiterlijks, daarom is het ook altijd doeltreffend.
Hoofdstuk 10: De sfeer van de vijfde geest. Het grootste wonder, het hart van de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Wat is er met jullie, dat jullie als verstard in het rond kijken? Kijk, lieve broeders, ik heb jullie immers al gezegd dat je niet te vlug moet oordelen. Hier ligt de waarde van de dingen altijd enkel in het inwendige en nooit in het uitwendige. Daarom is het inwendige ook altijd verhevener en wonderbaarlijk grootser dan het uiterlijke, want hier verhoudt zich alles, zoals het Woord van God op aarde. Eenvoudig en bescheiden staat het door middel van letters in het boek. Wanneer iemand echter door het nauwe poortje van de deemoedige liefde in het eenvoudige woord binnendringt, tot welk een wonderbaarlijke rijkdom komt hij dan door een enkel woord van God, dat eenvoudig en bescheiden, uit letters samengesteld, in het boek staat. En, zoals gezegd, verhouden de dingen zich ook hier precies zo.
Hoofdstuk 10: De sfeer van de vijfde geest. Het grootste wonder, het hart van de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Jullie zeggen derhalve: hoe uit dit beeld de ontknoping van de merkwaardige dingen, zoals we voorheen hebben gezien, duidelijk zal worden, dat vatte wie het vatten kan! Wij zien echter in plaats van de ontknoping slechts een, niet direct akelige, maar wel nog meer verwarde knoop! Dus: vatte wie het vatten kan, hoe daaruit de ontknoping zichtbaar zal worden. Wij kunnen het niet. Wat moet dit dan betekenen? Hier en daar rijst een kegelvormige berg op. Mensen klimmen aan de ene zijde naar boven en glijden aan de andere kant weer naar beneden. En zij die naar beneden gegleden zijn, gaan staan en lachen om degenen die na hen navolgen, terwijl ze zeggen: dus het is toch waar, dat één gek er tien meekrijgt! Aan de andere kant zien we een heleboel schommels, die elk tussen twee tamelijk sterke en hoge bomen zijn opgehangen, en waarin enorm wordt geschommeld. Ook daar staat een menigte toeschouwers, die de schommelaars uitlacht en toeroept: hé jullie domkoppen, waarom zijn jullie zo vrolijk op die schommel waarin jullie weliswaar heel flink heen en weer vliegen, maar toch steeds op dezelfde plaats blijven? De zwaailengte van jullie schommel is de hele reis die jullie steeds weer opnieuw maken. - Dit is het tweede beeld dat we zien, zeggen jullie bij jezelf. En verder zeggen jullie nog: aan een andere kant zien we een ringmuur. Binnen deze ringmuur bevinden zich cirkelvormige banen, die spiraalsgewijs naar een in het centrum opgestelde tent toelopen. Over deze banen rennen mensen naar de tent. Hebben zij deze bereikt, dan draaien ze om en rennen weer naar buiten naar de ringmuur. Rondom de ringmuur staan hier en daar groepjes mensen, die deze ringbaanrenners achtereenvolgens uitlachen en hun vragen wat ze met dat rennen willen bereiken. Sommigen worden dit rennen beu, klimmen op de ringmuur en zeggen dan: hoe heb ik toch zo dom kunnen zijn en heb ik me daar helemaal voor niets bijna doodgerend?
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Jullie vragen: wat gebeurt er dan met zo iemand? Kijk maar wat nauwkeuriger naar beneden dan zullen jullie gemakkelijk kunnen zien hoe uit de overigens goed gesloten kapellen reddende wezens naar beneden snellen, naar zulke bedwelmde wezens toe gaan om hen van de plek weg te trekken naar vrijere plaatsen. Zoals jullie echter ook zien, zijn er maar weinigen die zich verder laten brengen. De meeste blijven heel eigenzinnig op hun standpunt staan en laten zich liever door de zwarte boden, die uit de openingen opstijgen, in deze gaten trekken dan zich door de steeds wakende bewoners van deze kapellen te laten redden.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ik zou echter eerst eens aan iedereen die zoiets beweert, willen vragen: kun jij de sterren aan de hemel met je handen pakken en kun jij ze zien bij heldere zonneschijn? Kijk, je kunt noch het een noch het ander. Bestaan daarom de sterren niet, omdat jij noch het ene noch het andere kunt? Je zegt tegen Me: de sterren zie ik tenminste 's nachts en dan kan ik hun haan berekenen. Maar Ik zeg je: jouw getuigenis strekt jou, wat scherpzinnigheid betreft, niet tot grote eer, omdat je daardoor openlijk te kennen geeft dat je Mijn ordening alleen vanuit jouw nachtzijde berekent, terwijl de ordening van de dag jou vreemd blijft. En had je geen nacht dan zou je er op klaarlichte dag bijstaan als een blinde en zou je niet eens kunnen dromen over de ordening van Mijn dingen. Het is treurig als jullie je wijsheid, wat de orde van Mijn dingen betreft alleen maar aan de nacht, maar niet aan de dag te danken hebben. Kijk, dat blijkt ook heel duidelijk uit de dingen die jullie nu gezien hebben.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Hoe hoger hij klom, des te minder grond hij had om op te staan en als hij al de top had bereikt, wat was dan het gevolg? Dat hij heel vlug weer afdaalde in de diepte van waaruit hij was opgedoken, want op de top kan zich niets handhaven. Wil zich iemand daarop vestigen, dan is het toch zeker afgelopen met zijn hele werkgebied, want dit kan onmogelijk groter zijn dan de spitse standplaats waarop de werkwillige zich bevindt. Dat wordt echter iedereen die op de top bezig wil zijn duidelijk; daarom kan ook niemand op de top blijven. Iedereen zal daar heel zeker door duizelingen bevangen worden! Het gevolg van die duizeligheid is dat hij de top weer verlaat en aan de andere kant weer vlug naar beneden glijdt. Dit is een heel wijze les uit de school van de eeuwige ordening! Haar naam is onthechting', wat zoveel inhoudt als het vernietigen van alle zelfzuchtige begeerten.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Het heeft geen enkel nut als iemand voor het beklimmen van de berg zou zeggen: luister broeders, klim met mij, ik weet de juiste weg. Ga maar met mij mee, want alleen langs deze weg zullen we op de top een goede stevige standplaats vinden. We hebben al in het begin in het dal deze geesten horen roepen: één gek krijgt er tien mee, en kijk, niet slechts tien, maar een hele menigte klautert achter zo iemand die beweert de weg te kennen, aan. Daar de berg als kegel tenslotte maar één top heeft, wordt deze langs alle wegen goed bereikt, maar daar is het dan ook altijd: tot hier en geen haarbreed verder! Het lot wil echter, dat men aan de andere kant weer heel vlug naar beneden glijdt om weer die toestand te bereiken, vanwaar men is uitgegaan. Zie, dit beeld geeft reeds een belangrijke oplossing voor hetgeen we eerder hebben gezien in de sfeer van de zesde geest. De volgende beelden zullen ons zo'n oplossing nog veel duidelijker voor ogen brengen. Blijf daarom nog zolang in de sfeer van de zevende geest totdat we alle beelden hebben opgelost. De volgende keer komt dus de schommel aan de beurt; dan de ringmuur met zijn spiraalvormige banen en tenslotte het waterbassin. En hiermee genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Ik zeg: deze beschrijving is heel goed en we zullen haar ook buitengewoon goed voor ons doel kunnen gebruiken. Hebben jullie je echter wel eens afgevraagd wat er met zo'n schommel zou gebeuren wanneer ze door de enthousiaste aanduwer wat al te hard in beweging zou worden gebracht? Jullie zeggen: o ja, dan slaat ze over de kop met als gevolg, dat het met de luchtreizigers heel slecht afloopt. Goed, zeg Ik, ook dit verhaal kunnen we heel goed gebruiken. Rest ons in dit opzicht nog een derde vraag en deze luidt: hoe ver komen de reizigers in zo'n luchtschip? Antwoord: na urenlang heen en weer bewegen zijn ze uiteindelijk zo ver gekomen, dat ze op hetzelfde punt waar ze zijn ingestapt ook weer uitstappen. Wat is dat dus voor een reis? Antwoord: een schijnreis, omdat men weliswaar flink in beweging wordt gezet, maar desondanks toch niet buiten de zwaailengte van zo'n luchtschip komt en men het zich tenslotte moet laten welgevallen zelfs te worden uitgelachen door een slak, die met een niet te vergelijken langzamere kruipbeweging binnen een paar uur allang meer dan de zwaailengte van onze schommel heeft afgelegd. - Zo zien we ook in de sfeer van onze geestelijke gastvrije vriend hoe een menigte mensen zich in aanzienlijk grote schommels wild heen en weer laat schommelen. Kijk maar: zolang de schommel nog een matige beweging maakt, roepen de schommelaars de aanvoerder toe: harder, harder schommelen! Maar als de schommel al bijna een halve cirkel beschrijft, roepen ze weer allemaal: stop, stop, anders slaat de schommel over de kop en zijn we verloren!
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[25] Deze standplaats echter waarop wij ons bevinden, is die vrije hoogte van een mens tijdens zijn aardse leven, van waaruit hij in gelijke mate het ware en het valse, het goede en het kwade heel goed in zichzelf onderscheid.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[28] Kijk, ditmaal duiken er nog meer monsters op, die ons dreigen te verslinden, dan bij de eerdere overtocht. Daar is trouwens de veilige oever al; nu mogen ze hun tanden in de boot zetten, wij zijn op het droge! Van hieraf zullen we ons dan naar het gebied van de avond wenden en dit bezichtigen. We zullen echter onze schreden in deze betere streek pas de volgende keer vervolgen en dus genoeg voor vandaag!
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Ik zeg jullie echter: lieve broeders en vrienden, heb nog een beetje geduld; we zullen ook die dingen in rijke overvloed aantreffen, want we gaan heel vlug en zijn in deze avondlijke streek zo ver doorgedrongen dat dit jullie begrip totaal te boven gaat. Kijk maar eens achterom en schat eens aan de linkerkant de lengte van de zachte, met piramiden getooide bergketen, dan zullen jullie dadelijk merken, hoe ver we hier al zijn doorgedrongen.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Kijk maar eens naar de nabijgelegen oever van het meer; daar stapt zojuist uit een mooie boot een gezelschap, dat zich eveneens naar deze tempel zal begeven. Vraag hun maar, en we zullen terstond vernemen wat hen naar deze tempel trekt. Als jullie het echter niet durven, wil ik het ook wel doen; let dus goed op! Ik zal iemand aanspreken.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Dat ze echter geen eetbare vruchten dragen, wil zeggen dat het geloof alleen het leven niet opwekt. En hoewel in het geloof op zich al geestelijk leven werkzaam is, geeft het echter toch maar weinig vruchten die, wanneer ze gegeten worden, het leven nauwelijks tot een hogere potentie zouden kunnen brengen.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Een kind in zo'n ceremoniële kerk geboren en gedoopt, wordt in geestelijk opzicht reeds in zo'n schommel gelegd, en als het erin ligt, wordt de schommel ook terstond geleidelijk aan in een steeds grotere beweging gezet. Bij zo'n beweging denkt de mens dan dat hij de hemel weet wat voor grote vorderingen maakt en hoe hij vooruit komt. Alleen ziet iedereen op het eerste gezicht gemakkelijk in, hoe ver zo'n reis zal gaan! Tussen twee pijlers hangt ons luchtschip. De ene pijler betekent de zogenaamde rots van de geloofsleer, de andere pijler echter de noodzakelijkheid van staat en politiek. Deze beide zijn zo stevig mogelijk geplaatst en door dwarsbalken met elkaar verbonden. Zo gaat dan vervolgens de reis tussen deze twee pijlers door en men kan zich geen duimbreed verder bewegen dan het touw, waaraan de veelzeggende schommel hangt, lang is. Sommige schommelaars worden al gauw misselijk en bij het eerste rustpunt dat zij te baat kunnen nemen, springen ze eruit. Enkelen keren zo'n vervoermiddel voorgoed de rug toe. Alleen degenen die belang hebben bij de schommel blijven er pro forma inzitten, laten zich slechts voor de schijn heel gezapig heen en weer trekken en loven en prijzen zo'n beweging die volgens hen buitengewoon goed is voor de gezondheid. Daardoor trekken ze ook vreemden aan en zeggen tegen degenen die zo dwaas zijn weer in dit vervoermiddel te stappen: willen jullie ten volle het genot en dus de volmaakte bevrediging van zo'n tocht ervaren, dan moeten jullie je laten blinddoeken. Daar zoiets dan veel dwazen verleidt om met geblinddoekte ogen in de schommel te gaan zitten, gebeurt het dan dat deze enthousiast beginnen te roepen en zeggen: ja, nu begrijpen we pas wat voor grote geheimen achter deze eentonigheid schuilgaan, want nu is het heen en weer gaan opgehouden en vliegen we bliksemsnel door eindeloze ruimten. Dat moet toch een wonder zijn! Wie had ooit kunnen dromen, dat er achter zoiets eentonigs zoiets groots verborgen ligt?
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] En kijk nu opnieuw. De schommel beweegt zich over een veel kortere afstand heel onverschillig heen en weer en degenen die niet meer geblinddoekt zijn, springen er een voor een uit. We zien er nu bijna niemand meer inzitten, behalve de belanghebbenden en een enkele geblinddoekte. Jullie zien ook dat de bestuurders van de schommel ijverig moeite doen om de beide wankele pijlers met allerlei steunen zo goed mogelijk vast te zetten. Betaalde knechten klimmen langs ladders omhoog en proberen met zwakke koorden het zeer beschadigde touw zo goed mogelijk aan beide pijlers vast te maken. Omdat het touw echter niet stil hangt maar zich nog steeds heen en weer beweegt, kunnen ze nergens een veilige en stevige lus maken; dan is ze te lang, dan weer te kort, zodat ze daardoor bitter weinig kan bijdragen tot het verdere behoud van het hoofdtouw. Dat is toch een duidelijk kenmerk voor de huidige stand van zaken!
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487  ...