Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 481 van 1112

...  469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494  ...
[16] De overste zei: 'Breng ons dan voldoende brood en wijn; want wij hebben nu allemaal erge honger en dorst! Over de betaling hoeft niemand zich zorgen te maken.'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De Nazarener mag zich wat ons betreft opwerpen tot een twaalfvoudig koning over alle joden, en wij zullen nooit meer tegen hem optreden! Hij is zeker wijzer, beter en machtiger dan onze totaal met goud en edelstenen behangen Herodes en zijn handlangers in de tempel. Het volk looft hem overal en heeft hier en daar natuurlijk wel wat te grote verwachtingen van hem; maar hoe het ook zij -van nu af aan zullen wij nooit meer zijn vijanden zijn en het ook nooit worden!
Hoofdstuk 200: De plannen van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als we eenmaal weer in Jeruzalem zijn, zal ik Herodes wel een rékening presenteren, waarover hij zich zeker tien jaar lang achter zijn oren zal krabben! En als hij weigert mij te betalen, dan treed ik onmiddellijk toe tot een Romeinse legioen en zal hem dan als Romein eens gaan vertellen, aanvankelijk onder vier ogen, wat het wil zeggen om zonder toestemming van Rome met zijn soldaten een Romeins gebied met een wettelijke opdracht binnen te vallen. Dan zal die oude vos liever onze rekening betalen dan zich door ons aan de onverbiddelijke Romeinen laten verraden! Want ik weet dat hij met name bij de opperstadhouder Cyrenius in niet zo'n goed daglicht staat.
Hoofdstuk 200: De plannen van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De commandant stond juist op het punt om de hut uit te gaan en met de wacht te onderhandelen over nog meer brood en wijn, of er kwam al een dienaar met verscheidene helpers de hut binnen, die hun twee keer zoveel brood en ruim drie keer zoveel wijn als de eerste keer bracht, waar de overste en alle anderen zich buitengewoon over verbaasden.
Hoofdstuk 201: De Heer is de wensen van Herodes' soldaten voor - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Na.een poosje nagedacht te hebben begon de overste als volgt te spreken: 'Luister, het begint mij allemaal enigszins duidelijk te worden! Deze hut hier, die weliswaar heel goed en stevig van cederhout is gebouwd, heeft vast en zeker een geheime opening, waardoor de wacht de gasten daarin kan afluisteren en horen wat ze tegen elkaar zeggen. Als er iets onrechtmatigs zou gebeuren, zouden ze zich heel zeker de volgende dag over ieder ondoordacht gesproken woord zeer scherp tegenover een rechter moeten verantwoorden.
Hoofdstuk 201: De Heer is de wensen van Herodes' soldaten voor - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ons eerste overleg hebben we wel zo zacht en stilletjes gehouden, dat de wacht daar absoluut niets van gehoord kan hebben of begrepen, omdat ik mijn goede mening in het oud-Hebreeuws aan jullie heb meegedeeld; maar onze wens naar nog meer brood en wijn heb ik in het Grieks, tamelijk hardop en goed verstaanbaar uitgesproken, wat de wacht vast gehoord heeft. Hij heeft het direct voorgelegd aan een dienaar van het kuuroord, en die heeft zich gehaast om onze wens voor te zijn, wat ook inderdaad zo was. Dat hij ons nu duidelijk beter bedacht heeft dan de eerste keer, zal wel de volgende reden hebben: de heer van het kuuroord zal onze kostbare wapens eens goed hebben bekeken, de hoge waarde ervan gezien hebben en toen tegen de dienaar gezegd hebben dat hij ons wel beter en rijkelijker mocht bedienen, omdat wij ook in staat zouden zijn voor een rijkelijker en betere bediening te betalen. Zo en niet anders zal het gegaan zijn, en wij hoeven ons hoofd daar niet meer over te breken.
Hoofdstuk 201: De Heer is de wensen van Herodes' soldaten voor - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kijk, mensen die men morgen voor een strenge rechtbank willeiden, trakteert men bij de harde Romeinen nooit op zulk brood en dergelijke wijn, maar op heel armzalig brood en slecht water, op boeien en donkere kerkers en nog andere huiveringwekkende dingen; want tegenover misdadigers kennen de Romeinen nooit ook maar het minste vonkje menselijkheid. Laten we nu dus ook geen woord meer spreken over wat wij voor geen geld ter wereld meer kunnen veranderen.
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] De overste wist zich van louter angst geen raad en zei halfluid bij zichzelf 'O, ik had wel gedacht dat onze zaak slecht zou aflopen!'
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Daarop vroeg hij Mij echter ook wat de overste gerechtigd was te ondernemen, en wel uit naam van de achtergebleven weduwen en wezen, in Verband met de honderd dertig in het meer verdronken soldaten, die toch ook mensen waren en zich onder dwang naar de wil van die woesteling moesten voegen en, zoals bekend, tegen de meest armzalige soldij; want de soldaten, die Herodes zeer toegewijd en trouw waren en zijn lijfwacht vormden, hadden van hem de begunstiging ontvangen om net als iedere andere staatsburger in het huwelijk te treden. En nu de soldaten er niet meer zijn, wie zal nu dan hun vrouwen en kinderen onderhouden en voeden?'
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[25] De commandant bedankte Mij heel uitbundig voor Mijn onderricht en geduld, en begaf zich toen geheel getroost naar zijn metgezellen en vertelde hun alles wat hij van Mij had gehoord.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Bovendien heb ik niet zelden de een of ander in voorname herbergen aangetroffen, waar ze zich net als mensen zoals wij voortreffelijk lieten bedienen. Zo heb ik hen ook verschillende keren met wisselaars en makelaars om zien gaan; maar het viel ons allemaal niet op, omdat ze voor het overige in hun dienst heel nauwgezet en tegenover ons en de koning zeer trouw waren, en men hun niets ten laste had kunnen leggen. Maar nu wordt hun snode zaak wel duidelijk, en nu begrijpen wij veel dingen die voorheen toch wel een wat eigenaardige indruk op ons maakten.
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Om die reden is het ook nooit tot een onderzoek gekomen; de soldaten van Herodes hadden de vrije hand en konden, met name bij de vaak voorkomende wettelijke invorderingen van belasting, het volk al naargelang hun kwade willekeur onderdrukken, zonder daarbij door iemand bekritiseerd te worden. En als er al iemand naar een Romeinse rechter ging en zich beklaagde vanwege de grove, zware en dikwijls niet op te brengen belasting door die ellendige Herodes, dan haalde dat weinig of niets uit; hoogstens kreeg hij dan het advies om zich van Herodes vrij te kopen en Romeins burger te worden.
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Heel veel rijken konden dat natuurlijk wel doen en hebben dat wijselijk ook gedaan; maar wat bleef er voor de armen anders over dan zich voortdurend op een gewetenloze manier door Herodes te laten afpersen? Maar nu zal dit weldra heel anders worden! Zodra we in Jeruzalem terugkeren, moet de koning zoveel mogelijk het vuur aan de schenen gelegd worden en zal hij gedwongen worden om schadevergoeding te betalen op een manier, waar hij nog nooit van heeft durven dromen!
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Na deze woorden van de overste vermanden de tien zich en beloofden onder een plechtige eed dat ze zijn advies zeer nauwgezet zouden opvolgen, hoewel ze zich niet bewust waren van zonden, zoals de honderd dertig die hadden begaan; ze hadden Herodes namelijk niet op dat terrein hoeven te dienen, aangezien ze steeds alleen maar als burcht en paleiswachten gebruikt waren, wat de overste, de commandant en ook hun andere superieuren wel zouden weten.
Hoofdstuk 206: Het overleg van de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De overste zei: 'Dat weten wij wel; maar ieder mens die eenmaal iemand als Herodes dient, is net als ik een grote zondaar. Als hij de genade van de Allerhoogste, Alwetende en Almachtige deelachtig wil worden, moet hij zich volkomen reinigen van zijn vele zonden, ten eerste door ze als zonden tegen de goddelijke wil te erkennen, ten tweede door ze werkelijk te verafschuwen en te betreuren en ten derde door ze nooit weer te begaan en de ernstige wil en het voornemen op te vatten het aan de mensen bedreven onrecht zoveel mogelijk weer goed te maken.
Hoofdstuk 206: Het overleg van de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494  ...