Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 479 van 1088

...  467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492  ...
[10] Welnu, in die merkwaardige verordening van Jehova, gegeven door Mozes en Aäron, kan ik de eigenlijke wijsheid van de Heer en de reden ervan niet ontdekken. Gebeurde het nu inderdaad zo, of is het alleen maar een allegorische, hiëroglyfeachtige weergave van een geheime, diep geestelijke waarheid, die pas in de mens onthuld wordt als zijn geest volledig in zijn ziel is gaan heersen?
Hoofdstuk 190: De arts vraagt naar het manna in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Rafaël zei: 'Ja, mijn vriend, het is inderdaad echt zo gebeurd, en wel om een uiterst wijze reden; want als God het volk dat in Egypte compleet was verzonken in de meest smerige wereldse zaken, voor een hoger licht wilde opvoeden, bleef Hem, nadat het volk de wetten des levens had ontvangen, mets anders over dan het gedurende veertig volle jaren in de kale en onvruchtbare woestijn in alle mogelijke nuchterheid te houden en het zo naar een hoger licht te voeren. Dat volk had zich in Egypte enerzijds door zijn sjacherende instelling en anderzijds door allerlei ontberingen aangewend om zich zodanig toe te leggen op vergaren, overmatig sparen en daardoor op hebzucht en vreselijke gierigheid,. dat het heel moeilijk was om dergelijke ondeugden en zonden. volledig bij het volk uit te roeien. Bedriegen, stelen, roven, ook moorden, liegen en allerlei hoererij en echtbreuk bedrijven, met name tegenover de heidense Egyptenaren, was het volk van God ondanks alle waarschuwingen en tuchtigingen tot een tweede natuur geworden.
Hoofdstuk 191: Raphaël's onderricht over de spijziging van Israël in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Dat het op vrijdag voor de sabbat verzamelde manna ook op de sabbat vers en goed bleef, dat wilde de Heer ook zo, om bij het volk, dat in Egypte de rustdag in de geest Gods volkomen vergeten was en daar niet meer aan dacht, maar elke dag aldoor verzamelde, werkte en kocht en verkocht, toch één dag in de week in stand te houden met de bedoeling dat het zich op die dag van alle onnodige arbeid zou onthouden en zich met God en Zijn leer en wil zou bezighouden. Want een volk zonder enig onderricht op het gebied van het geestelijke verkommert en verwildert maar al te gauw tot een niveau dat lager is dan het dierenrijk, en is dan nauwelijks meer in staat om zich door de macht van zijn eigen verstand en wil omhoog te richten naar een hoger licht.
Hoofdstuk 191: Raphaël's onderricht over de spijziging van Israël in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Aangezien de zon reeds onder de horizon begon weg te zakken, meende onze Marcus dat het in zekere zin tijd was dat we ons naar beneden naar huis begaven, omdat in de herfst de avonden vaak koeler werden.
Hoofdstuk 192: Het verschijnsel van de luchtspiegeling (24.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Op deze uitnodiging van Mij zeiden de leerlingen: 'Heer, soortgelijke verschijnselen zijn ons niet helemaal vreemd; maar wat ze in feite geheel naar waarheid zijn en hoe en waarom ze ontstaan, dat heeft nog geen sterfelijk mens doorgrond, evenals heel veel andere dingen.
Hoofdstuk 192: Het verschijnsel van de luchtspiegeling (24.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Op onze verre reizen hebben wij echter niet alleen dikwijls de gelegenheid gehad om zulke verschijnselen -zij het ook niet altijd in deze omvang waar te nemen, maar ook om daar met heel bekwame natuuronderzoekers en wereldwijze mensen over te spreken, en daar was er één bij die naar onze mening de spijker behoorlijk goed op de kop lijkt te hebben geslagen.
Hoofdstuk 192: Het verschijnsel van de luchtspiegeling (24.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Of de zienswijze van onze natuurkundige volkomen waar en juist is, dat kunnen wij niet geheel naar waarheid beoordelen; maar dat die voor het onderzoekende, meer heldere menselijke verstand nog de meest waarschijnlijke en begrijpelijke lijkt te zijn, daar zijn wij volledig van overtuigd, doordat na dergelijke verschijnselen de gevolgen steeds met zekerheid optreden.
Hoofdstuk 192: Het verschijnsel van de luchtspiegeling (24.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Als de ondergang van de zon, de maan en alle sterren alleen teweeg gebracht wordt doordat onze aarde, die een grote bol is, zich in ongeveer 24 uur en nog iets meer van het westen naar het oosten om haar as draait, dan moet de zon ook schijnbaar steeds lager onder onze zichtbare horizon komen te staan. Maar omdat de luchtspiegel zeker heel hoog boven de bergen aan onze westelijke horizon komt te staan zal hij de zon, die op die hoogte zeker nog een uur langer zichtbaar is, evengoed als spiegelbeeld op zijn oppervlak kunnen weergeven als alle andere, lager gelegen dingen. - Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik ben in deze wereld en - als Zelf een jood - naar jullie joden gekomen om jullie te redden uit iedere nood; maar tel de joden eens die in Mij geloven -hoe klein en gering is hun aantal vergeleken bij degenen die Mij haten en overal vervolgen! En tel dan eens de heidenen, die voortdurend van heinde en ver hierheen komen en Mijn leer met grote blijdschap aannemen, Mij snel en gemakkelijk herkennen als Degene die Ik ben en Mij onmiddellijk boven alles liefhebben!
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Maar tel nu eens hoeveel joden er zijn die zich niet door de mammon van deze wereld hebben laten verleiden en verlokken! In alle steden van Galilea, Judea, Palestina, Kanaän en Samaria en nog andere landstreken zullen jullie er nog geen honderd aantreffen die van oudsher de waarheid volgens Mozes en de profeten in hun hart en in hun daden hebben nagevolgd en bewaard. Alleen in deze tijd heeft door Mijn onderricht een groter aantal zich weer opnieuw naar de oude waarheid gekeerd, en wel voornamelijk uit de klasse der armen.
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Als dat nu voor jullie ogen en oren gebeurt, hoe kunnen jullie je dan heimelijk in je hart verbazen als Ik naar waarheid zeg dat de macht en het licht de joden ontnomen en aan de heidenen gegeven zullen worden, en dat er uiteindelijk zelfs onder de buitengewoon sterk verduisterde christen heidenen toch altijd velen zullen zijn, die bij de oorspronkelijke waarheid zullen blijven en zich niet zo door de wereld laten bekoren?'
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ze denken helemaal niet meer aan de lichte momenten die ze hebben gehad en drijven in al hun zwelgerij hun hele aardse leven maar zo verder; en als men hen waarschuwt dat ze zich op de weg van het verderf bevinden, dan raken ze vol ergernis en toorn en vervolgen ze Degene die vol nederigheid, liefde, zachtmoedigheid, geduld, deemoed en vol goedheid en erbarmen naar hen toe is gekomen.
Hoofdstuk 194: In hoeverre de Joden de openbaringen opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Zoals een moederkip haar kuikentjes lokt en ze onder haar vleugels tracht te verbergen en te beschermen tegen de vijanden, zo heb Ik altijd de kinderen van Abraham met Mijn vaderstem gelokt en wilde Ik hen verzamelen onder Mijn vleugels van licht, waarheid en eeuwig leven; en kijk, als Ik door de mond van de profeten sprak, zeiden zij: ' Aan de manier van spreken herkennen wij wel dat dat het woord en de stem van Jehova is; maar waarom komt Hijzelf niet naar ons toe, zoals Hij vroeger naar Abraham, Isaak en Jacob toe is gekomen, om met ons, Zijn kinderen te spreken?'
Hoofdstuk 194: In hoeverre de Joden de openbaringen opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Ook de heidenen stammen af van Noach, net als de Joden. Als ze nu weer naar U terugkeren is dat hun heil en geluk, en U verstoot hen niet - en wie zou dan kunnen zeggen dat het niet rechtvaardig zou zijn als U hen aanneemt in plaats van de kinderen van het licht, die U niet willen erkennen en aannemen als Degene die U voor ons geheel naar waarheid bent?!
Hoofdstuk 194: In hoeverre de Joden de openbaringen opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Het verschijnsel is nu helemaal verdwenen, en het is al tamelijk donker geworden; we zullen dan ook weer naar beneden naar het huis gaan en een reeds klaargemaakt avondmaal tot ons nemen. De mensen uit Joppe wachten al met groot verlangen op ons, en zij moeten ook op de hoogte gesteld worden van Mijn aanwezigheid. Als ze dat weten, zullen ze daar vast een grotere vreugde aan beleven dan de Joden in Jeruzalem, als Ik weer naar hen toekom. Laten we nu dus aanstalten maken om naar beneden naar het huis te gaan!'
Hoofdstuk 194: In hoeverre de Joden de openbaringen opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492  ...