Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 49 van 215

...  37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62  ...
[5] JOHANNES zegt: 'Over dit hoofdstuk hebben we weliswaar reeds gesproken; maar om je nog een nadere vingerwijzing te geven zeg ik je dat God, de Heer van de hemel en van deze aarde, ieder mens die naar de waarheid streeft een gevoel in z'n hart heeft gelegd, dat de waarheid nog veel eerder herkent en beseft dan een nog zo ontwikkeld verstand.
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Er moeten zowel daar als hier verschillen zijn, en welontelbaar vele, omdat anders immers geen enkel volmaakt wezen ook maar ooit zaligheid en geluk zou kunnen voelen over de geschapen wonderen van God, zoals er onder jullie, mensen op aarde onvoorstelbaar veel verschillen bestaan, opdat het noodzakelijk zal zijn dat jullie elkaar wederzijds dienen. Wat maakt het dus uit of een -laten we zeggen -geest aan gene zijde zijn hier ondernomen werkzaamheden geheel voltooit of niet? De eeuwigheid is toch hopelijk lang genoeg om het hier slechts schijnbaar verzuimde in te halen!
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Hierna pas stond HIRAM op, staarde een poosje naar buiten naar de baai en zei toen met een zekere bedruktheid: 'Mijn vrienden, dat lijkt me niet in orde; voor ons allen dreigt een groot gevaar! Ik zie een met vele krijgers en gerechtsdienaren bemand schip de baai binnenvaren! Waarlijk, die hebben niets goeds in de zin! Vriend,jij hebt dit licht zo mooi geschapen, doof het, zodat ze de richting verliezen en in de nacht op een zandbank terechtkomen! Morgen zullen we hun dan vragen wat ze hier te zoeken hadden, en hun schip zal voor ons een goede buit zijn als ze ons met vijandige bedoelingen wilden bezoeken"
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zie, vóór de zojuist genoemde eerste ware mensen waren er ook wel -zoals op talloze hemel en aardelichamen die op deze aarde lijken wezens, die wat hun uiterlijke vorm betreft zeer sterk op de huidige mensen leken! Er waren vele tijdperken op deze aarde waarin een eerder geslacht geheel onderging en er langzamerhand een nieuw voor in de plaats kwam, dat altijd in een bepaald opzicht iets volmaakter was.
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] JOHANNES zegt verder: 'Zou de aarde zo bekoorlijk en aangenaam zijn om te zien, als er helemaal geen bergen waren of als er geen verschil tussen de bergen zou zijn? En als er op aarde maar één enkele boomsoort voorkwam en maar één grassoort? En als er geen zee was, maar alleen kleine, ondiepe, vijvers die precies op elkaar leken, geen grotere diepe meren, geen grote rivieren en stromen, maar alleen kaarsrecht stromende, handbrede beken? En dan ook nog alleen maar precies gelijke vierkante wolkjes aan de hemel, die aldoor alleen maar in een en dezelfde richting heel langzaam voorbijtrokken? Zou het aangenaam zijn als je aan het firmament in plaats van verschillende sterren, ofwel alleen maar zonnen ofwel alleen maar manen zou zien zonder dat de dag door een rustige nacht afgewisseld zou worden?!'
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Men lacht ons vanwege onze mythische godenleer nu al bijna overal uit en maakt deze voor je reinste oude onzin uit; maar wat moet men dan wel niet over de joden vanwege hun Messias zeggen? Goede hemel! Zo'n grenzeloze domheid en verwarring van de menselijke geest ben ik werkelijk nog nergens in de hele wereld die ik bereisd heb ooit tegengekomen! Vertel me wat daar voor flauwe onzin achter moet steken! Dat is toch werkelijk ontzettende grootdoenerij vooral van de vooraanstaande joden ten overstaan van ons, Grieken en Romeinen, en ze verheugen zich er al op dat hun Zeus ons hun land uit zal drijven met een vreselijk vlammend zwaard, waaruit met iedere goed gerichte slag minstens honderdduizend vernietigende bliksems over alle heidenen in het rond zullen spatten! Wel, dat is toch wel een beetje al te kras! -Wat zeg jijzelf, als jood, van deze oude dwaze jodengrap?"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Daarom is daar ook geen sprake van verdienste, zoals het ook hier op aarde geen verdienste van de bij is, om voor zichzelf de kunstige cel te bouwen en daarvoor de stof uit de bloemen te halen en te verwerken; want de bij is toch zeker voor ieder denkend mens slechts meer een werktuig van een geestelijke intelligentie van gene zijde dan een wezen met zelfbeschikking dat vrij werkzaam is. En bijna hetzelfde is op alle andere hemel lichamen het geval met de creatuurlijke mensen, ook al zijn hun uiterlijke vormen vaak onvergelijkbaar veel mooier en edeler dan op deze aarde.
Hoofdstuk 200: Het verschil tussen de mensen van deze aarde en die van de andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Nu zien we dan ook zeer grondig in, dat de aarde enkel en alleen de bes.temming heeft om ware mensen naar het evenbeeld van de allerhoogste God te dragen, en we zien nu ook in dat u geheel vervuld moet zijn van zo'n allerhoogste geest van God; want anders zou het immers onmogelijk zijn om ons die Saturnus-ster zo indrukwekkend te onthullen en van zo dichtbij te laten aanschouwen. Ja, heer en meester, wie zulke dingen heeft geschapen moet zo groot, machtig en wijs zijn, dat het al onze denkbare begrippen te boven gaat! Hem Zelf nader te leren kennen zou werkelijk veel en veel meer betekenen dan dat we dat wonderbaarlijke gezichtsvermogen, dat we hadden, altijd zouden kunnen behouden en de talloze sterren van heel dichtbij zouden kunnen zien!
Hoofdstuk 202: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ten tijde van Abraham werden Sodom en Gomorra alweer met de overige tien steden vanwege de grofste ondeugden door vuur en zwavel uit de hemel inclusief de mensen en het vee dermate vernietigd, dat er geen spoor van hen meer overbleef: Op de plaats van deze steden vind je nu de Dode Zee, waarin tot op dit uur geen dier kan leven, en ook de vogels vermijden het daaroverheen te vliegen.
Hoofdstuk 204: Messias en verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] HIRAM zegt: 'ik had je dat daarnet al willen zeggen, maar je bent me te vroeg in de rede gevallen. Kijk, Hij hier, die tegen Aziona zei: ' Alle wateren van de aarde en ook van de hemelen komen van Mij; hoezo zou het Mij tot waswater moeten dienen?', heeft de wijn enkel en alleen door Zijn wil uit het water geschapen, en nu zelfs uit de lucht; want het vat had Hij eerst helemaal leeg gemaakt: -Wel, wat zegje daarvan?'~
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik ga Me intussen bezighouden met hetgeen Mij is opgedragen door Mijn Vader, die in de hemel woont en volledig één is met en in Mij. Maar wie hier vandaag bij Mij wil blijven kan dat ook doen; want niemand is verplicht om hier weg te gaan, alleen wie dat wil kan het doen; zowel het een als het ander zal zeer zinvol zijn. Doe nu wat jullie wil je ingeeft!'
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De joden hebben hun hemel en hun hel, wat eigenlijk helemaal hetzelfde is als bij de heidenen het Elysium en de Tartarus. Op dezelfde manier hebben de Indiërs een tweevoudig almachtig wezen, een goed en een slecht, dat verschillende vormen, namen en eigenschappen heeft. Zo zijn de elyseese goden allemaal goed en die van de Tartarus allemaal slecht.
Hoofdstuk 224: Aziona vraagt naar het leven van de ziel na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Nu zijn er echter op deze aarde ook mensen die als kinderen van buitengewoon rijke ouders alle mogelijke opvoeding en ontwikkeling genoten hebben. Maar toen ze ouder werden en belangrijke functies en hoge eervolle posities kregen, voer de duivel van de hoogmoed in hun hart. Ze begonnen te heersen, hun medemensen te haten, te bedriegen en te onderdrukken en zich helemaal over te geven aan de lust van hun zinnen. Hun hemel, waar ze vol begeren naar streefden, was een uiterst luxueus leven in alle weekheid, pracht en weelde. Wie hen niet wilde dienen werd op de meest gruwelijke wijze vervolgd en zonder enig pardon te gronde gericht.
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Pas na een poos vermande PETRUS zich en zei: 'Heer, zijn we nu al in de hemel of slechts in het paradijs? Het is net alsof ik heel zacht fluisterende engelenstemmen om me heen hoor!'
Hoofdstuk 234: De verheerlijking van de Heer op de berg Tabor (Ev. Matth. 17, 1-2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En ik geloof dat tussen U en ons, blinde en niets wetende mensen, bijna hetzelfde het geval is. U bent duidelijk de bouwmeester, die de wereld, het heelal en ook de mens zoals hij is, geestelijk en materieel in zekere zin gebouwd heeft, en derhalve ook het beste moet weten wat goed voor hem is en wat hij als redelijk denkend, zelf oordelend en zichzelf bepalend wezen moet doen en laten. En als U de mens dan nu door woorden en daden toont, dat U onherroepelijk Dezelfde bent aan wie hij zijn bestaan te danken heeft, en U hem verder laat zien wat hij moet doen om datgene te bereiken waarvoor U hem geschapen heeft, dan is het alleen maar de schuld van de blinde en domme mens zelf, als hij om onbelangrijke, materiële redenen het eeuwige leven verspeelt en hem dan de dood ten deel valt. En zo ben ik van mening dat ieder mens, die door Uzelf eenmaal is onderwezen en U heeft herkend als Degene die U bent, het onmogelijk meer kan nalaten om met alle liefde en vreugde precies zo te leven en te handelen als U hem bevolen heeft.
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62  ...