Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 483 van 1088

...  471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496  ...
[14] Maar U, o Heer en Meester, bent de ware Isis Zelf en licht de dichte sluier nu voor ons mensen op, en dat is naar mijn mening het ware, geestelijke levensrijk, dat U nu onder ons mensen op deze aarde sticht en waarvan U de enig ware Heer en Koning bent, in Uw geest was en voortaan ook zult blijven. Want als de liefde, de waarheid en het leven een en dezelfde kracht is, dan is het leven even onvergankelijk en onvernietigbaar als de waarheid als zodanig eeuwig waarheid moet blijven.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Daarop vroeg hij Mij echter ook wat de overste gerechtigd was te ondernemen, en wel uit naam van de achtergebleven weduwen en wezen, in Verband met de honderd dertig in het meer verdronken soldaten, die toch ook mensen waren en zich onder dwang naar de wil van die woesteling moesten voegen en, zoals bekend, tegen de meest armzalige soldij; want de soldaten, die Herodes zeer toegewijd en trouw waren en zijn lijfwacht vormden, hadden van hem de begunstiging ontvangen om net als iedere andere staatsburger in het huwelijk te treden. En nu de soldaten er niet meer zijn, wie zal nu dan hun vrouwen en kinderen onderhouden en voeden?'
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Maar Herodes moet aan degenen die door zijn trouwe jachthonden vaak erg onderdrukt zijn, de schade vergoeden, omdat hij nagelaten heeft zijn jachthonden die strenge wetten te geven, volgens welke zij niet naar eigen willekeur met de arme onderdanen hadden mogen omgaan! Bovendien vond hij het zelfs ook wel goed, als hij soms iets hoorde over de geheime praktijken van zijn jachthonden; want daardoor hoefde hij immers geen betere soldij uit te betalen.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Die vreselijke jachthonden hebben uiteindelijk hun verdiende loon gekregen, en Herodes moet alleen de door hen toegebrachte schade vergoeden, waar de overste heel goed voor zal kunnen zorgen. En nu kun je weer naar jullie hut gaan, waar je vol verlangen verwacht wordt. Morgen zullen we elkaar weerzien.'
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[25] De commandant bedankte Mij heel uitbundig voor Mijn onderricht en geduld, en begaf zich toen geheel getroost naar zijn metgezellen en vertelde hun alles wat hij van Mij had gehoord.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Om die reden is het ook nooit tot een onderzoek gekomen; de soldaten van Herodes hadden de vrije hand en konden, met name bij de vaak voorkomende wettelijke invorderingen van belasting, het volk al naargelang hun kwade willekeur onderdrukken, zonder daarbij door iemand bekritiseerd te worden. En als er al iemand naar een Romeinse rechter ging en zich beklaagde vanwege de grove, zware en dikwijls niet op te brengen belasting door die ellendige Herodes, dan haalde dat weinig of niets uit; hoogstens kreeg hij dan het advies om zich van Herodes vrij te kopen en Romeins burger te worden.
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Uit wat jij, vriend Leander, ons van Zijn woorden hebt meegedeeld, blijkt duidelijk dat onze grote Nazarener de uit de hemelen in deze wereld gekomen Messias is, getrouw naar waarheid volgens de vele beloften van de profeten en toegerust met alle goddelijke wijsheid en macht, waarin ik nu onwrikbaar geloof; want Hij heeft ons dat immers overduidelijk bewezen, doordat Hij door de macht van Zijn alles doorschouwende en alles kennende wijsheid en door de puur goddelijke macht van Zijn wil de hevige storm op het meer liet ontstaan, waardoor de trouwe jachthonden van Herodes hun beslist allang verdiende loon hebben gekregen. Hem zij dus alle eer!
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Zoals altijd was Ik het eerst op de been; maar ook de leerlingen werden vrijwel tegelijk met Mij wakker en gingen samen met Mij naar buiten, en wel naar de oever van het meer, waarover een verkwikkende ochtendbries woei die het oppervlak van het water een lieflijke beweging gaf, terwijl de zon al bijna boven de horizon uitkwam. Op de waterspiegel van het meer vertoonden zich hier en daar hele groepen van allerlei soorten drijvende vogels, grotere en kleinere, die hun goed smakende ochtendmaal zochten.
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ja, in Mijn rijk in het andere leven zal er wel een eeuwige ochtend zijn; maar waaruit die zal bestaan, zou jij nu nog veel minder kunnen vatten dan je Rafaëls uitleg hebt begrepen. Maar als je op deze aarde langer van de ochtend wilt genieten, ga dan altijd een paar uur eerder naar buiten, dan zul je meer dan drie uur van de ochtend kunnen genieten!
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Als op deze aarde de mensen vanuit hun vrije wil ook maar even goed waren als de aloude inrichting van de aarde, zou er voor velen reeds hier een ware, geestelijke levensochtend zijn, waar ieder mens vóór alles naar zou moeten streven! - Heb je deze heel natuurlijke woorden van Mij goed begrepen?'
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard uit Jesaïra, die ook nog voortdurend aanwezig was, en de ons bekende bootslieden bekeken het afgedekte schip, dat tijdens de nachtelijke storm de soldaten van Herodes naar de oever had gebracht, die nu nog in hun hut rustten, en ze verbaasden zich erover dat dit schip, dat toch al tamelijk oud en absoluut niet stevig gebouwd was, niet samen met de andere vier gezonken was.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Rafaël zei: 'Vriend, dat heeft niets anders te betekenen dan dat ten tijde van hun grote trek vanuit de grote meren en zeeën van het hoge noorden een heel andere wind waaide dan gewoonlijk in die tijd; en door die wind, die voor de tijd van de trek van deze vogels ongewoon was, komt het dat dit meer nu rijker met deze dieren bevolkt is dan anders. Een ander heel natuurlijk gevolg van dit verschijnsel is, dat de winter van dit jaar heel zacht zal worden -anders waren deze vogels wel verder naar het zuiden getrokken om daar hun verblijfplaatsen voor de winter te zoeken. Achter dit geheel natuurlijke verschijnsel zit dus helemaal niets bijzonders en opmerkelijks.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Terwijl alle aanwezigen nog over het een en ander spraken, kwamen ook onze mensen uit Joppe naar ons toe aan de oever, drongen zich naar Mij toe, bogen diep voor Mij en bedankten met hoog opgeheven handen voor de genezing van gisteren en voor de onverwacht vriendelijke opname en verzorging.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] De visser die op Cyprus geboren was, zei: 'O Heer en Meester vol goddelijke kracht, macht en wijsheid, wij hebben Uw ware en wijze raad door Uw liefde en genade nu goed begrepen, in ons gemoed als goddelijk raad aangenomen en we zullen er in het vervolg ook naar handelen; maar sta mij toe, o Heer en Meester, een opmerking ter verontschuldiging te maken!'
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Begrijp dit alles en onthoud het buitengewoon goed, en handel er ook naar, als jullie je nakomelingen niet tot een nog duisterder heidendom willen zien overgaan dan nu op deze aarde overal onder de mensen gewoon is.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496  ...