Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 485 van 1490

...  473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498  ...
[5] Ik zei: 'Dit werk en deze moeite kunnen we ons voor vandaag besparen; want morgen zullen we geen bouwmateriaal en nog minder een bouwplan nodig hebben. Ik had gedacht om vandaag naar Tyrus te gaan en daar een beetje rond te kijken om te zien of er niet iemand is die onze hulp nodig heeft.'
Hoofdstuk 210: De reis naar Tyrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Wij waren het met zijn voorstel eens en dus begaven we ons dan ook onmiddellijk naar het reeds klaar staande ochtendmaal, en iets minder dan een uur later waren we al welgemoed op weg naar Tyrus. Ons kleine groepje ging zonder oponthoud voort en zo bereikten we de stad al na vijf uur, waar de Griek erg verbaasd over was. En hij gaf openlijk toe dat hij deze weg nog nooit in zo'n korte tijd had afgelegd; want een gewone karavaan zou er wel een volle dag voor nodig gehad hebben om door dit zeer uitgestrekte gebied te reizen. Derhalve was deze reis voor onze Griek ook een klein wonder .
Hoofdstuk 210: De reis naar Tyrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] En Ik zei: 'Ja, ja, dat zijn wel echt mooi en wijs klinkende woorden! Het was een heel goed beeld; maar het enig vervelende eraan is, dat het niet zo waar is als het zich laat aanhoren als het zo mooi en plechtig uitgesproken wordt. Maar nu Ik toch bij jullie ben, -waarom vragen jullie Mij dan niet, hoe het met het leven van de ziel na de dood van het lichaam zal gaan? Ik zal het toch beter weten dan jullie! Maar Ik weet niets van een bijna eeuwenlange doodsnacht van de ziel na het afvallen van het lichaam; op het moment dat het zware lijf van je afzal vallen, zul je je ook meteen in de opstanding bevinden en verder leven en werken in eeuwigheid, dat wil zeggen, als je als een in Gods ogen gerechtigd mens deze wereld zult verlaten.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Toen we daar al een hele tijd genoeg naar de zee, de golven en allerlei schepen hadden gekeken, zei Jozef 'Nu we eigenlijk het meest karakteristieke van deze stad hebben gezien en de weg naar de plaats waar we vandaan zijn gekomen even lang is als hier naar toe, zal het nu wel al tijd zijn om ons weer op weg naar huis te begeven.'
Hoofdstuk 210: De reis naar Tyrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen Ik deze woorden had gesproken was de zee plotseling volkomen rustig en het schip van Cyrenius werd door een onzichtbare macht snel naar de veilige oever getrokken en op deze wijze gered voor een zeker ondergaan met man en muis.
Hoofdstuk 210: De reis naar Tyrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Toen Cyrenius aan de oever kwam, zei hij tegen de hooggeplaatsten die hem geluk wensten: 'Ik dank jullie voor je oprechte medeleven met het ongeluk dat mij zeker te wachten gestaan zou hebben; maar het is uiterst verbazingwekkend, hoe de geweldig tekeer gaande storm zo plotseling ging liggen. Dat deed me helemaal denken aan eenzelfde gebeurtenis bij Ostracine in Egypte. Daar bevond zich toen een wonderbaarlijk kind van een joodse familie die daar naartoe was gevlucht. Dat kon de storm ook zo plotseling doen bedaren, terwijl het omgekeerd ook een storm tevoorschijn kon roepen. Dat zal ongeveer twintig jaar geleden zijn. Ik heb al alles geprobeerd om uit te laten zoeken waar dat gezin verblijft, maar tot nog toe was het allemaal tevergeefs. Ik heb nu ook allang niet meer aan dat gezin gedacht; maar het plotselinge ophouden van deze storm heeft dat vergelijkbare verschijnsel, dat ik, zoals ik net zei, al eens eerder heb meegemaakt, weer in mijn herinnering geroepen.
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Jozef maakte een diepe buiging en zei: 'Eerbiedwaardige, het is een te grote eer die u ons, arme timmerlieden uit Nazareth, hebt bewezen door zelf naar ons toe te komen, terwijl u toch maar hoefde te gebieden dat wij naar u moesten komen! Maar nu u al hier bent, zeg ik u met mijn hart vol dankbaarheid voor al het goede, dat u mij en mijn gezin inderdaad ongeveer twintig jaar geleden, reeds hier en later in Egypte, hebt bewezen, dat ik werkelijk diezelfde timmerman jozef ben en dat ook deze nu volwassen jongeman, nu ook timmerman, precies dezelfde is die u toen als een wonderbaarlijk jongetje hebt leren kennen.'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Maar Ik zei: 'Lieve Cyrenius, vanavond willen wij wel gehoor geven aan jouw wens; maar morgenvroeg moeten we bij deze Griek zijn, die meer dan zeven uur hier vandaan woont, omdat we daar een nieuw woonhuis en een grote varkensstal moeten bouwen.'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Dat is allemaal heel goed, best en mooi van je, en wij zullen ook gehoor geven aan je uitnodiging. Maar nu zouden we graag nog een tijdje hier blijven; want Ik wil " Mijn broer Jacobus en ook deze brave Griek Anastocles de verschillende dieren van de zee laten zien en daar zullen we nog wel een paar uur voor nodig hebben.'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Cyrenius zei vol verbazing: 'O eindeloos grote fantasie van de ene ware God! Wat een oneindig grote volheid van belichaamde gedachten van God! Wat een oneindige verscheidenheid! Wat een kolossen van zeemonsters komen telkens weer hier naar toe, aangetrokken door een onzichtbare scheppende kracht! Ruim een uur duurt deze wonderbaarlijke processie al, en nog is bij lange na het einde niet in zicht! Niet eens een duizendste deel kennen we bij naam en U, o Heer, roept ze in Uw wil naar Uw wijsheid zeker bij hun naam en alle dieren volgen Uw almachtige roep! O, allen die hier zijn moeten goed kijken, want jullie zien nu wat het oog van een sterfelijk mens nog nooit heeft gezien!'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Toen onze Cyrenius dat tegen de hooggeplaatste had gezegd, nam deze het woord priester niet meer in de mond.
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Er kwamen nu de meest zeldzame schelp en schaaldieren voorbij zwemmen en Cyrenius sprak de wens uit dat hij, als aandenken aan deze wonderbaarlijke dag, graag enkele van die heerlijke schelpen en hoorns zou bezitten.
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Hij wil het, en de elementen onderwerpen zich aan zijn wil. Hij geeft bevelen aan de dieren van de zee, zoals een veldheer aan zijn troepen en ze gehoorzamen aan zijn bevel. Ik voor mij heb geen verdere tekenen als bewijs nodig, dat zijn gehele wezen van volledig goddelijke natuur moet zijn! Want wie in staat is tot hetgeen deze man kan en vermag, moet ook tot alle andere dingen in staat zijn. Van déze man zou ik durven te beweren, dat hij ook een wereld zou kunnen scheppen als hij dat wilde. Daarom zouden we hem dan ook goddelijke eer moeten bewijzen!'
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De ware en voor God geldende verering bestaat uit het volgende: ten eerste dat men zonder twijfel en vast gelooft aan slechts één ware God, die hemel en aarde en alles wat er is, heeft geschapen; ten tweede dat men deze ene door het geloof erkende God boven alles liefheeft en volgens Zijn wil leeft en handelt; en ten derde dat men ook zijn naaste zo liefheeft als zichzelf
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zie, uit deze drie dingen bestaat de ware verering van God; al het andere is ijdel en heeft voor God niet de minste waarde!
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498  ...