Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 481 van 1088

...  469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494  ...
[1] Toen ze over dit onderwerp zeer uitvoerig hadden gesproken, hoorde men van buiten een geraas van de wind dat steeds heviger werd, en twee van de schippers van Kisjonah kwamen naar ons toe en vroegen wat ze bij zo'n storm moesten doen, want het meer dreef ongehoord reusachtige golven tegen de oever op en dreigde zelfs -als het nog erger zou worden met de storm, die nu plotseling vanuit het oosten was opgestoken -het water tot in dit huis op te stuwen. Ze hadden de schepen weliswaar drie keer zo stevig als eerst aan de oever bevestigd en zich gelovig tot Mij gewend en om hulp gevraagd, maar toch werd de storm steeds heviger.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Dat gebeurde ook direct, en de twee schippers kregen enkele karaffen wijn en ook verscheidene broden en brachten het naar hun metgezellen, die zich in de schippershut bevonden, die op de oever was gebouwd. Toen die zo'n verfrissing voor zich hadden, maakten ze zich ook niet meer zo druk om de storm.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Kijk eens naar het gemoed van een mens, dat dikwijls in een volkomen zorgeloze rust verzinkt, waarbij de mens zich heel gelukkig en zalig voelt! Maar hoe rustiger, zorgelozer, gelukkiger en zaliger. een mens zich voor korte tijd heeft gevoeld, des te stormachtiger zal het daarna in zijn gemoed beginnen te worden, wanneer dat aanvankelijk slechts een beetje door iets onbehaaglijks in zijn zoete rust wordt gestoord.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Kijk, vriend, dat is ook een goede les voor al diegenen die zich graag overgeven aan die zoete, zorgeloze traagheid! Wie steeds bezig is, heeft ruimschoots genoeg aan een korte rust om zijn hele wezen te versterken; en als hij gesterkt is, verlangt hij er direct alweer naar om aan het werk te gaan en vindt alleen daar zijn echte welbehagen in.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Daarom heeft de Heer op deze aarde dan ook voor allerlei wezens, dingen en verschijnselen gezorgd, die de naar traagheid neigende mensen voortdurend uit hun werkschuwe rust opschrikken en zij moeten dan ook erkennen dat niet zij de heren van de wereld en van alle wezens en dingen daarop en daarin zijn -zoals de trage rijken zich maar al te sterk inbeelden -maar dat een zeker Iemand Anders dat is, Iemand die dergelijke mensen natuurlijk niet kennen en over wie ze ook niet iets waars willen horen, zoals jullie dat bij de vele Farizeeën en andere Joden maar al te goed kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ook de mensen uit Joppe hadden met de grootste aandacht naar dit zeer steekhoudende, leerzame betoog van Rafaël geluisterd, en ze verbaasden zich buitengewoon over de wijsheid van de ogenschijnlijk jongeman.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Deze jongeman moet volgens hen een engel zijn die de Heer ten dienste staat, opdat de Schrift ook op dat punt vervuld wordt, waar staat: 'In die tijd zullen jullie zien hoe de engelen Gods uit de hemelen naar de aarde afdalen en de Heer en de mensen zullen dienen.' Kijk, mijn beste vrienden en metgezellen, dat hebben de twee leerlingen ons geheel naar waarheid verteld, en wij overtuigen ons nu geheel en al van de waarheid van wat zij ons hebben verteld!
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Daarop stond Rafaël op en liep naar de tafel van de mensen uit Joppe, wat hen enigszins in verlegenheid bracht.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Maar hij stelde hen al snel gerust doordat hij met vriendelijke stem tegen hen zei (Rafaël): 'Jullie moeten werkelijk niet van mij schrikken omdat ik na jullie gesprek over mij overeenkomstig de wil van de Heer naar jullie toe ben gekomen; want waar echte vrienden van de Heer spreken over hetgeen van de geest van eeuwige liefde en waarheid is, daar zijn ook steeds de engelen des Heren in grote groepen om hen heen verzameld.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Jullie kennen de aarde niet en de maan, de zon en alle andere sterren nog minder. Ik ben naar jullie toegekomen om jullie daarover en over nog heel veel andere dingen een juist en waarachtig licht te geven; want als iemand verkeerde denkbeelden heeft over de dingen en verschijnselen in de natuurlijke wereld, kan hij onmogelijk de diepere, geestelijke dingen ooit volkomen vatten en begrijpen. En omdat jullie nu ook geroepen zijn om het woord en het levenslicht op andere mensen over te dragen, zal ik jullie inwijden in de geheimen van de zichtbare natuurlijke wereld.'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Dat het de tamelijk grote schepen, die tegen de avond van Tiberias met de mensen van Herodes waren uitgevaren om Mij in handen te krijgen, bij de storm slecht verging, kan iedereen zich gemakkelijk indenken; want direct bij hun vertrek uit Tiberias woei er een zeer hevige noordwestenwind die de schepen met onweerstaanbaar geweld naar de oostkust dreef, waar ze met kracht tegen de oever botsten en al behoorlijk beschadigd raakten.
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Als ze zelf hun leven wilden wagen, moesten ze maar in de drie beste schepen stappen, zelf de roeiriemen ter hand nemen en proberen om naar de overkant naar het kuuroord te varen, dat bij gunstige wind ruim drie uur varen verderop lag. Maar ook de gezanten van Herodes bleken daar geen zin in te hebben.
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] In Tiberias hielden zich veel gezanten van Herodes op, die de opdracht hadden Mij en Mijn leerlingen op te sporen zodra ze zouden horen waar Ik verbleef en dat vernamen ze door de teruggekeerde schippers, die rond het middaguur de mensen uit Joppe naar Marcus hadden gebracht. Daarom hadden ze verscheidene schepen bemand en die tegen de avond van Tiberias laten afvaren in de richting van Marcus, om Mij te pakken te krijgen. Het Meer van Galilea heeft vanaf de meer heidense dan Joodse stad Tiberias tot aan het dorp van Marcus echter zeer steile en rotsachtige oevers, en tussen de twee bovengenoemde plaatsen, die toch tamelijk ver van elkaar verwijderd liggen, heeft men hoogstens drie plaatsen waar de vissers met hun boten amper kunnen aanleggen.
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Toen de noordwestenwind spoedig daarna naar het oosten draaide, zeiden de gezanten van Herodes: 'Welnu, moedeloze schippers, de wind is gunstig gedraaid! Durven jullie ook nu niet naar de overkant te varen?'
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De schippers zeiden: 'Overdag, als je de gevaren ziet, kun je bij deze wind gemakkelijk naar het kuuroord aan de overkant varen; maar 's nachts is dat ondanks de gunstige draaiing van de wind een waagstuk, en dan kun je erg gehavend raken. Bovendien is een oostenwind die 's avonds opsteekt niet te vertrouwen, omdat hij wellicht in een orkaan overgaat; en als die tekeer gaat, wee dan degene die zich op het water bevindt!'
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494  ...