Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 481 van 1166

...  469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494  ...
[9] Ik zei tegen de leerling, die nu zo gesproken had: 'Natanaël, tegen jou hoef Ik niet meer te zeggen: 'Hoe lang zal Ik jou nog moeten verdragen, voordat jij inzicht krijgt in Mijn rijk! ' Want jij hebt het juiste inzicht al verkregen en daarom zeg Ik opjouw woorden nu 'amen' en bevestig alles wat jij gezegd hebt als een volle, zuivere waarheid; want zo is het en zo zal het ook voor altijd blijven.
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Wie Mij zal zoeken in Mijn werken en tekenen, zal een zwaar en moeizaam karwei hebben, en hij zal gemakkelijk bezwijken onder de zware last ervan; maar wie Mij zal zoeken in en door de liefde, zal Mij als de kracht van al het leven weldra zonder veel moeite in zichzelf vinden. En als hij Mij gevonden heeft, heeft hij ook alles gevonden, namelijk het eeuwige leven en de macht, kracht en wijsheid ervan. Dat moeten jullie allemaal goed onthouden en ook aan de andere mensen verkondigen!
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Daarna verlieten wij de eetzaal en gingen, begeleid door de waard, naar buiten, waar het deze dag echt aangenaam was, omdat de hitte van de dag sterk werd afgezwakt door een noordoosten wind. Wij liepen vanuit onze herberg door de hele, tamelijk uitgestrekte plaats en kwamen dan ook bij de grote herberg, waar Roclus in Mijn naam de eenentwintig zieken genezen had.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De waard merkte ons op een haastte zich met de zijnen en degenen die genezen waren naar buiten naar ons toe en begroette ons heel hartelijk. Direct daarop vroeg hij echter naar Mij en Roclus wees hem Mijn persoon aan. Toen kwamen ze allemaal om Mij heen staan om Mij te bedanken voor de grote weldaad die Ik aan hen bewezen had, en de waard zelf kon maar niet ophouden Mij te loven en te prijzen.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De leerling zei: 'Op eenzelfde manier zijn er al dikwijls enkele duizenden mensen onder de blote hemel gespijzigd! Ook heeft de Heer verscheidene keren, als men geen wijn maar alleen water had, en niet van het zuiverste soort, dat door Zijn wil voor ons en vele anderen in de beste wijn veranderd; zo heeft Hij ook door Zijn woord en door Zijn leer ons oude, bedorven en troebel geworden geloofswater levend gemaakt, gelijk de. best wijn. Werkelijk, de Heer heeft in minder dan tweeënhalf jaar buitengewoon veel grote wonderwerken gedaan, en wel zoveel, dat die nauwelijks meer te tellen zijn of in boeken beschreven zouden kunnen worden! Maar het grootste en eeuwig blijvende wonder is Zijn woord; wie zich daarnaar richt, zal het eeuwige leven in zich hebben.
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De tekenen, die de Heer nu doet, getuigen voor ons echter alleen maar van het feit dat Hij de Heer is. In de toekomst zullen evenwel niet meer de tekenen die door Hem gedaan zijn getuigen van Zijn goddelijke heerlijkheid, maar Zijn leer in het hart van de mensen die ernaar zullen leven en handelen; want die zal in ons het meest zaligmakende teken van het ware en helder van zichzelf bewuste leven teweegbrengen -en dat is meer dan wanneer de Heer nu in ons bijzijn nog zoveel grote wondertekenen zou doen, waar wij en onze opvolgers het latere nageslacht wel over kunnen vertellen, maar die zij toch maar voor de helft of waarschijnlijk vaak ook helemaal niet van ons zouden willen geloven. En zo zullen de tekenen die nu gedaan zijn maar weinig invloed hebben om het geloof van de latere generaties te vergroten, maar de aan hen overgeleverde leer, die op zichzelf de helderste en meest onbetwijfelbare waarheid is, zal dat wel doen!
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar de lichte waarheid, dat twee en twee samen vier zijn, zal tot aan het eind van alle tijden onwankelbaar blijven staan en zo ook de leer uit de goddelijke mond van de Heer, volgens welke ieder mens God moet kennen, in Hem alleen moet geloven en Hem boven alles en zijn naaste als zichzelf moet liefhebben. Dat is een levenswaarheid die nooit bestreden kan worden, omdat zonder die waarheid ten eerste geen gemeenschappelijk samenleven van mensen zou kunnen bestaan, dat alleen hier op aarde tijdelijk en materieel van aard is, en ten tweede omdat zonder die waarheid en het in de praktijk brengen ervan geen enkele ziel het eeuwige leven uit God zou kunnen ontvangen. Want de liefde is de eeuwige geest van het leven en derhalve het leven zelf
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Hierop stonden ze allemaal op en vroegen Mij om hen nooit meer met Mijn almachtige genade te verlaten.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] En Ik zei tegen hen: 'Houd Mij dan voortaan levend in jullie hart door de liefde tot God en jullie naasten, dan zal ook Mijn genade voortdurend bij jullie blijven. Maar als jullie in de genoemde liefde in jullie hart ooit zwak of zelfs lauw en koud worden, zal evenzo Mijn liefde en de daaruit voortvloeiende genade ook zwak, lauw en koud worden.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Hoed je voor vraatzucht en zwelgerij; want daardoor wordt de liefde tot God verminderd en de liefde voor de wereld en de eigenliefde gevoed en versterkt, en daarmee het gericht van de materie en haar dood! Hoed je eveneens voor onkuisheid en alle hoererij; want onkuisen, hoereerders en echtbrekers zullen Mijn levensrijk niet binnengaan!
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Tegen jullie, die nu van jullie lichamelijke kwalen genezen zijn, zeg Ik, dat jullie je voortaan tot geen enkele zonde meer moeten laten verleiden; want dan zou Mijn genade jullie weer afgenomen worden en dan zouden jullie tot nog grotere kwalen vervallen!
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Jullie hebben dat nu uit Mijn mond gehoord; houd je er ook aan en leef en handel ernaar, dan zal Mijn genade niet van jullie wijken! Amen.'
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Daarop zei de waard tegen Mij: 'O eeuwig grote Heer en Meester, zou U ook Mijn huis binnen willen gaan, zodat het gezegend wordt door de stappen van Uw gezegende voeten!?
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei: 'Luister eens: jij hebt wel een goede mening over Mijn voeten, maar mijn voeten zullen voor jouw huis geen zegen achterlaten; als jij echter met je gezin volgens Mijn wil leeft en handelt, zal dat jouw hele huis tot een ware, blijvende zegen worden! In dergelijke dingen geloofden en geloven nog altijd diegenen die gevangen worden gehouden door allerlei duister bijgeloof, dat op zichzelf dood is en geen levensmacht heeft. Wat voor nut kunnen bepaalde tekens of relikwieën, bepaalde stenen, getallen en de nieuwe maan en sterrenbeelden voor iemand hebben? Die hebben niet alleen geen nut, maar schaden de ziel alleen maar en zodoende ook het lichaam! En zo kan ook het lopen met de voeten van Mijn lichaam noch deze plaats, die Ik nu ook betreedt, noch een huis voordeel brengen; maar het is van nut voor jullie allemaal dat Ik naar jullie toe ben gekomen en jullie Mijn wil te kennen heb gegeven, en jullie de wegen heb getoond die jullie moeten bewandelen om tot het eeuwige leven te komen. .
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Kijk, Mijn overigens dierbare en vriendelijke waard! Ik ken jou en weet heel goed dat jij een eerlijke en rechtvaardige man bent; maar toch heb Ik ook iets tegen jou.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494  ...