Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 479 van 1112

...  467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492  ...
[13] Maar zelfs onder zulke heidenen zal er steeds een groot aantal zijn dat in Mijn leer zal blijven en zich niet zal laten verblinden en verleiden door de wereld en haar vluchtige bekoringen.
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Maar tel nu eens hoeveel joden er zijn die zich niet door de mammon van deze wereld hebben laten verleiden en verlokken! In alle steden van Galilea, Judea, Palestina, Kanaän en Samaria en nog andere landstreken zullen jullie er nog geen honderd aantreffen die van oudsher de waarheid volgens Mozes en de profeten in hun hart en in hun daden hebben nagevolgd en bewaard. Alleen in deze tijd heeft door Mijn onderricht een groter aantal zich weer opnieuw naar de oude waarheid gekeerd, en wel voornamelijk uit de klasse der armen.
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Als dat nu voor jullie ogen en oren gebeurt, hoe kunnen jullie je dan heimelijk in je hart verbazen als Ik naar waarheid zeg dat de macht en het licht de joden ontnomen en aan de heidenen gegeven zullen worden, en dat er uiteindelijk zelfs onder de buitengewoon sterk verduisterde christen heidenen toch altijd velen zullen zijn, die bij de oorspronkelijke waarheid zullen blijven en zich niet zo door de wereld laten bekoren?'
Hoofdstuk 193: De oorzaken van de geestelijke superioriteit van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zeg jullie: niemand neemt het de joden af en geeft het aan de heidenen, maar de joden zelf duwen tegelijk met het tot hen gekomen licht ook de macht van zich af. En als de heidenen met alle ijver aannemen wat de Joden verwerpen en verstoten -ben Ik het dan die de joden licht en macht ontneemt en die aan de heidenen geeft, of doen de blinde joden dat soms niet zelf?
Hoofdstuk 194: In hoeverre de Joden de openbaringen opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De huidige joodse priesters nemen af en toe nog wel eens zo'n tamelijk vergelijkbaar weerspiegeld beeld van de diepliggende waarheden van de Schrift waar; maar omdat hun hart en gemoed door de winden van alle wereldse zorgen maar al te gauw en gemakkelijk verscheurd wordt, wordt ook de spiegel van hun hart en gemoed, die de geestelijke dingen en waarheden uit de sfeer van het innerlijke, geestelijke leven op moet nemen, verscheurd en verstoord; zodoende kunnen ze de in de Schrift verborgen waarheden niet meer waarnemen en herkennen en werpen ze zich direct in de armen van iedere wereldse roes.
Hoofdstuk 194: In hoeverre de Joden de openbaringen opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ze denken helemaal niet meer aan de lichte momenten die ze hebben gehad en drijven in al hun zwelgerij hun hele aardse leven maar zo verder; en als men hen waarschuwt dat ze zich op de weg van het verderf bevinden, dan raken ze vol ergernis en toorn en vervolgen ze Degene die vol nederigheid, liefde, zachtmoedigheid, geduld, deemoed en vol goedheid en erbarmen naar hen toe is gekomen.
Hoofdstuk 194: In hoeverre de Joden de openbaringen opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] We bereikten ook weldra het huis en gingen direct naar de gastenkamer; want uit het westen was er een tamelijk harde wind begonnen te waaien, die ook voor de mensen uit Joppe te erg was; want zij hielden zich buiten op, aan de oever van het meer, en maakten kennis met de schippers van onze Kisjonah, spraken veel met hen over Mij en kregen ook aanwijzingen van hen dat Ik nog hier verbleef en dat ze Mij hoogstwaarschijnlijk te zien zouden krijgen.
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Hierop maakte de visser, vervuld van dankbaarheid, weer een diepe buiging en haastte zich naar zijn metgezellen, die al met groot verlangen op zijn terugkeer wachtten.
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen hij hun meedeelde wat Ik tegen hem had gezegd, ontstond er groot gejuich onder hen; ze verlieten direct de oever en begaven zich vol dankbaarheid naar de kamer, maakten bij binnenkomst diepe buigingen voor ons, gingen toen direct aan de voor hen gedekte tafel zitten en begonnen na het zingen van een psalm echt flink te eten en te drinken, en werden weldra heel opgewekt en vrolijk.
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] De visser wendde zich tot een dienaar en zei: 'Vriend, wees zo goed ons te zeggen wie daar aan de tafel van de heren de grote heilige Meester uit Nazareth is, die hier vast en zeker aanwezig is, en over wie in Joppe twee van Zijn door Hem uitgezonden leerlingen ons verkondigd hebben dat in Hem de volheid van de geest Gods lichamelijk woont en dat daarom alles aan Zijn wil gehoorzaamt! Ze vertelden dat wie in Hem gelooft en volgens Zijn leer leeft en handelt, van Hem het eeuwige leven zal ontvangen en in het hemelrijk opgenomen zal worden!'
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[25] Marcus beval de dienaren om nog meer brood en wijn naar de tafel van de mensen uit Joppe te brengen, wat ook onmiddellijk gebeurde, en dezen namen van tijd tot tijd wat brood en wijn tot zich en luisterden voortdurend met de grootste aandacht naar alles wat er aan onze tafel besproken werd.
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Laat de storm zijn taak en plicht dus maar uitvoeren; hij zal jouw schepen geen schade berokkenen en jouw schippers hoeven er niet bang voor te zijn, ook als hij nog heviger wordt. Het water van het meer zal toch niet verder dan nu over de oever komen. Maar laat de schippers wat brood en wijn geven, dan zullen ze de storm wat moediger in het gelaat zien dan ze nu doen!'
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Dat gebeurde ook direct, en de twee schippers kregen enkele karaffen wijn en ook verscheidene broden en brachten het naar hun metgezellen, die zich in de schippershut bevonden, die op de oever was gebouwd. Toen die zo'n verfrissing voor zich hadden, maakten ze zich ook niet meer zo druk om de storm.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Onze Philopold richtte zich zelfs tot Rafaël, die heel rustig aan tafel zat.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De Griek heeft immers aan zijn geheel juiste verklaring van de luchtspiegeling op de berg toch ook toegevoegd, dat na dergelijke zeldzame verschijnselen, waar steeds een grote rust in de lucht voor nodig is, altijd en al snel flinke stormen volgen, zowel in de lucht als in het water - en kijk, in natuurlijk opzicht heeft hij daarin volkomen juist geoordeeld, omdat hij dat al verscheidene keren heeft meegemaakt.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492  ...