15542 resultaten - Pagina 481 van 1037
... 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 ...
[9] Als jullie dat allemaal goed hebben begrepen, handel er dan vooral zelf naar en leer ook jullie medemensen ernaar te handelen; want daardoor zullen jullie Mijn rijk, dat niet van deze wereld is, het meest verbreiden onder de mensen, waarvoor jullie later een groot loon in Mijn rijk ten deel zal vallen want wat Ik jullie beloof, is en blijft eeuwige waarheid!'Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Welnu, zo'n misdadiger is toch ook onze medemens en die zou zijn leven mettertijd misschien ook nog kunnen beteren, als men hem het leven liet en hem onderwees in datgene wat als enige goed, waar en juist is, en als men ook de kleinere misdadigers naar een goede school zou sturen en hen de waarheid leerde, in plaats van hen langdurig in kerkers gevangen te zetten.
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Daarmee was hij volkomen tevreden, en wij begaven ons toen weer naar buiten, maar naar een andere kant van de stad Afek.
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Dit gedeelte buiten onze stad, van waaruit men een mooi en wijds uitzicht naar het westen en zuiden heeft, werd door ons burgers van deze stad vanwege de zeer onverkwikkelijke kaalheid ervan maar heel zelden bezocht, en in de zomer, die hier heel heet is, al helemaal nooit; want het zwarte gesteente werd door de stralen van de zon steeds zo erg verhit, dat men er absoluut niet op kon lopen.
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Nu heb Ik deze streek weer vruchtbaar gemaakt, en daar helemaal boven op deze heuvel zien jullie ook al een rijke bron ontspringen, en jullie vlijt zal het water daarvan weten te verzamelen en naar de juiste plaatsen te leiden; maar blijf in de liefde die jullie Mij beloofd hebben en wordt niet afvallig in het geloof in Mij, dan zal ook Ik met Mijn zegeningen bij jullie blijven!
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Jullie zeggen bij jezelf nu wel: 'Heer, bij U zijn alle dingen heel goed mogelijk, en ook de materie van deze aarde is Uw werk!' Daar hebben jullie wel gelijk in -maar toch zeg Ik jullie dat bij de mens voor Mij niet alles mogelijk is en mogelijk mag zijn; want als Mij bij de mens alles mogelijk zou zijn, had Ik nooit Zelf als volmaakt mens naar jullie in deze wereld toe hoeven komen om jullie met Mijn hoogst eigen mond te onderrichten.
Hoofdstuk 109: De almacht van de Heer en de beperkingen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Opdat de mens die hoogste zaligheid kan bereiken, moet hij volgens zijn volkomen vrije wil en onbegrensde verstand en inzicht zichzelf richting geven en zichzelf bepalen en ontwikkelen overeenkomstig Mijn wil, die Ik hem bekend heb gemaakt -en Ik kan en mag met Mijn almacht zijn vrije wil niet aan banden leggen en hem tot handelen dwingen zoals een ander schepsel dat nog gericht is, wat jullie nu allemaal grondig en naar waarheid zullen inzien.
Hoofdstuk 109: De almacht van de Heer en de beperkingen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zei: 'Kijk, deze aarde en de hele zichtbare hemel met alles wat die bevat zullen vergaan, maar Mijn woorden en Mijn beloften zullen eeuwig niet vergaan! Ik zal jullie gerechtvaardigde beden ook nooit onverhoord laten; maar in deze tijd heeft het rijk Gods geweld nodig, en alleen zij zullen het in alle volheid bezitten, die het met geweld naar zich toe trekken. Daarom zal het Volledig bereiken ervan nog heel veel innerlijke en uiterlijke strijd kosten.
Hoofdstuk 110: De commandant vraagt naar de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Vrees echter niet voor de vijanden, die wel het lichaam van een mens kunnen doden, maar de ziel geen schade kunnen toebrengen; als jullie iemand vrezen, vrees dan God, die een boze ziel naar de hel kan verstoten! ,
Hoofdstuk 110: De commandant vraagt naar de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Nu trad de commandant naar voren en zei: 'O Heer en Meester, aangezien U nu gewag hebt gemaakt van de hel -het oord waarvan de Joden geloven dat de slechte zielen daar door de ergste duivels eeuwig gemarteld worden, terwijl ook de heidenen zo'n oord van verschrikking kennen onder de naam Orcus of ook wel Tartarus -zeg ons nu ook, zo helder dat ook wij het kunnen begrijpen, hoe het met die hel gesteld is, waar die is, en wie er na zijn lichamelijke dood in dat oord van verschrikking terechtkomt!
Hoofdstuk 110: De commandant vraagt naar de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Als je wilt weten hoe het er in zo'n hel uitziet, kijk dan alleen maar naar het gemoed, de boze liefde en de kwade wil van zo'n mens, in wie de hel heerst; dan zul je je daardoor gemakkelijk realiseren hoe het er uitziet in de hel, die juist een werk van dergelijke mensen is!
Hoofdstuk 110: De commandant vraagt naar de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Overgangen van het onvolmaakte naar het volmaakte zijn heel goed mogelijk, omdat God daardoor -op menselijke wijze gesproken -Zijn grote gedachten en ideeën vrije zelfstandigheid wil verschaffen; die overgangen zijn echter geen vernietigingen, maar slechts schijnbare vernietigingen op het meest uiterlijke, natuurlijke gebied. Slechts de materiële vormen, waarin de geestelijke levenskracht een tijdlang in zekere zin afgezonderd en gescheiden van het algemene, goddelijke, geestelijke wezen sluimerend en verborgen is, kunnen vernietigd worden, maar hun innerlijke wezen nooit.
Hoofdstuk 111: Waarom uiterlijke vormen vernietigd dienen te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Als nu de mensen op deze aarde zich deze orde van Mij niet willen laten welgevallen en aan de hand van hun verstand en vrije wil een andere en naar zij menen betere en wijzere orde voor zichzelf willen scheppen -wat zowel aan deze als aan gene zijde heel vaak het geval is -moeten ze het aan zichzelf toeschrijven, wanneer ze daardoor in plaats van in een betere, in een steeds maar slechtere toestand van leven en bestaan terechtkomen en tenslotte zozeer verdwaald en uitgeput raken, dat zij -helaas -op geen enkele andere manier geholpen kunnen worden dan door het voelen van alle denkbare kwellende toestanden, die ze zichzelf bezorgd hebben; en dergelijke gevoelens duren dan net zo lang, tot een ziel in zichzelf begint te keren en steeds meer inziet dat zij, door zich tegen Mijn orde te verzetten, noodzakelijkerwijs haar toestand nooit zal verbeteren, maar alleen verslechteren.
Hoofdstuk 111: Waarom uiterlijke vormen vernietigd dienen te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'En kijk ook eens naar een mens op deze wereld, die lichamelijk kerngezond is! Omdat die mens zo gezond is, misbruikt hij zijn gezondheid door allerlei onmatig zinnelijk genot en onnodige krachtsinspanningen.
Hoofdstuk 112: Waartoe ziektes dienen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Er komen wel echt ervaren mensen naar hem toe die tegen hem zeggen: 'Vriend, vriend, misbruik je gezondheid toch niet zo -want die gaat door zo'n onnatuurlijke en onverstandige leefwijze snel en gemakkelijk verloren; en als die eenmaal weg is, kan geen arts en geen geneesmiddel je die weer teruggeven en blijf je je leven lang een ziekelijk en lijdend mens!' - Maar de gezonde mens stoort zich daar niet aan en blijft ermee doorgaan.
Hoofdstuk 112: Waartoe ziektes dienen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)