Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 476 van 1112

...  464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489  ...
[8] Of denk je soms dat de Meester, die de zichtbare hemel, deze aarde met alles wat zich daarop bevindt en de mens vanuit Zichzelf volgens Zijn eeuwige liefde en wijsheid heeft geschapen, zelfs het meest onaanzienlijke mosplantje soms alleen maar heeft laten ontstaan opdat Hij, de Eeuwige, gedurende een paar ogenblikken aan zo'n schepseltje genoegen zou beleven, het dan weer zou vernietigen en laten vergaan, maar onmiddellijk op een ander plekje voor Zijn plezier eenzelfde spelletje zou beginnen? O vriend, wat zou zo'n denkbeeld kleingeestig zijn!
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Hierop liep de arts heel dicht naar Rafaël toe en voelde aan zijn handen. Toen hij daarmee klaar was, zei hij: 'Ja, prachtige en stellig ook zalige vriend, je uiterlijk is werkelijk onmiskenbaar van geestelijke aard; want de onbeschrijfelijke zachtheid en blankheid van de huid van je lichaam en het etherische van je geplooide gewaad verkondigen luid, dat zoiets nog nooit bij een mens is aangetroffen en gezien. Maar het stevige, krachtige van je armen die ik nu heb gevoeld heeft niets van geestelijke aard in zich en toont dat jij je, afgezien van je geestelijke macht en kracht, ook vanwege je natuurlijke spierkracht en stevigheid met menige worstelaar zou kunnen meten -en toch ben je een volkomen zuivere geest! Hoe moet ik dat begrijpen?'
Hoofdstuk 175: De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Zelfs nu de Heer beschikt heeft dat de herinnering aan de voorgaande toestanden van de ziel totaal versluierd is, vervallen de mensen nog veel te gemakkelijk en veelvuldig in de dierlijke begeerten en hartstochten die aan de ziel kleven, hoe verborgen ook, en geven zich over aan hun lusten, worden afvallig van God en gedragen zich als de dieren; hoeveel te meer zouden ze zo worden, als de Heer dergelijke herinneringen niet buitengewoon wijs zoveel mogelijk versluierd zou hebben!
Hoofdstuk 178: De noodzaak voor het versluieren van de herinnering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Uit wat ik je nu overeenkomstig de volle en voor de hand liggende waarheid heb aangetoond zul je wel begrijpen dat het voor een mens, zolang hij op deze aarde nog bezig is één te worden met de goddelijke geest volgens de hem geopenbaarde wil van God en ook vanuit de volle vrijheid van zijn eigen wil en inzicht, zeer schadelijk zou zijn als hij zich alle voorgaande toestanden, waarin zijn ziel zich heeft bevonden, volkomen duidelijk zou kunnen herinneren.
Hoofdstuk 178: De noodzaak voor het versluieren van de herinnering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De bouwmeester zal tegen je zeggen: 'Vriend, jij oordeelt over mijn bouwkunst, die mij heel duidelijk bewust is en waarin ik deskundig ben, als een blinde over kleur! Kijk, die steen die jou zo ergert moet juist op die plek ingemetseld zijn voor het geheel en de duurzaamheid van het gebouw, evenals jouw ogen zich doelmatig op die plaats in je hoofd bevinden, die voor hen het meest geschikt is. En zo zit het ook met de uitspringende balk. Word jij eerst zelf van de grond af aan deskundig in de bouw, dan zul je in staat zijn een juist en waar oordeel te vellen over een gebouwen over de afzonderlijke bestanddelen ervan, van het eerste tot het laatste en van het kleinste tot het grootste!'
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als volgens deze oude manier van smeden de lange ketting van de eerste tot de laatste schakel klaar is, zul je dan ook nog vragen waarom de meestersmid, die heel ervaren is in zijn ambacht, voor het maken van een lange ketting aanvankelijk alleen maar afzonderlijke, onsamenhangende ringvormige schakels had gemaakt? Of zul je dan niet veeleer bij jezelf denken: 'De meestersmid had helemaal gelijk om zo te werken; want daardoor heeft hij zich overtuigd van de stevigheid van iedere afzonderlijke schakel. Als nu iedere schakel op zichzelf stevig is, zal na het verbinden ervan de hele ketting ook stevig en duurzaam zijn!'
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als God echter niet wijs zou zijn, zou Hij ook niet zo machtig zijn om iets vanuit Zichzelf tot een als het ware buiten Hem bestaand en vorm hebbend leven te roepen. Een allerhoogste macht en kracht is echter niet denkbaar zonder een hoogste, zuiverste, aller onbaatzuchtigste liefde en, uitgaande van haar eeuwig levende vuur, een allerhoogst en uiterst levend wijsheidslicht. En van dat licht kan geen enkel ook maar enigszins gelouterd menselijk verstand ooit verwachten, dat ze *(* D. w.z. de liefde en wijsheid van God.) allerlei zwakke en onbeholpen wezens in een dikwijls uiterst kort leven roept om zich daardoor een kortstondig genoegen te verschaffen, zoals kinderen met hun speelgoed; want in dat als zodanig totaalonmogelijke geval zou God in Zijn liefde en wijsheid net zo machteloos zijn als een mens en zou Hij door de macht van Zijn wil geen enkel wezen tot een werkelijk bestaan kunnen roepen.
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Onze Romeinse rechter, die ook met grote aandacht naar alle wijze woorden van Rafaël had geluisterd en die Ik in het verborgene ook innerlijk wekte, zodat hij de betekenis van wat er gezegd werd kon vatten, zei tegen Mij: 'O Heer en Meester, wat is deze prachtige hemelse geest toch buitengewoon wijs! Ja, als een mens op deze aarde ooit de kunst had verstaan om de innerlijke, verborgen dingen van het zielenleven zo helder en begrijpelijk uiteen te zetten, zou er beslist nooit een duister afgodendom onder de mensen zijn opgekomen; want na zo'n onderricht en wonderbaarlijke ervaring meegemaakt te hebben zou toch zelfs de meest eenvoudige mens zijn gaan nadenken en onmiddellijk begonnen zijn om vanuit het licht van zijn geloof volgens zo'n leer aan zichzelf te werken en zich ernaar te richten, en met Uw hulp zou hij op die manier gemakkelijk en snel tot die innerlijke levensvoleinding zijn gekomen, omwille waarvan Uw liefde, wijsheid en macht hem hebben geschapen.
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Kan hij zich beklagen over het onbegrijpelijke van Mijn leer, of die nu uit Mijn hoogst eigen mond of uit de mond van een van Mijn engelen komt? 0, absoluut niet! Hij begrijpt alles; maar wanneer is zijn wil, die op aardse winst uit is, bereid en gereed voor de puur geestelijke daad?
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar zoals het met die leerling wat zijn vrije wil betreft, gesteld is, zo is het met vele duizenden mensen gesteld. Hoeveel mensen heb Ikzelf onderwezen op het open veld, in de straten, in de steden, dorpjes, huizen, op het meer, op de bergen, in de tempel en in de woestijnen, en heb daarbij, om de ogen van die blinden te openen, steeds grote, ongehoorde tekenen gedaan; ga maar eens kijken hoe weinigen zich werkelijk bekeerd hebben van al diegenen die Mij hebben gehoord en gezien!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Bovendien is ook traagheid de mens erg eigen. Hij heeft wel vaak het ene goede voornemen na het andere; maar als hij het helemaal, metterdaad tot uitvoering zou moeten brengen, dan begint zijn trage en genotzuchtige vlees zich daartegen te verzetten en trekt ook de ziel omlaag naar wat voor hem in zijn traagheid en zinnelijkheid het belangrijkste is. Wat heeft de ziel dan voor baat bij helderheid in de dingen van de geest, als ze zichzelf niet wil verloochenen en in volle ernst de wegen wil opgaan waarlangs ze de volledige eenwording met Mijn geest in haar zou kunnen bereiken?!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als de ziel dan slechts een klein beetje moeite wil doen om zich metterdaad tot het geestelijke te verheffen, krijgt het geestelijke ook direct een geweldig overwicht en verheft de ziel zich met groot gemak boven het gewicht van de traagheid van de materie van haar vlees en dringt ze door tot het leven van de geest in haar.
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Omdat zo'n ziel aanvankelijk tegen beter weten in handelt, zakt ze langzamerhand steeds verder in de materie weg en wordt ook de oorspronkelijke, puur geestelijke verlichting steeds matter. De ziel raakt in allerlei twijfels en vindt het in haar materiële traagheid helemaal niet meer zo de moeite waard om zich op te richten. en tenminste voor de korte tijd van een paar dagen of weken een ernstige, zichzelf verloochenende poging te doen om zich ervan te overtuigen. of er toch iets waar is van de vanuit de hemelen geopenbaarde leer ter verkrijging van het innerlijke, ware leven.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ja, vriend, als zo'n ziel, tegen beter weten in eenmaal traag is geworden en mensen om zich heen ziet, die zichzelf door van meet af aan hun best te doen tot de innerlijke levensvoleinding hebben gebracht, dan heeft dat toch geen sterke lilvloed op haar en brengt dat geen eigen werkzaamheid in haar teweeg. Als ze goed geluimd is laat ze zich wel door die gewekte medemensen de wonderen van het geestelijke in de mens vertellen, en af en toe wordt in haar. ook de wens wakker om zelf te zijn wat die volmaakte mensen zijn maar direct daarna werken de reeds genoten en nog te genieten bekoringen van deze wereld zo krachtig op haar in, dat ze die niet kan weerstaan en daarbij denkt: 'Nou ja, ik doe toch niet iets slechts, als ik niet onmiddellijk volledig omkeer! Eerst wil ik in deze wereld nog het een en ander zien en proberen, en dan zal Ik toch nog wel tijd genoeg overhouden om in de voetstappen van die volmaakten te treden.'
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Kijk, dat is een beeld dat staat voor de waanwijsheid en de nieuwsgierigheid en wereldse genotzucht van de mens, waardoor hij aan de harde materie geketend wordt. Ook al komt er van tijd tot tijd een adelaar uit de hemelen naar hem toe die hem krachtig waarschuwt dat hij zich van de materie los moet maken, dan levert dat weinig op; want nauwelijks is de adelaar een poosje weg, of daar is in de ziel van zo'n mens de lever, die het symbool van zijn wereldse lusten is, alweer helemaal aangegroeid, en de hemelse adelaar kan weer opnieuw beginnen die te gaan eten. -Begrijp je dit goede beeld?
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489  ...