Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 475 van 1110

...  463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488  ...
[5] God zal hem daarvoor ook met de hoogste roem bekronen en hem tot koning over alle volkeren op aarde maken, doordat Hij hem zo'n grote macht heeft gegeven als nog nooit eerder een mens bezeten heeft. Maar daarom is en blijft hij toch slechts een mens en is hij vanuit zichzelf geen God en nog minder een menselijke afgod, waar jullie heidenen er zoveel van hebben. Hij is een knecht Gods, begiftigd met alle denkbare macht, een bijzonder uitverkorene, en daarom duidelijk God meest beminde.
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kijk, zo oordelen wij Joden, die goed thuis zijn in de Schrift; maar jullie, die gewend zijn om van iedere buitengewone verschijning een god te maken, houden zo'n van Gods geest vervulde mens des te eerder meteen voor de ware God, omdat hij voor jullie ogen tekenen heeft gedaan die zeer beslist alleen God kan doen. Maar toch doet hij dergelijke ongehoorde wonderen niet vanuit zijn eigen menselijke kracht, maar alleen door de macht van Gods wil, die hem voor een poos is verleend. Zo is het hiermee gesteld, en ik ben ervan overtuigd dat hij geen ander getuigenis over zichzelf zal geven.'
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De Griek zei: 'Goed, hoe moet in dit verband de tekst begrepen worden waarin de profeet zegt: 'Een Knaap is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en Zijn heerschappij draagt Hij op zijn eigen schouder! Zijn naam is: Wonderbaar, Raad, Kracht, Held, God, Eeuwigheid, Vader, Vredevorst.' - Hoe verklaar jij dat getuigenis van de profeet?'
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Maar Ik zei tegen Mijn leerlingen, die zich ook heimelijk ergerden over de blinde rabbi: 'Daar zien jullie weer een voorbeeld van hoe het licht van de Joden afgenomen en aan de heidenen gegeven wordt. Deze Grieken waren een paar uur geleden nog overtuigde afgodendienaren, en nu staan ze in het ware licht al veel hoger dan de Joden, die vanwege hun schriftgeleerdheid zo'n hoge dunk van zichzelf hebben! Wees dus blij dat het nu eenmaal zo is gegaan! Werkelijk, Davids troon zal niet meer onder de Joden, maar onder de heidenen opgericht worden!'
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Aangezien de zon echter reeds was ondergegaan, zei Ik tegen de Grieken: 'Ik laat jullie helemaal vrij; als jullie een onderkomen vinden, kunnen jullie vannacht hier in Nahim blijven, of ook naar huis gaan. Noch het ene noch het andere zal voor jullie een nadeel zijn.'
Hoofdstuk 35: Over het toelaten van nood en ziekte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Blijf dan -voor al het andere zal Ik wel zorgen! Want waarlijk Ik zeg jullie: wiens gezindheid en geloof in het vervolg niet zal zijn als dat van jullie, diens ziel zal het rijk Gods nauwelijks kunnen verwerven! Als jullie op die manier in je hart steeds bij Mij zullen blijven, zal Ik, krachtig werkzaam in de geest, ook bij en temidden van jullie blijven; en degenen bij wie Ik zal blijven zullen nooit gebrek en nood hoeven te lijden, niet wat hun aardse behoeften betreft en nog minder wat betreft de behoeften van hun ziel.
Hoofdstuk 35: Over het toelaten van nood en ziekte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Kijk, dat is de eigenlijke reden die Mij ertoe bracht om naar je toe te komen! Want waarlijk, waarlijk, Ik zeg jullie allemaal: wie altijd naar vermogen zijn arme en gekwelde medemensen in alle vriendelijkheid barmhartigheid en liefde bewijst, zal ook bij Mij barmhartigheid, liefde en vriendelijkheid vinden; want het ware rijk Gods, dat nu in Mijn persoon bij jullie is gekomen, is, dat jullie Godboven alles liefhebben en jullie naasten als jezelf. Wie dat doet, vervult de hele wet en bevindt zich in de volle genade van God, en de zegenende hand van Jehova is over hem uitgestrekt. Wie in die liefde volhardt, is en blijft in Mij en Ik in hem. En wie in Mij is, zoals Ik in hem, heeft het eeuwige leven in zich en zal de dood niet zien en smaken; want op die manier is hij reeds in deze wereld een echte burger van Gods rijk, waarin eeuwig geen dood meer bestaat. Neem dat allemaal goed ter harte en handel ernaar; want Ik ben in deze wereld gekomen om de mensen het ware Godsrijk te brengen en hen te verlossen van alle blindheid en de dood van hun zielen, die jullie tot nu toe stevig gevangen hield. Als iemand van jullie nu nog iets wil weten, kan hij het vragen, dan zal Ik hem antwoord geven.'
Hoofdstuk 36: Waarom de Heer de weduwe bezoekt (5.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar je zei ook dat de dood in zekere zin wel goed is, wanneer men eenmaal helemaal dood is, omdat men dan niets meer hoort, ziet of voelt en zodoende niets meer van zichzelf weet; maar dat, Mijn beste zoon, is niet zoals jij nu volgens jouw gevoel oordeelt! Jij hebt nu weliswaar de indruk dat jij in je toestand van lichamelijke dood helemaal dood en zonder bewustzijn was; maar dat was niet zo.
Hoofdstuk 36: Waarom de Heer de weduwe bezoekt (5.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Want dat je je nu niets herinnert van wat jouw ziel allemaal heeft meegemaakt terwijl ze niet in haar lichaam aanwezig was, dat heb Ik heel wijs zo beschikt; want als jouw ziel de herinnering had behouden aan hoe uiterst goed en gelukkig ze zich voelde temidden van vele engelen in het paradijswaar ze zich bevond, en hoe verdrietig ze werd toen dezen haar vertelden dat ze volgens de wil van Jehova nog een keer in haar lichaam zou moeten terugkeren, dan zou jij je nu, terwijl je weer met je lichaam verenigd bent, niet zo blij voelen als nu. Ik zou je de volledige herinnering daaraan direct weer helemaal kunnen geven, als Ik dat wilde; maar daar zou Ik je geen goed mee doen, omdat je daardoor voor vele jaren volkomen ongeschikt zou raken voor deze wereld, waarin je nog veel te doen zult krijgen.
Hoofdstuk 36: Waarom de Heer de weduwe bezoekt (5.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] God aanbidden wil zeggen: Hem steeds boven alles liefhebben en zijn naaste als zichzelf. En God werkelijk liefhebben wil zeggen: heel trouw Zijn geboden houden, ook onder vaak meest onaangename levensomstandigheden, die God, als het volgens Zijn liefde en wijsheid op de een of andere manier nodig is, over deze en gene laat komen als versterking en levensoefening voor zijn ziel, die te sterk door de materie is aangetrokken; want alleen God kent iedere ziel, haar natuur en eigenschappen, en weet ook het duidelijkste en beste hoe die ziel op de ware levensweg geholpen kan worden.
Hoofdstuk 37: De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar waarlijk, Ik zeg jullie allen: waar Ik op die manier door de mensen aanbeden en geëerd word, zal Ik direct Mijn gezicht afkeren en nooit aandacht schenken aan zo'n aanbidding en verering, en wel om de mensen praktisch te laten zien dat dergelijke aanbiddingen en vereringen een ware gruwel voor Mij zijn en dat Ik daar nooit aandacht aan schenk, en al helemaal nooit wanneer ze door priesters voor geld verricht worden. Want degene die bidt terwijl hij daar door iemand voor betaald wordt, mompelt enkel voor de schijn zo'n gebed voor zich uit, meestal zonder enig geloof, terwijl degene Voor wie dat gebed zou moeten helpen, zelf te traag is om zijn knieën voor God te buigen en daarom liever een ander voor zich laat bidden.
Hoofdstuk 37: De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] De jongeman zei: 'O Heer, Heer en eeuwige Meester van het leven, ik heb het allemaal goed begrepen, en het schijnt mij nu werkelijk toe alsof het in mijn hart nu reeds helemaal vrij en vollevenslicht is geworden; daarom ben ik er op voorhand al ten volste van overtuigd dat er mettertijd nog veel meer levenslicht in mij zal komen, als ik zelf in volle ernst volgens Uw heilige leer aan het werk zal gaan! O Heer, Heer! Laat toch vele, ja alle mensen op die manier in Uw liefde verlicht worden; dan zullen wij mensen ons reeds in deze wereld in het paradijs bevinden!
Hoofdstuk 38: De zorg van de jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] O eeuwige Heer van alles wat bestaat en van hemel en aarde, geef ons ook in dat opzicht raad; want hoewel ik nog jong ben, zie ik nu plotseling maar al te goed in dat wij misschien al heel binnenkort te maken zullen krijgen met heel bittere en harde vervolgingen van de kant van de tempeldienaren, en wel des te meer naarmate wij ernstiger en actiever volgens Uw leer zullen leven en handelen. O Heer, Heer, wat moeten wij dan doen?'
Hoofdstuk 38: De zorg van de jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Ik zei: 'Heel zeker, waarachtig en gewis! Maar ten tweede zeg Ik je ook nog: wees in jezelf weliswaar zacht als duiven, maar tegenover de wereld listig als slangen! Want Ik wil niet dat jullie Mijn parels openlijk aan alle wereldse zwijnen laten zien en ze hen toewerpen.
Hoofdstuk 38: De zorg van de jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Als men jullie ter verantwoording zal roepen, zal Ik het antwoord wel in jullie mond leggen -en echt, dan zal niet één op de duizend in staat zijn jullie van repliek te dienen. Als Ik jullie ook deze verzekering nog geef, kunnen jullie in Mijn naam iedere strijd die je te wachten staat, heel moedig onder ogen zien. Want in deze tijd zal de uitbreiding van Mijn rijk onder de mensen geweld nodig hebben, en zij die het willen hebben, zullen het ook met geweld naar zich toe moeten trekken! De zekere over,:inning zal echte:. niet moeilijk te bevechten zijn, omdat Ikzelf als de machtigste Held de strijders voor Mijn rijk alle hulp zal geven! - Begrijp je dat ook?' ..
Hoofdstuk 38: De zorg van de jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488  ...