17481 resultaten - Pagina 479 van 1166
... 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 ...
[3] Wie in het vervolg toch nog dode kinderen of andere gestorvenen hierheen zal brengen, zal niet alleen vergeefse moeite doen, maar zal bovendien allerlei ander ongemak te verduren krijgen. Maar als er allerlei zieken in het ware geloof in Mijn naam ter genezing hierheen gebracht worden, zullen die hun genezing ook vinden. -Daarmee weten jullie nu wat jullie moeten doen en in acht moeten nemen!Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik zei: 'Mij en ook de Essenen hoeven jullie geen ander offer te brengen dan dat jullie voortaan alleen in de ene ware God geloven en Hem uit alle macht liefhebben en jullie arme naasten als jezelf, en dat jullie je hart beschermen tegen zelfzucht, tegen gierigheid en afgunst, tegen liefde voor de wereld en tegen hoogmoed; want alles wat in de ogen, oren en harten van de wereld groots en glanzend is, is -luister goed! -in Mijn ogen een gruwel!
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Neem aan Mij een voorbeeld! Ik alleen ben de Heer en Meester, en hemel en aarde liggen in Mijn macht en heerschappij , en toch ben Ik van ganser harte zachtmoedig, vol deemoed, geduld, liefde en erbarming, en laat Mij door niemand eren zoals de Farizeeën, de priesters van de heidenen en andere ingebeelde groten der wereld dat verlangen. ...
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Breng Mij dus deze offers, dan zullen jullie je voortdurend in Mijn liefde en genade kunnen verheugen! En wat jullie in liefde voor de armen in mijn naam zullen doen, zal door Mij steeds beschouwd worden alsof jullie dat voor Mijzelf gedaan hebben, en daardoor zullen jullie voor jezelf voor eeuwig grote schatten in Mijn hemelen verzamelen. Dat zijn de offers die Ik van jullie verlang.'
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar de bode zei: 'Ik ben geen heer, maar slechts een knecht, en ik moet mijn heer gehoorzamen; hij heeft mij ten strengste opgedragen om zonder dat hij het wil aan niemand, zelfs niet aan een keizer, te vertellen waar de heer zich ophoudt of wat hij eventueel doet; ik kan en mag dus ook tegen jullie niet zeggen waar de hoge overste zich nu bevindt. Ga maar naar de herberg en wacht daar jullie beurt af! Want hier bij ons is ieder mens gelijk en een vorst heeft niet de minste voorrang boven een bedelaar!
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Nu pas stond Roclus op, die tijdens Mijn openlijke beschrijving van de redenen, waarom de twee tempeldienaren met hun zieken naar Essea gekomen waren, van verontwaardiging bijna had willen opspringen en vol woede die twee direct gevangen had willen nemen, en zei, door en door opgewonden: 'O Heer en Meester! Al had ik maar een heel klein beetje van Uw macht in mij, dan zouden die twee er werkelijk niet zo gemakkelijk vanaf komen! Hoe is het mogelijk dat U, Almachtige en zeer Rechtvaardige, die straatschenderij van de ergste duivels in mensengedaante met alle geduld zolang kunt aanzien en hun echt satanische plannen nog vaak genoeg daadwerkelijk kunt laten lukken?
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Maar U, o Heer en Meester, bent uiterst wijs en weet het beste waarom U zoiets toelaat! Maar als die twee komen, vul mijn hart, o Heer, dan met geduld, zodat Ik in staat zal zijn om te verdragen wat zij tegenover mij naar voren zullen brengen!'
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Ik zei: 'Maak je daar maar geen zorgen om; want tenslotte zul je heel goed met hen kunnen praten en hen mogelijkerwijs voor de waarheid en de goede z,aak van het leven winnen! Zie, hier onder Mijn leerlingen bevinden zich ook verscheidene bekeerde Fanzeeën, die nu reeds in de volle waarheid van het innerlijke leven staan, en het is nog niet zo lang geleden dat zij Mij lichamelijk naar het leven stonden, omdat Mijn woorden tegen hen getuigden.
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] De maat van de tempelgruwelen zal echter weldra vol worden en voordat er nog zes keer tien jaar zullen verlopen, zal men nauwelijks meer de plaats kunnen vinden waar Jeruzalem en de tempel gestaan hebben. Mijn geduld en lankmoedigheid zijn weliswaar groot en bijna onbegrensd, maar op de hemellichamen toch niet oneindig! Mijn wil, die te boosaardig geworden werelden vernietigd heeft, kan ook steden en volkeren vernietigen, als de maat van hun gruwelen vol is geworden. -Maar laten we daar verder niet meer over spreken, Jij en je broeders kunnen nu wel naar buiten naar de binnenplaats gaan; want die twee zullen niet lang op zich laten wachten!'
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen zij het voorportaal binnenkwamen, liep de overste hun direct tegemoet, groette hen volgens de gewoonte van de tempel en zei: 'Jullie zoeken de overste van de Essenen? Die staat in mijn geringe en onaanzienlijke persoon voor jullie! Wat willen jullie van mij? Maar ik zeg jullie van tevoren dat jullie je verzoek openlijk en zonder enig voorbehoud aan mij moeten voorleggen, anders zouden jullie vergeefs naar mij toe gekomen zijn!'
Hoofdstuk 208: Roclus en de twee tempeldienaren (27. 7.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Eén van de Farizeeën zei: 'Dat willen en moeten wij ook; maar wij zouden vanwege het enigszins geheime karakter van de zaak zonder getuigen met je willen praten en wel in een kamer!
Hoofdstuk 208: Roclus en de twee tempeldienaren (27. 7.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] jullie zeiden dat ik jullie en de tempel gelasterd en mijzelf strafbaar gemaakt heb. Maar hoe staat het nu eigenlijk met jullie? Maar wat ik, die van God het vermogen heb ontvangen om ieder mens helemaal te doorzien en diens hart en nieren te beproeven, hier gezegd heb, kan ik jullie met duizend getuigen tegenover God en alle gewone wereldse rechtbanken bewijzen. En als ik dat doe, hoe zal het er dan met jullie voor staan? jullie dachten mij met jullie hogepriesterlijke dreigementen tot een gruweldaad te dwingen; maar nu staan de zaken omgekeerd, en ik heb jullie nu in mijn macht! Wat zullen jullie nu doen?'
Hoofdstuk 209: Roclus onthult de bedoelingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De zieken zullen hier genezen worden en jullie zullen met jullie schatten voor hun verdere levensonderhoud zorgen! Waar de genezenen echter een goed en veilig onderkomen zullen krijgen, dat zal mijn zorg zijn.
Hoofdstuk 209: Roclus onthult de bedoelingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Als jullie niet aan mijn wens, die voor God en alle mensen gerechtvaardigd is, zullen voldoen, zal ik jullie met de mij door God verleende macht weten te tuchtigen op een manier, waarvoor zelfs alle duivels zouden vluchten! -Hebben jullie mij begrepen?'
Hoofdstuk 209: Roclus onthult de bedoelingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Hierop wendde Roclus zich tot de zieken en zei: 'In de naam van jehova, Die nu in deze tijd in de persoon van Jezus van Nazareth tot ons mensen is gekomen, maar door de slechte en blinde Farizeeën gehaat en vervolgd wordt omdat Hij tegen hen getuigt, en Die mij ook de macht verleend heeft om alle zieken enkel door mijn geloof en wil te genezen, houd ik mijn handen boven jullie en zeg: wees volkomen genezen!'
Hoofdstuk 210: Roclus geneest de zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)