Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 483 van 1490

...  471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496  ...
[5] Ze hebben via hun spionnen ontdekt dat Ik met Mijn leerlingen en alle andere vrienden deze berg ben opgegaan en er zal amper twee uur voorbijgaan of wij zullen hun nieuwe knechten en achtervolgers hier te zien krijgen. Maar Mijn tijd, waarover Ik met jullie reeds gesproken heb, is nog niet aangebroken, daarom zal Ik hen door Mijn Rafaël, maar eerst door de zeven hier nog aanwezige Opper-Egyptenaren, flink laten tuchtigen, dan zullen ze ons weer een tijd lang met rust laten. Maar nu gaan we aan tafel om onze ledematen te versterken! Degenen die beneden zijn moeten maar doen wat zij willen!'
Hoofdstuk 204: De Heer met de Zijnen op de Olijfberg Uit de jongelingsjaren van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ikzelf vertelde de gasten het een en ander uit Mijn jeugd, waar alle aanwezigen in hoge mate van genoten. De aanwezige bekeerde Farizeeën en schriftgeleerden bevestigden het allemaal; een van hen vertelde zelfs in het kort van de gebeurtenis, dat Ik op twaalfjarige leeftijd alle hogepriesters, Oudsten, schriftgeleerden en Farizeeën in de tempel met Mijn wijsheid tot opperste verbazing had gebracht en hij voegde er nog de opmerking aan toe, dat men reeds in die tijd gedurende enkele jaren zelfs in de tempel stellig de mening was toegedaan, dat Ik mogelijkerwijs toch de beloofde Messias was. Maar daarna had men van Mij niets meer gehoord en meende dat Ik als een geestelijk te vroeg gewekte knaap ofwel gestorven was, of dat de Essenen Mij hadden leren kennen en in hun scholen hadden opgenomen, natuurlijk met toestemming van Mijn aardse ouders. En zo was deze aangelegenheid bij de tempel toen langzaamaan ingeslapen en pas nu, de laatste tijd, weer wakker geroepen.
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De Griek zei: 'Goed, mijn vriend, ik zal je er ook met toe verleiden; want ik ben ook al zo oud als jij en ik ken je al langer dan jij je kunt voorstellen. Maar als jij deze wet met betrekking tot ons heidenen vandaag de dag zo streng in acht neemt, -hoe komt het dan dat je het niet zo nauw nam, toen je vanwege de vervolging van de kant van je geloofsgenoten met je jonge vrouwen je kinderen naar ons heidenen in Egypte kwam gevlucht?
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Omdat Jozef de Griek nu wel herkend had, zei hij enigszins verlegen: 'Ja, luister mijn vriend! je hebt me in Ostracine inderdaad grote vriendschap bewezen en het zou nu onredelijk van me zijn als ik niet aan je verlangen tegemoet zou komen; maar omdat ik een strenge jood ben, zal ik hier toch eerst met de Oudste van deze stad over spreken en dan handelen overeenkomstig zijn advies.'
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik keek de Griek recht aan en zei: 'Als je goed ingewijd bent in onze leer, zullen je ook Salomo's wijze spreuken niet onbekend zijn. En zie, volgens een van die spreuken heeft alles in deze wereld zijn tijd! Toen ik een kind was, was Ik zeker nog geen krachtige jongeman; en omdat Ik nu een krachtige jongeling ben, ben Ik geen kleine jongen meer en werk Ik evenals iedere andere jongeling met alle vlijt en ijver, omdat Mijn Vader in de hemel dat zo wil. Ik ken Hem en weet ook altijd wat Zijn wil is, en doe alleen datgene wat Hij wil. En zie, dat behaagt Mijn Vader in de hemel!
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik verrichtte als klein jongetje waarlijk grote tekenen om de mensen kenbaar te maken, dat Ik als Heer uit de hemelen naar deze wereld ben gekomen; maar in de loop der tijd hechtten de mensen er niet zoveel waarde meer aan en ergerden zich zelfs als Ik voor hun ogen een teken verrichtte. Maar toch ben Ik Dezelfde gebleven die Ik ben en zal voor de mensen weer tekenen verrichten om hun kenbaar te maken dat Gods rijk nabij gekomen is. Wanneer Ik dat echter zal doen, zal door Mijzelf te juister tijd bepaald worden. Heil degene die aan Mij zal geloven en zich niet aan Mij zal ergeren!
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Hierop zei Jozef 'Wel, wel, dat is heel wat, datje nu eens een keer zo veel en zo wijs hebt gesproken, en ik zie ook in dat je helemaal gelijk hebt. Maar toch moet je ook de priesters niet voor het hoofd stoten en van te voren met hen overleggen om te voorkomen dat ze je voor een ketter uitmaken. Als men van te voren met hen overlegt over een werk dat volgens de letter van de wet toch niet in de haak is en een klein offer geeft, dan geeft een wijze priester ook altijd graag toestemming voor een werk, dat niet duidelijk volgens de wet is toegestaan. Ik zal daarom meteen naar onze Oudste gaan en hem deze kwestie voorleggen.'
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Waarlijk, wie angstvallig de vriendschap van de wereld nastreeft, verspeelt daardoor gemakkelijk de vriendschap van God! Maar Ik geef hier het volgende advies: Wij bewijzen deze Griek vriendschap en vragen onze heers en hebzuchtige priesters helemaal niets, en doen wat er gedaan moet worden, want deze man heeft ons veel vriendschap bewezen; zouden wij hem nu vanwege onze priesters de door hem gevraagde vriendschap weigeren? Nee, dat doen wij niet! En als jij dat niet durft, dan zal Ik alleen dat huis en die stal voor hem bouwen!'
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Toen zei Jozef 'Nee maar, wat is er vandaag opeens met je aan de hand? Zo eigenzinnig en weerbarstig heb ik je al jaren niet meer gezien en ook niet horen spreken! Wanneer vooraanstaande joden en Oudsten mij bezoeken en vaak graag met je willen praten, ben je zo zuinig met je woorden en je bent ook nog haast nooit zo gebiedend opgetreden; en nu komt er een heiden en je wilt meteen alles voor hem doen wat hij maar wenst! Hoe komt dat nu zo opeens? Ik zou nu bijna weer geloven dat je voor deze Griek ook wonderen zou willen gaan doen, -wat je toch al zo lang voor geen enkele jood meer gedaan hebt!'
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar deze Griek is vol goed geloof en een vriend van het innerlijke ware levenslicht, die zich er ook niet aan ergert als Ik een teken voor hem doe; daarom is het dan toch ook heel begrijpelijk, waarom Ik Me tegenover hem heel anders gedraag dan ten opzichte van die duistere joden.
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar omdat we deze kwestie nu duidelijk hebben besproken en weten wat we van de wereldse voorschriften van de joden moeten denken, maar men van de andere kant toch ook nog heel goed weet dat jij van die vele joden de eerlijkste en meest waarachtige bent en je niet gebonden acht aan nietszeggende vormen, kunnen we nu misschien reeds met elkaar afspreken hoe en onder welke voorwaarden jij voor mij het woonhuis en de grote varkensstal wil bouwen. Je wonderbaarlijke zoon zal er vast wel voor zorgen, dat jij daarbij van geen enkele kant kritiek hoeft te verwachten. Zeg nu, vriend, hoe je erover denkt!'
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Hierop zei de Griek tegen Jozef 'Nu herken ik je wonderbaarlijke zoon pas weer helemaal en het is een grote vreugde voor me dat hij ons heidenen niet zo beoordeelt als de andere joden, die zichzelf als de zuiverste kinderen van God beschouwen, maar als mensen gewoonweg stinken van je reinste hoogmoed en elkaar nog erger vervolgen dan honden en katten. Als klein kind al heeft deze zoon van jou zich vaak beklaagd over het jodendom zoals het nu is; maar nu als volwassen jongeman heeft hij duidelijker gezegd wat hij dacht en laten zien hoe het eigenlijk met de joden gesteld is. Zijn oordeel doet me nu des te meer deugd, omdat hij het precies zo heeft gezegd als het in het diepst van mijn ziel leeft.
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Luister, Mijn aardse pleegvader Jozef.Alleen van Mijn wil hangt het af of iemand je bij dit goede werk kan verraden. Want hoewel Ik hier om genoemde redenen al lang geen tekenen meer heb verricht, ben Ik toch geheel Degene die Ik in het begin was en Mij zijn alle dingen mogelijk! Zon, maan, sterren en deze hele aarde, alsook alle hemelen en de hele hel moeten aan Mij gehoorzamen en zich richten naar Mijn wil, -en zou Ik dan vrees moeten koesteren voor de duistere en blinde priesters van onze synagoge?!
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Sluit maar rustig een bouwcontract af met deze achtenswaardige man, en laat de rest aan Mij over! We zullen dan geen enkele moeite hebben met de bouw; want Hij die in staat was om hemel en aarde te bouwen, zal immers ook gemakkelijk in staat zijn om voor een brave Griek, die in zijn hart een volkomen jood is, een goed woonhuis en een varkensstal te bouwen!
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'je moet je over andere dingen zorgen maken! Wie kan ons horen als Ik het niet wil, en wie zal ons stenigen terwijl Ik Heer over alle stenen ben? Kijk eens naar deze steen hier, die Ik nu heb opgetild! Ik wil nu dat hij voor de ogen van de wereld volledig teniet gaat! En kijk, het is al gebeurd! Als een domme jood nu zulke stenen naar ons zou gooien, zouden die ons dan enige schade kunnen toebrengen?! Kijk eens naar de zon! Zie hoe die straalt met haar heldere licht! En omdat Ik ook Heer ben over de zon, wil Ik dat ze nu enkele ogenblikken lang geen licht zal geven! En zie, het is nu duister als in de nacht!'
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496  ...