Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 482 van 1112

...  470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495  ...
[10] Maar jullie, soldaten, die samen met ons door Zijn genade gered zijn, moeten ook je geweten wekken en zien in hoeverre het ook behept is met die zonden, omwille waarvan zij hun einde in het water hebben gevonden; heb berouw over jullie zonden met het onwrikbare voornemen om aan alle mensen waar jullie mee te maken hebben gehad, de berokkende schade zoveel mogelijk weer goed te maken, opdat ook jullie genade mogen vinden bij de Heer en Meester over alle dingen in deze wereld! Want n.u hebben wij met al onze zintuigen meegemaakt dat Hij een Wezen is, dat een meer dan groot geduld heeft met de blinde mensen; maar als de mensen ondanks alle waarschuwingen in hun boosheid volharden en hun leven niet willen beteren, dan loopt Zijn geduld ten einde en volgt daar onvermijdelijk de straf op.
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen de commandant dit dankgebed had uitgesproken, prees de overste hem daar heel erg om en ook alle anderen, en toen gaven ze zich over aan de nachtrust. Wij in het herenhuis deden hetzelfde en sliepen goed tot het volop ochtend was.
Hoofdstuk 206: Het overleg van de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Na dit heel natuurlijke gesprek van ons kwamen ook onze Grieken met de arts uit Melita en allen die hier aanwezig waren, en ze verheugden zich over de mooie ochtend, al was die in deze tijd vaak ook koeler.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard uit Jesaïra, die ook nog voortdurend aanwezig was, en de ons bekende bootslieden bekeken het afgedekte schip, dat tijdens de nachtelijke storm de soldaten van Herodes naar de oever had gebracht, die nu nog in hun hut rustten, en ze verbaasden zich erover dat dit schip, dat toch al tamelijk oud en absoluut niet stevig gebouwd was, niet samen met de andere vier gezonken was.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Terwijl alle aanwezigen nog over het een en ander spraken, kwamen ook onze mensen uit Joppe naar ons toe aan de oever, drongen zich naar Mij toe, bogen diep voor Mij en bedankten met hoog opgeheven handen voor de genezing van gisteren en voor de onverwacht vriendelijke opname en verzorging.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Vriend, je hebt nu heel goed gesproken en Mijn hart heeft zich verkwikt aan de bedoeling van jouw woorden! Het is dus ook juist als de mens die om iets bidt en dankt, zich daarbij zo gedraagt als jij nu uiteengezet hebt; maar dan zou de mens ook steeds volkomen in jouw gezindheid moeten blijven, en alleen aan het innerlijk de ware waarde van het leven toekennen en het uiterlijke alleen in zekere zin als een last met zich meeslepen en het ondergeschikt maken aan zijn innerlijke kracht; het op die manier bidden, danken en vereren zou, zoals gezegd, heel juist en goed en Mij welgevallig zijn.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Wie sterk in de geest en derhalve in het rijk Gods is geworden, zal ook een heer zijn over de dingen van de wereld en zal nooit een groot gebrek aan voedsel voor zijn lichaam hoeven te verduren; maar het is beter - ook voor degenen die in de geest gewekt zijn - om te zwelgen in de goederen van de hemelen Gods en zich tevens een klein gebrek aan goederen van deze aarde te laten welgevallen. - Onthoud dat ook en neem het metterdaad in acht!'
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Kijk, zo zal geen enkele onboetvaardige zondaar zich later tegenover Mij kunnen verontschuldigen, aangezien het ieder mens van Mij uit gegeven is de waarheid en het goede daarvan te leren kennen -voor de heiden door de kennis van de voor het grijpen liggende dingen en omstandigheden in het grote rijk der natuur, en voor de Jood langs de weg van buitengewone openbaring!
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] En als wij vaak genoodzaakt zijn om onze knieën te buigen voor mensen, die toch onze gelijken zijn, dan geloof ik dat het nog onuitsprekelijk veel passender is om voor de Heer van eeuwigheid onze knieën en ons hele lichaam te buigen; want ook ons lichaam is alleen Zijn werk en het is de drager van de levende ziel die, als ze zich teveel overgeeft aan de begeerten van haar vlees, bedorven kan worden. Als ze echter haar lichaam aanpast aan haar hoge innerlijke, geestelijke streven en het tegelijk met zichzelf vergeestelijkt, dan kan ze daardoor toch waarschijnlijk niet in strijd met Uw orde handelen, die de macht en de kracht van Uw eeuwige goddelijke wil is, en U daarmee op een of andere wijze onwelgevallig worden?'
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] En waar leidt dat tenslotte toe? Kijk, de mensen verwijderen zich steeds meer van God, in plaats van Hem in hun hart, in de liefde en in het ware, levende geloof en vertrouwen steeds meer te naderen! De vertrouwelijke, ware en zuivere liefde wordt veranderd in een spookachtige vrees en het levende geloof in de waarheid in een duister heidens bijgeloof, waarbij .het een trage en tot ieder bedrog in staat zijn de priesterkaste in aards opzicht heel goed gaat. Daarbij versmachten de zogenaamde gewone mensen vaak radeloos in allerlei geestelijke nood en vertwijfeling, duisternis, armoede en blindheid, waarbij dikwijls ook hun lichaam niet meer de voeding kan verschaffen die het nodig heeft; want de zogenaamd als enigen door God geroepen priesters, die zich als vliegen vermeerderen en traag en werkschuw zijn, terwijl ze het arme volk allerlei beloften doen over hemelse vreugden aan gene zijde en nog vaker gruwelijk bedreigen met eeuwige helse straffenkwellingen en pijnen, en zo werkelijk alles voor hun mond wegroven en daarmee hun buik vetmesten, zoals je dat nu zowel bij de Farizeeën alsook bij alle heidense priesters kunt zien.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als iemand dus een verzoek heeft, namelijk of God, de enig ware Schepper en Vader van alle mensen en engelen, hem bij het een of ander wil helpen, dan moet hij met zijn verzoek niet naar een tempel of een synagoge en ook niet naar een priester gaan, maar zich afzonderen in een kamertje -en met name dat heel stille kamertje van zijn hart -en daar tot God bidden en Hem, de meest liefdevolle Vader, om de juiste hulp vragen. Dan zal de Vader, die alles zelfs in het diepst verborgene hoort en ziet, aan degene die alleen op die manier op de juiste manier en in de geest der waarheid levend bidt, altijd graag geven waar hij met recht om heeft gevraagd, daar kunnen jullie allemaal volledig van verzekerd zijn. Maar op een gebed, dat openlijk en in het bijzijn van de mensen ten toon wordt gespreid, waarbij het hart dikwijls heel weinig voelt, zal de Vader in de hemel nooit Zijn almachtige 'amen' uitspreken.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] En als hij zich dan zal verontschuldigen met de opmerking dat hij niet in Mij heeft geloofd, omdat niemand hem op de juiste manier van Mij op de hoogte heeft gebracht, zal Ik tegen hem zeggen: 'Wie heeft jou dan op de hoogte gebracht van een recht, volgens welk jij, omdat je sterker bent, de goederen van de aarde hebt onttrokken aan je medemensen, die eenzelfde recht hadden op een voor hen noodzakelijk bezit, en ze voor jezelf hebt opgehoopt? Had je niet moeten handelen volgens het juiste inzicht en het recht, dat door de inrichting van de aarde en haar natuur voor ieders ogen en oren luid verkondigd wordt, aangezien je toch duidelijk had moeten waarnemen dat de aarde met haar goederen er niet voor jou alleen, maar ook voor alle andere mensen is en moet zijn?!
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Als dat nu zo is en niet anders -hoe kun je je tegenover Mij dan verontschuldigen door te zeggen dat jij geen acht kon slaan op je arme medemensen, omdat je in je onwetendheid over God geen verplichtingen tegenover hen hebt opgemerkt! Op deze manier heb je in het eerste geval het recht van de natuur, waar zelfs alle betere heidenen zich naar richten, door je gierigheid met voeten getreden, maar in het tweede geval, waarin je je verontschuldigt tegenover Mij, ben je een leugenaar. Hier zul je dus het loon van de gierigheid en dat van een leugenaar ontvangen, en voortaan zal er door Mijn uitverkorenen net zo aan jou gedacht worden als jij in de materiële wereld aan een enig ware God hebt gedacht en zoals jij die boven alles hebt liefgehad, alsook je medemensen!'
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Ik zei: 'Wat Mij betreft zullen jullie niet gedwongen worden naar huis te reizen of om hier langer te blijven; maar als zich na het ochtendmaal een gelegenheid voordoet om naar huis te reizen, kunnen jullie die wel benutten!'
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Kijk nu eens naar jullie soldaten, hoe ze met de andere schippers, die hun hoofd schudden, overleggen wat er met jullie lekke schip gedaan kan worden! Het water eruit hozen helpt niets; want dat zou een even vergeefs werk zijn als wanneer iemand een beek leeg zou willen scheppen. Want er zou immers evenveel en nog veel meer water weer opnieuw in de beek stromen als hij eruit weg zou halen. Kom nu maar heel dapper met mij mee en overtuig je ervan dat het inderdaad zo met jullie schip gesteld is!'
Hoofdstuk 211: Rafaël bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495  ...