17481 resultaten - Pagina 476 van 1166
... 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 ...
[9] Leg daarom al jullie oude dwaasheden en loze bedriegerijen af en maak je daar vrij van; reinig jullie zielen, dan zal Ik daarna ook tegen jullie kunnen zeggen: 'Nu zijn jullie ook in Mijn ogen rein! ' Ik zal jullie dan sterken door Mijn geest, en die zal jullie dan opwekken tot een hogere daadkracht en jullie tot ware, volmaakte mensen maken.Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Nu jullie dat weten en het uit Mijn mond hebben gehoord, handel er dan ook naar, want anders hebben Mijn meest waarachtige en levende woorden net zo weinig nut als jullie loze, onwaarachtige en dode woorden ooit voor de mensen hebben gehad.
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Mijn woorden zijn weliswaar de kracht en het leven uit God Zelf, maar ze worden pas tot een bestanddeel van jullie leven doordat jullie ernaar handelen. Wees daarom altijd echte daders en niet louter hoorders van het woord dat Ik tot jullie gesproken heb, dan zullen ook in de hemel al jullie vele zonden je vergeven worden en Ik zal jullie dan altijd kunnen helpen! -Hebben jullie dat goed begrepen?' .
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] En mocht Uw leer ooit onder de mensen door allerlei valse leraren en profeten verontreinigd worden, binnen onze vrije muren en in ons hart zal die toch naar betekenis, begrip, geest en volledige daad net zo zuiver blijven als ze goddelijk zuiver vanuit Uw heilige mond ons hart en onze ziel is binnengedrongen. 0 Heer en Meester, spreek Uw almachtig 'amen' daarover uit, dan zullen wij Essenen als toekomstige vrije metselaars en bouwers* (* 'En bouwers' is achteraf door Lorber zelf toegevoegd.) van Uw goddelijke burcht onder de mensen op aarde ook de meest getrouwe bewaarders ervan blijven! ,
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ik zei: 'Ja, daarover spreek Ik het grote 'amen' uit de mond van de Vader , die Zichzelf in Mijn persoon vanuit de hemelen naar jullie toe heeft gezonden, en morgen zullen jullie al het gevolg bespeuren van het grote 'amen' dat' Ik nu uitgesproken heb! Maar laten wij nu het werk van vandaag als beëindigd beschouwen. Wie echter nog iets te vragen heeft, kan vragen, en Ik zal hem antwoord geven.'
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wij zijn, zoals de joden ons noemen, heidenen van geboorte en hebben nooit iets gehoord over een enig ware God, behalve van een of andere jood in zeer onbegrijpelijke taal; wij hebben ons dan ook voortdurend gehouden aan de leer die wij van onze voorvaderen overgeleverd hebben gekregen en leven naar de zeden en gewoonten waarin wij vanaf onze geboorte opgevoed zijn; en daarvoor kan een of andere enig ware God ons niet ter verantwoording roepen.
Hoofdstuk 195: Het verlangen van de Arabier - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Dat hebben wij allemaal reeds van kind af aan geleerd en daarna ook met ons verstand ingezien dat het zo is, en daarom hebben wij ook volgens die leer geleefd; en wij kunnen er niets aan doen wanneer het zo niet goed was.
Hoofdstuk 195: Het verlangen van de Arabier - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Nu zie jij dat weliswaar nog niet in; maar wanneer jij zelf in de geest gewekt zult zijn, zul je ook de reden van dat alles inzien en goed begrijpen. Maar omdat.het nu al middernacht is geworden en Ik en Mijn leerlingen een lange reis gemaakt hebben, willen wij onze ledematen de noodzakelijke nachtrust gunnen; en daarmee is het werk voor vandaag beëindigd!'
Hoofdstuk 196: Gods openbaringen bij de volkeren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Toen de waard dat van Mij hoorde en Ik van tafel opstond, bracht hij Mij samen met Mijn oude leerlingen naar een slaapvertrek, waar wij ons direct te ruste begaven .
Hoofdstuk 196: Gods openbaringen bij de volkeren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] De andere leerlingen, de Essenen en de vreemdelingen bleven echter nog een paar uur bij elkaar en er werd nog veel gesproken over Mijn daden en lessen. En de Arabieren werden geloviger en begonnen in te zien wie Ik was. Maar na een poosje overviel de slaap hen allen en ze hielden hun nachtrust aan tafel.
Hoofdstuk 196: Gods openbaringen bij de volkeren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Petrus zei: 'Heer, wij hechten belang aan de leer van Mozes, maar niet aan zijn dag; het is immers toch niet bewezen of het wel de dag van de grote profeet is!'
Hoofdstuk 197: Over het houden van feestdagen Vragen en bedenkingen van de leerlingen met betrekking tot de Essenen. (12.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Toen de Arabier samen met verscheidene hier aanwezige stamgenoten dat uit Mijn mond gehoord had stond hij aanvankelijk versteld, maar hij vermande zich al gauw en zei: 'Ja, wijze en machtige heer en meester, u hebt heel duidelijk gesproken en ik zie de waarheid van uw woorden in; maar die waarheid is in ons aardse leven niet zo gemakkelijk na te volgen als men zich op het eerste gezicht voorstelt. God boven alles liefhebben en ook werkelijk in Hem geloven en daarom ook zijn naaste meer liefhebben dan zichzelf, dat zou heel gemakkelijk zijn en tegelijkertijd iets zeer zaligmakends, als aan dat alles niet de juiste en ware kennis van God vooraf moest gaan! Maar hoe kan men één enig ware God kennen en zich een voorstelling maken van hoe Hij is en waar Hij is?
Hoofdstuk 195: Het verlangen van de Arabier - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Dat zou bij ons op de eenzame, lange weggedeelten heel goed het geval geweest kunnen zijn, zoals dat ook het geval was toen wij het uitgestrekte gebied aan de Eufraat en het bovenste deel van Syrië doorgetrokken zijn; want met de gewone manier van lopen zouden wij voor die reis veel meer tijd nodig gehad hebben. Wanneer jullie later in Mijn naam zullen reizen, zullen jullie je ook met grotere snelheid kunnen voortbewegen over verlaten, uitgestrekte gebieden op aarde, waar geen dorpen zijn en geen mensen wonen.
Hoofdstuk 197: Over het houden van feestdagen Vragen en bedenkingen van de leerlingen met betrekking tot de Essenen. (12.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Hierop vroeg Andreas: 'Heer, wanneer ik de mensen die hier al sinds enkele dagen verblijven omdat ze hulp zoeken op zou kunnen tellen bij al deze nieuw toestromende mensen, dan zouden het er wel enkele duizenden kunnen zijn! Als U daar overeenkomstig Uw liefde en erbarming iedereen zult helpen die hulp bij U zoekt, zullen wij hier vele dagen druk bezig zijn; want volgens mijn ervaring stromen er bijna elke dag zoveel mensen hier naartoe om hulp te zoeken. Wat dat betreft zullen de Essenen ook moeilijk te helpen zijn; want ze hebben een wereldwijde bekendheid gekregen, die nu maar moeilijk in één keer uit te roeien zal zijn.
Hoofdstuk 197: Over het houden van feestdagen Vragen en bedenkingen van de leerlingen met betrekking tot de Essenen. (12.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zei: 'Jij denkt en spreekt nu nog als een gewoon mens! Heb je dan niet gehoord wat Ik de overste van de Essenen gisteren beloofd heb? Toen Ik jullie voor Mij uit de wereld in zond, heb Ik jullie allemaal toch ook de macht gegeven om zieken te gen~zen, boze geesten uit te drijven en de armen het evangelie te verkondigen -en jullie hebben je van de waarheid van die macht die je van Mij ontvangen hebt herhaalde malen daadwerkelijk kunnen overtuigen, omdat jullie door in Mijn naam jullie handen op te leggen alle ziekten hebben kunnen genezen, behalve die maanzieke jongeman, vanwege gebrek aan het juiste geloof.
Hoofdstuk 197: Over het houden van feestdagen Vragen en bedenkingen van de leerlingen met betrekking tot de Essenen. (12.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)