17481 resultaten - Pagina 482 van 1166
... 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 ...
[21] Kijk, dat is wat Ik tegen jou had! Als jij dat allemaal voor altijd aan de kant zult zetten, zal Mijn zegen geheel en al in jouw huis binnengaan, maar anders niet, al zou Ik Mij ook nog zo vaak persoonlijk in jouw huis bevinden!'Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] En Ik zei: 'Wees er helemaal van verzekerd dat Ik jouw wil in plaats van het werk aanneem; maar wat jij nu voor Mij wilt doen, doe dat voor de armen, dan zal Ik dat aannemen alsof je het voor Mij gedaan had! Maar wij hebben hier vóór de avond nog heel wat in orde te brengen en recht te zetten, daarom moeten wij werken, zolang de dag duurt. Maar als jij vanavond Mijn gast wilt zijn, kom dan naar de herberg waar Ik nu Mijn intrek heb genomen! '
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] De waard bedankte Mij voor deze uitnodiging. Daarop trokken wij verder in deze plaats en de waard ging met de zijnen weer vrolijk gestemd zijn huis in en sprak met de zijnen over alles wat hij uit Mijn mond gehoord had.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik zei: 'Met Mijn persoonlijkheid zeer zeker, maar niet met Mijn geest; want Ik heb elders nog veel te doen, opdat alles vervuld wordt, wat de profeten over Mij voorspeld hebben! Maar jullie zullen zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid meer onbelemmerd in Mijn naam kunnen onderwijzen en handelen dan wanneer Ik persoonlijk aanwezig ben; de oorzaak daarvan is gemakkelijk te begrijpen.'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Roclus zei: 'Ja, mijn beste vrienden, jullie hebben daarginds enigszins onjuiste berichten gekregen, dat hier kinderen, die vaak al maandenlang volkomen dood hun kist liggen, weer tot leven gewekt kunnen worden! Dat is af en toe wel mogelijk bij mensen die net gestorven zijn, wanneer ze schijndood zijn; maar kinderen, zoals die in deze doodskisten, kan alleen een God weer tot leven brengen!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Roclus zei: 'ja, mijn beste vrienden, dan moetje wel eerst levend in je hart in deze God geloven, Zijn geboden onder alle omstandigheden houden, Hem vervolgens boven alles lief hebben en je medemensen als jezelf! Wie dat niet doet, wordt door God niet verhoord.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik en mijn broeders doen dat en wij hebben dan ook onmiskenbare bewijzen dat onze enig ware God altijd graag onze beden verhoort, vooropgesteld dat wij Hem niet om iets dwaas bidden! Wend je dus vol geloof in je hart tot onze God, als tot een allerbeste Vader, en beloof Hem dan ook dat jullie je dode afgoden zullen verlaten en Zijn geboden precies zullen houden; en dan zal blijken of onze God jullie verhoord heeft!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Daarop zei Roclus, op mijn innerlijk bevel: 'Zo geschiede jullie dan ook naar jullie geloof in de naam van Jezus Jehova Zebaoth! En maak nu de doodskisten open!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] Toch is van mijn daden en die van de Essenen veel opgetekend, wat veelal in Egypte in de grote bibliotheken bewaard werd maar later, zoals bekend, door de blinde Mohammedanen vernietigd is. En zo kwam het dat de mensen in deze tijd bijna niets meer weten van de grote wonderen die in die tijd gebeurd zijn, waaraan echter ook de oude hoer van Babylon overduidelijk heeft bijgedragen. En hoe, dat zal in deze tijd iedere onderzoeker die nadenkt zonder meer bekend zijn!
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[27] Wat hier terzijde gezegd is diene iedereen, die nog enige twijfel over Mij en Mijn werken in die tijd had, tot troost en geruststelling en zij voldoende bewijs voor de waarheid van wat er in deze nu al vele boekjes* (* Met 'boekjes' zijn de schriften van het originele manuscript van Lorber bedoeld.) is gezegd en getoond.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[28] En nu weer terug naar onze zaak!
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Met de pleegkinderen is gemakkelijker een goede regeling te treffen, omdat zij de reden niet kennen waarom zij daar zijn. Maar hun verzorgers en opvoeders kennen die wel; alleen, die horen bij ons en weten wel hoe de zaken er in deze plaats nu voor staan. Van hen hebben wij dus niets te vrezen; want zij zijn door Mij ook over U ingelicht en richten zich, alhoewel zij merendeels heidenen zijn, in alles naar U en Uw leer. Alleen de kreupelen en ziekelijken gaan ons, zoals gezegd, het meest ter harte!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Roclus zei: 'O Heer en Meester, eeuwige liefde, goedheid en erbarmen! Dat was stilletjes ook allang mijn plan; maar mijn broeders wilden juist in dit opzicht mijn mening niet delen. Maar nu zij het helder en duidelijk uit Uw mond hebben gehoord, zullen wij met Uw genade en hulp ook deze dingen gemakkelijk goed in orde krijgen, en er is mij nu een last van duizend pond van de schouders gevallen. Wilt U, o Heer, Zelf deze herberg en de inrichting ervan in ogenschouw nemen?'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei: 'Vriend, voor Mijzelf is dat niet nodig, aangezien Ik alles daarbinnen van het grootste tot het kleinste heel precies ken; maar ter wille van jullie zelf en Mijn leerlingen wil Ik ook deze instelling van jullie wel binnengaan en door de belangrijkste gedeelten ervan heenlopen!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Ja, Mijn lieve kinderen, Ik ben een nog geweldig veel grotere Heer dan de keizer van Rome; maar de grootheid van Mijn heerlijkheid zouden jullie nu nog niet kunnen begrijpen! Roclus zelf zal jullie op de juiste tijd alles heel duidelijk tonen, en dan zullen jullie wel begrijpen hoe Ik een echte Heer over jullie overste en ook over de keizer van Rome ben, en dan zullen jullie Mij pas echt loven en prijzen en een grote vreugde voelen omdat Ik jullie nu Zelf bezocht heb.'
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)