Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 476 van 1490

...  464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489  ...
[10] Ik zei: 'Niemand meer dan Ik; want een mens kan de diepere, bovennatuurlijke waarheden immers nooit volledig begrijpen en geheel doorgronden, als hij de bodem niet kent waarop hijzelf als een natuurlijk mens staat en gaat. En precies daarom heb Ikzelf jullie al zoveel uitgelegd op het gebied van de bijzondere verschijnselen in deze natuurlijke wereld hier. Ik heb jullie concreet de vorm van de aarde laten zien en hoe daar dag en nacht ontstaan, Ik heb jullie de oorzaak laten zien van zons en maanverduisteringen en van vallende sterren, en Ik heb jullie de maan en de zon laten zien en alle planeten en de hele eindeloze sterrenhemel.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De Opper-Egyptenaar zei: 'Kijk, vriend, in de hoogste luchtlaag, die zich op een hoogte van gemiddeld ongeveer tienmaal de Libanon boven de aardbodem uitstrekt, vormt zich op bepaalde tijden en in bepaalde jaren een fijne damp. En omdat deze damp een hogere graad van stabiliteit heeft, komt de grote luchtzee boven de aarde volledig tot rust -hoewel niet overal -, zoals men dat op bepaalde tijden ook wel op de grote wereldzee kan waarnemen, waar dan ook een bepaald deel van het zeeoppervlak een geheel rustige spiegel vormt, terwijl zich eromheen vaak golven vertonen. Als er dan op het grote luchtzeeoppervlak soms ook zo'n gedeeltelijke rust heerst, wordt het beeld van de zon daarop even zuiver teruggekaatst als op een zeer rustige zeespiegel en daardoor zien wij dan, ontstaan door geheel natuurlijke oorzaken, een nevenzon. Als er nu op meerdere plaatsen van het luchtzeeoppervlak een als hierboven beschreven volledige rust heerst, dan zullen er ook evenzoveel nevenzonnen te zien zijn als er zich rustplaatsen op het oppervlak van de luchtzee gevormd hebben; vooropgesteld dat deze zich in een zodanige positie bevinden, dat het door hen opgevangen beeld in een rechte lijn op een corresponderend gebied valt waar eenzelfde rust heerst. Wanneer de positie van deze rustige plaats verandert, verdwijnt voor dit gebied de nevenzon helemaal of is er nog slechts één bijzonder schijnsel te zien. En als de rust op zo'n plaats verandert in een golvende beweging, dan is het met de nevenzon ook helemaal gedaan.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Maar reeds in de tijd der koningen is deze belangrijke tak van kennisoverdracht steeds meer verwaarloosd, enerzijds door een deel van de priesters die steeds hebzuchtiger waren geworden en duisterder in de kennis van het ware, en anderzijds ook door de koningen zelf. En toen het rijk reeds onder de eerste nakomelingen van Salomo verdeeld werd, ging deze tak van kennis spoedig dermate verloren dat jullie nu amper meer weten dat er bij de joden, vanaf Mozes tot in de tijd van Samuel, ooit een dergelijke wetenschap intensief beoefend is.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar wat zou een mens er aan hebben als hij alle dingen en verschijnselen in de natuurlijke wereld van het grootste tot het kleinste geheel nauwkeurig zou kennen en in staat zou zijn deze scherp te beoordelen, maar daarbij nog zover af zou staan van de wedergeboorte van zijn geest in de ziel als deze aarde van de hemel? Zouden die vele wetenschappen hem wel het eeuwige leven kunnen verschaffen?! Vorm daar een oordeel over en zeg Mij dan wat jij daarvan denkt!'
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Lazarus zei: 'O Heer en Meester, dan zou het beter zijn als de mens nooit op deze wereld zou zijn geboren! Want een zelfbewust levend wezen, dat kan denken, redeneren en zoveel kan begrijpen en tot stand kan brengen en dat vaak zo'n groot welgevallen heeft aan Uw werken die hem gelukkig maken, zou zonder een bepaald uitzicht te hebben op een eeuwig en volmaakt voortbestaan volgens mij vele duizenden malen ellendiger zijn, dan de miserabelste naakte worm in de allervuilste en stinkendste poel van de hele aarde.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Uit dit alles blijkt toch wel duidelijk dat het streven van de mens naar de wedergeboorte van zijn geest in zijn ziel -als hij eenmaal de wegen daartoe kent -de allereerste en allerhoogste behoefte is. Want zonder deze wedergeboorte houdt hij, ondanks zijn nog zo heldere wetenschap, volledig op een mens te zijn. Hij is dan niets meer dan een verstandig, veel wetend en daarom des te miserabeler dier in de gedaante van een mens. Heer en Meester, heb ik daar gelijk in of niet?'
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Lazarus zegt: 'Heer, daar kun je inderdaad weinig op zeggen, ik in ieder geval niets! Want als mensen eenmaal te diep in de dood van de materie zitten, zijn ze nauwelijks meer volledig tot het ware geloof en nog minder tot het leven in de geest te bekeren. Daarom zou het mij liever zijn, als U ons nu de geestelijke betekenis van deze drie nog steeds zichtbare zonnen een beetje zou willen uitleggen!'
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Dat ga Ik nu ook doen; maar Ik moest je eerst nog laten zien, dat mensen zonder het geringste vooruitzicht op een eeuwig leven ook heel tevreden zijn met het slechts tijdelijke leven. En zulke mensen die een bepaald vooruitzicht hebben op een eeuwig leven, waarvan jij er nu met Mijn leerlingen ook een bent, zijn er in deze tijd nog maai heel weinig en er zullen er ook nooit heel erg veel op deze aarde zijn. Maar dat dit het geval is en helaas ook in de latere toekomst zo zal zijn, wordt nu juist door dit verschijnsel van de drie zonnen aangetoond.
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Wanneer deze gelukkige tijd zal komen, zullen wolven, beren, lammeren en hazen vreedzaam met elkaar uit een bron drinken. -Hebben jullie dit allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Nikodemus zegt: 'Begrepen hebben we het wel zo ongeveer; maar bepaald aangenaam klonk deze voorspelling niet en men zou hier toch wel willen vragen: Heer, moet dat allemaal zo gaan totdat eindelijk Uw waarheidslicht eens geheel vrij en ongehinderd over de hele aarde zal mogen schijnen? Wij hebben nu Uw zuiverste woord en licht ontvangen en zullen het ook zo verder verspreiden; de zalige gevolgen daarvan zullen de mensen dan toch wel laten zien dat het door ons gepredikte woord het enig ware en echte is. En ik zie niet in wie het nog zou kunnen wagen om daar met een valse leer tegen op te treden.'
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De eerste nevenzon, die meer naar het noorden bijna tegelijk opkwam met de echte zon -die in deze gelijkenis Mijzelf voorstelt - stelt de tegenprofeet voor of de tegengezalfde, die zal opstaan en zeggen: 'Zie, ik ben de waarachtig Gezalfde Gods! Luister naar mij als jullie zalig willen worden! ' Maar Ik zeg jullie dat niemand van jullie zich moet laten verleiden! Want dit zal een zendeling van de hel zijn en hij zal door zijn bedrieglijke kunsten allerlei wonderlijke tekenen doen en zal een zeer vroom gezicht opzetten en bidden en offeren; maar zijn hart zal vol bittere haat zijn tegen alle waarheid, die hij te vuur en te zwaard zal vervolgen en allen die zich niet aan zijn leer houden zal hij vervloeken. Deze zal ook de drie goden uitvinden en ze laten aanbidden. Ik zal daar als Verlosser der wereld ook wel toe gerekend worden, maar verdeeld in drie personen. Men zal met de mond nog wel één God belijden maar toch drie personen aanbidden, waarvan ieder op zichzelf ook een volkomen god zal zijn en apart aanbeden zal moeten worden.
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Goed spreken is gemakkelijker dan goed handelen, en in het handelen ligt het zaad van het onkruid, dat ook onverhoeds tezamen met het zaad van de zuivere tarwe in de aarde van het hart van de mens wordt gezaaid. Dit zal wortel schieten en dan geweldig voortwoekeren onder de zuivere tarwe en deze vaak verstikken en te gronde richten. Daarom moeten ook jullie niet enkel toehoorders van Mijn woord zijn, maar ook naar dat woord handelen! Maar ook jullie zullen in je handelen terughoudend zijn, vanwege de grote en machtige wereld; ja, jullie zullen Mij in het verborgene, bij jezelf wel belijden, maar uit vrees voor de wereld zullen jullie nauwelijks in Mijn naam durven spreken en nog minder in Mijn naam durven te handelen. Want de wereld zou dat kunnen merken en jullie ter verantwoording kunnen roepen als zij merkt dat ook jullie je naar Mij hebben gericht, omdat dat blijkt uit jullie handelen. En zie, dan komt het werkelijk niet op de vraag aan waarom alles wat Ik jullie nu voorspeld heb, zal moeten gebeuren, totdat in de laatste tijden de waarheid pas volledig vrij wordt en de volkeren gezegend worden; maar van jullie alleen zal het afhangen of jullie de wereld meer zullen vrezen dan Mij of juist minder .
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Na deze woorden vermande het drietal zich en ging met ons naar huis, at en dronk met ons en was heel opgewekt.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Tegen deze opmerking van Mij durfde niemand meer iets in te brengen; want iedereen dacht bij zichzelf: 'Hij heeft macht over hemel en hel en hoeft niet op te zien tegen die woestelingen van de tempel of er zelfs bang voor te zijn!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Toen zei Simon Juda, Petrus genaamd: 'Heer, wilt U dat ook deze drie met ons meegaan?'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489  ...