Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 475 van 1490

...  463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488  ...
[14] Ik zei: 'Het is niet goed voor een mens als hij om deze tijd voedsel tot zich neemt; want ook de ingewanden van een mens hebben rust nodig. Maar zorg morgen voor een maaltijd!'
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] De waard zei: 'Beste vriend, dat wilde ik ook niet -ik wist immers dat ze bij jou als vrienden te gast waren -; maar ze zeiden: 'Wij hebben hier de grootste levensschatten ontvangen, die met geen goud van de wereld te betalen zijn. Hoe zouden we kunnen toelaten dat wij en onze knechten bovendien nog worden vrijgehouden?! Hier, neem nu maar gerust deze kleinigheid voor je heer en voor jezelf'
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] 's middags was hier onder anderen ook die vrouw, die eerst die hooggeplaatste Romeinen hier naartoe had gebracht. Ze heeft hier gegeten en gedronken en informeerde toen zeer belangstellend naar de Heer en Meester. Ze betaalde er tien zilverlingen voor. Maar ik vertrouwde deze persoon niet, omdat ze best een spion van de tempel had kunnen zijn, daar het maar al te bekend is dat dergelijke liederlijke personen zich voor geld voor alles laten gebruiken en daarom heb ik haar ook niet verteld waar de Heer en Meester naar toe is gegaan.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Toen Rafaël na een uur klaar was met het beschrijven van de zondvloed van Noach, waarover alle aanwezigen - zoals reeds gezegd - zeer verwonderd waren, zei Ik: 'Luister, het is nu bijna middernacht en tijd om op te breken! Laten we daarom op weg gaan naar de Olijfberg; want nu rusten de ogen van onze vijanden, zodat wij ons ongezien naar de stad kunnen begeven! Laten we echter niet allemaal tegelijk gaan, maar liever wat verspreid en ook moet niemand onderweg iets zeggen; want toen het donker begon te worden heeft de tempel er vanwege Mij spionnen op uitgestuurd, maar ook omdat er twee Farizeeën en twee levieten nog niet zijn teruggekeerd. Maar de spionnen vrezen nu dat hun vannacht iets ergs kan overkomen. Daarom zullen ze niemand aanspreken, ook niet als er iemand in hun buurt komt, maar natuurlijk alleen als hij zwijgt. Als er twee met elkaar praten, zouden ze meteen merken of iemand een jood uit Jeruzalem is of een Griek, Galileeër of Romein. Dan zouden ze op hem afkomen om te vragen waar hij midden in de nacht vandaan komt. Laten we daarom ook deze kleine voorzichtigheid niet uit het oog verliezen!'
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Toen legden ze deze zeven zakken vol louter zware goudstukken op de tafel en verdwenen zeer snel. Ik kon toen natuurlijk niets anders doen dan ze voor jou bewaren. En die paar honderd zilverstukken hier heb ik van andere gasten ontvangen; want er zijn al snel heel wat gasten gekomen, voor het grootste deel vreemdelingen, die veel gebruikt en goed betaald hebben. Sommigen wilden hier overnachten; maar ik heb me verontschuldigd door hun waarheidsgetrouw te vertellen dat ik al een paar honderd gasten verwachtte, die overdag slechts een uitstapje naar Emmaüs hadden gemaakt maar 's avonds weer terug zouden komen. Alleen een oude, vermoeide pelgrim heb ik hier gehouden en ik heb in mijn kamer een slaapplaats voor hem klaar gemaakt.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Het stelde deze persoon kennelijk zo teleur, dat ze hier niet te horen kreeg waar haar Heiland naar toe was gegaan, dat ze huilde en ikzelf in tweestrijd kwam of ik haar toch nog zou zeggen, waar Hij zich bevond. Maar toen schoot me plotseling deze goede gedachte te binnen: 'Je bent ofwel een omkoopbaar en corrupt persoon of je bent een uiterst vervelende dweepster, -die indruk had ze hier de eerste avond al gemaakt -, en de Heer en Meester kan je noch in het ene noch in het andere geval gebruiken!', en daarom vertelde ik haar dan ook niets. Maar Ik zei haar welgemeend het volgende: ' Als je werkelijk zo'n groot verlangen hebt naar de heer en meester die je heeft genezen, leef dan naar Zijn woord, dan zal Hij, aan wie ook onze meest geheime gedachten niet onbekend zijn, het op het juiste moment wel toelaten datje met Hem zult samenkomen!' Met deze raad was ze het helemaal eens en ging toen weg. En dat is dan ook alles wat er zich hier tijdens je afwezigheid heeft afgespeeld en wat van enige betekenis was. Zeg me nu of ik wel juist hebt gehandeld in al deze gevallen!'
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Lazarus zei: 'Vriend, zoals altijd heb je ook nu juist gehandeld, en ik denk ook dat ons aller Vriend, Heer en Meester even tevreden over je zal zijn als ik; en deze paar honderd munten en zilverlingen kun je zelf houden voor je moeite!'
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Waarlijk, als Ik hier niet enkele mannen had gevonden zoals jullie, en jullie aan het hoofd daarvan, zou Ik niet op deze plaats vertoeven! Wandel zo verder op Mijn paden, dan zal Ik zoals nu niet alleen jullie Heer en Meester zijn, maar jullie ware broeder in eigen persoon en wat Mij toebehoort van eeuwigheid zal ook van jullie zijn, voor altijd!
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] Waarlijk, de hele aarde zou nooit een slechte en mislukte oogst hebben, als de mensen maar enigszins op jullie leken. Maar in het hele land der joden zijn er nu geen duizend die geheel zijn zoals ze behoren te zijn. Maar ook omwille van deze duizend zal Ik het land niet teisteren met een algehele plaag. De goeden zullen altijd in zoverre van iedere plaag verschoond blijven als ze zelf waarachtig goed zijn; maar voorzover ze op een of andere manier meedoen met de wereld, zullen ze ook deel hebben aan de bezoekingen van de wereld.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Wij begaven ons naar de top van de heuvel, maar waren niet lang alleen, want de zeven Opper-Egyptenaren kwamen ons al gauw achterna en de eerste Opper-Egyptenaar zei: 'Heer, vergeef ons dat we U onmiddellijk gevolgd zijn; op deze aarde zullen we U wel nooit meer in levenden lijve kunnen volgen en deze aarde zal ook nooit meer het eindeloos zeldzame geluk ten deel vallen, dat haar Schepper haar ooit nog met Zijn lichamelijke voeten zal betreden! Maar wij hebben het onbeschrijflijke geluk om oog en oorgetuigen te zijn van dit wonder, dat het grootste van Uw eindeloze eeuwige wonderdaden is. En daarom zou het wel een grove zonde zijn, U ook maar een enkel ogenblik uit het oog te verliezen en niet ieder woord uit Uw mond te vernemen.'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Degenen die nog zullen ontwaken in een heldere sterrennacht zijn er nog altijd goed aan toe! Maar niet zo goed vergaat het degenen die zullen ontwaken tijdens een in dichte wolken gehulde avond; want ze zullen een lange, duistere en zeer troosteloze nacht wakend door moeten brengen. Ook al zullen ze willen slapen tijdens de duistere nacht, er zal geen slaap over hen komen. Dat zal een slechte tijd zijn op deze aarde! Maar wie ook tijdens de meest duistere nacht tot aan het einde van zijn aardse dagen blijft waken, zal zalig worden!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zei tegen hem: 'Maar Simon Juda, hoe lang zal Ik je in je domheid nog moeten verdragen?! Sprak Ik dan over de natuurlijke slaap van het lichaam? Kijk eens naar deze zeven heidenen! Hoe vaak zullen zij jou, aartsjood, nog beschamen? Zij hebben Mij heel goed begrepen, - waarom jij dan niet, terwijl je toch al zo lang bij Mij bent?'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar kijk nu allen goed naar deze zonsopgang, die vandaag heel bijzonder zal zijn voor dit gebied op aarde! Laat ieder zich afvragen of hij hem ook in geestelijke zin heeft begrepen! Want alles wat er op deze natuurlijke wereld gebeurt, kan niet anders gebeuren dan door hetgeen uit Gods hemelen naar binnen stroomt. En wat er door de hemelen van alle engelen de natuurlijke werelden binnenstroomt, gaat oorspronkelijk van Mij uit. Let daarom nu goed op; want ook de natuur moet in jullie bijzijn van Mij getuigen!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen Ik deze woorden had gesproken, rees de zon boven de horizon en toen hij ongeveer een halve graad boven de horizon stond kwam er een tweede zon op boven de horizon, maar één graad noordelijker, volkomen gelijkend op de eerste en ware zon. Dit was namelijk een geheel ontwikkelde nevenzon, -wat echt tot de zelden voorkomende verschijnselen behoort.
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Ik zei: 'Wat je zei was goed, ofschoon je het zelf niet hebt begrepen. Maar als jullie deze verschijnselen al niet begrijpen, - wat zullen jullie dan wel zeggen als daarginds, verder zuidwaarts, nog een derde zon te voorschijn zal komen? Kijk maar, in aanleg is zij al in de in de vorm van damp in de lucht aanwezig en zo dadelijk zal daar ook een derde zon, die precies hetzelfde lijkt als deze twee zonnen, per verrassing te voorschijn komen! -Kijkt, zij straalt reeds!'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488  ...