Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 484 van 1166

...  472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497  ...
[19] En opdat jullie geloven dat het wonderbaarlijk genoeg en inderdaad zo is, moet je eens naar deze waterkaraffen van ons kijken! Op verzoek van deze wonderbaarlijk machtige dienaar van de ene, ware God zijn die door mijn twee dienaren hier vol water op deze tafel gezet, wat zij tegenover iedereen kunnen getuigen. Aangezien ze flinke dorst hadden wilden deze gasten het water direct drinken, maar de machtige godsdienaar zei tegen hen dat ze het water pas moesten drinken nadat hij het eerst gezegend had. Daarop ademde hij over de karaffen en het water, en onmiddellijk werd het in de beste wijn veranderd. Daar staat nog een volle karaf; neem en proef de inhoud, en oordeel of het water dan wel wijn van de allerbeste soort is!'
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Maar hier is geen enkele geheime en verborgen valsheid te ontdekken, en daarom is het een volkomen echt wonder van een levende God; dat geloof ik nu helemaal, en tot aan mijn dood zal ik aan dat geloof vasthouden. En proef nu allemaal van deze wijn en geef je oordeel!'
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Zo weet hij ook van de tot op heden ongeneeslijke ziekte van onze liefste dochter Helena, en hij heeft mij dan ook beloofd dat hij haar zou genezen, als ik de dode afgoden, groot en klein, allemaal uit huis zou verwijderen en mij dan met mijn hele huis aan de ene, ware God houd en Hem alleen de eer geef. Ik durfde mij echter toch niet zelf te vergrijpen aan de dode afgoden, uit vrees dat ik eerst door iemand verraden en daarna door de priesters en rechtbanken gestraft zou worden, maar ik zei tegen deze wonderbaarlijke dienaar van de ene ware God: 'Doet u ze onder getuigen weg uit het huis, dan zijn wij er niet verantwoordelijk voor!' En kijk, dat deed hij in één ogenblik, en zodoende zijn al onze talrijke afgoden ook op een uiterst wonderbaarlijke manier in huis helemaal vernietigd; Vlij zijn daar nu allemaal getuige van en kunnen daar niet door de priesters en nog minder door een Romeinse rechtbank voor ter verantwoording geroepen worden, wat jullie allemaal even goed zullen begrijpen als ikzelf.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Toen haar verteld werd dat Ik degene was die haar genezen had, knielde zij aan Mijn voeten, die door haar tranen van dankbaarheid bevochtigd werden. Ook alle anderen bedankten Mij voor de wonderbaarlijke genezing van Helena.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Er is bijna geen Griek die in het Joodse land leeft en handelt, die niet vertrouwd is met de leer van Mozes en de andere profeten. De God nu, die door Mozes aan de Joden verkondigd werd, de God, die op de berg Sinaï onder donder en bliksem met Mozes en door hem en zijn broer Aäron sprak en later ook steeds door de mond van de profeten en vele andere wijze mannen, wiens meer dan heilige naam Jehova is, is de ene, enig ware, eeuwig levende, meest wijze, meer dan goede en oppermachtige God, die de hemel met de zon, de maan en alle sterren en deze aarde met alles wat daarin, daarop en daarboven is, uit Zichzelf heeft geschapen.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Allen zeiden: 'Ja, als Hij dat is - en daar twijfelen we nu niet meer aan dan kennen wij Hem uit de geschriften, die ons goed bekend zijn! De leer van Mozes is ons altijd goed bevallen; maar omdat wij maar al te vaak vast moesten stellen dat die leer met name door de voornaamste priesters in geheel tegengestelde zin werd nageleefd, en dat de enig ware God hun geen enkel kwaad doet als straf voor de misdaden die zij aan hun medemensen begaan, dachten wij: wat voor waars kan een leer dan wel bevatten, als - wat uit al hun daden maar al te duidelijk blijkt -de voornaamste vertegenwoordigers ervan en de zogenaamde godsdienaren daar geen spoortje geloof aan hechten?!
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Kijk, machtige, ware dienaar en priester van de ene, enig ware God, dat was dan ook steeds de reden waarom wij aan de waarheid en echtheid van de leer van Mozes evenzeer twijfelden als aan onze veelgoderij! Omwille van de mensen en hun wetten hebben wij tenslotte wel aan alles meegedaan, maar zelf geloofden wij in geen enkele God meer -maar wel geloofden wij in de alles beheersende krachten van de natuur, die wij door onze geleerden iets nader hebben leren kennen.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Wij zullen ons echter enkel en alleen aan de leer van Mozes houden en nooit aan de vertegenwoordigers ervan in Jeruzalem. Gisteravond laat zijn er vanuit Essea nog een paar van zulke tempelheren bij ons gekomen, die geweldig tekeer gingen over hun eigen tempelbedrijf en de grote macht en wijsheid van de Essenen erg prezen, en wij dachten bij onszelf' Als jullie jezelf al zo afkammen, wat moeten wij vreemden dan wel van jullie denken?' Maar toch bevielen ze ons, omdat ze de waarheid bekenden. Vanmorgen vroeg zijn ze weer verder gereisd. Wat de leer betreft is het ons nu wel duidelijk; maar er is nog één punt, en dat is uw laatste belofte.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Want dat men zijn medemens moet liefhebben als zichzelf, is immers het eerste watje uit de geboden van Mozes opmaakt. Maar je moet ook eens zien hoe de belangrijkste vertegenwoordigers van de leer van Mozes hun medemensen liefhebben;je zou wel met de diepste blindheid geslagen moeten zijn om niet op te merken dat juist deze vertegenwoordigers van de leer er niet in het minst in geloven. Want de waarheid van een echt geloof moet immers blijken uit het handelen volgens de leer, en in het bijzonder bij hen die de leer vertegenwoordigen en verbreiden. Maar wanneer zij door hun handelen nu al voor het oog van iedereen zonder enige schroom of vrees voor een enig ware God laten zien dat zij niets geloven -hoe kunnen wij vreemdelingen ons dan bij hun leer aansluiten?
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Ja, Mijn lieve kinderen, maar juist ter wille van jullie gaat dat niet zo gemakkelijk als jullie denken; maar omdat Ik jullie ook dat beloofd heb, zullen jullie de ene, enig ware God ook allemaal aanschouwen. Maar eerst moet Ik jullie wel op het hart drukken dat jullie hetgeen je gezien hebt niet bekend mogen maken voordat er een jaar verstreken is.'
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik, die nu met jullie spreek, ben Zelf degene die de profeten aan de mensen verkondigd hebben! Volgens Mijn eeuwige raadsbesluit heeft het Mij behaagd om Zelf als mens van vlees en bloed als een helder en leven brengend licht onder de mensen te komen, die in de oude nacht van de zonde dwalen en verkommeren, en hen te verlossen van het harde juk van het gericht en de eeuwige dood.
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] En nu heb Ik jullie dan ook de enig ware, ene God getoond, zoals Ik jullie zojuist beloofd had. Onderzoeken jullie nu jezelf, of je dat ook gelooft! Ja, ook dit geloven jullie nu - maar blijf ook als echte helden in dat geloof en laat jullie daar door niemand meer vanaf brengen, dan zullen jullie leven en de kracht van Mijn wil zal in jullie zijn en blijven! Zo zij het en blijve het!'
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen vroegen Mijn leerlingen, die geld bij zich hadden, de waard wat ze voor het brood en het bronwater moesten betalen.
Hoofdstuk 5: De aankomst bij Jericho De Heer in Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar de waard zei: 'O, hoe kunnen jullie mij dat vragen, daar ik nu immers bij God de Heer en dus ook bij jullie, die zeker Zijn naaste vrienden zijn, eeuwig in de schuld zal staan? leder woord dat Hij tot ons gesproken heeft is immers eindeloos veel meer waard dan alle schatten van de aarde! Al wilden jullie duizend jaar in mijn huis blijven en dag en nacht eten, en ik zou daar ook maar één stater voor vragen, dan zou ik echt niet beter verdienen dan levend en wel als voer voor de slangen en draken gegooid te worden! Maar het is nu bijna middag; wat zou het voor mij een geluk betekenen, als God de Heer met jullie bij mij het middagmaal zou willen gebruiken!'
Hoofdstuk 5: De aankomst bij Jericho De Heer in Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De waard zei: 'O Heer en God, al willen die arme mensen hier een heel jaar blijven, ze zullen hun verzorging krijgen! Als ze over de heerweg gaan, wil ik hun direct mijn lastdieren en met paarden bespannen wagens tegemoet sturen en hen hierheen laten brengen.'
Hoofdstuk 5: De aankomst bij Jericho De Heer in Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497  ...