Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 486 van 1490

...  474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499  ...
[1] (De Heer): 'Toen allen deze woorden uit Mijn mond hadden vernomen, waren ze verbaasd over Mijn wijsheid en Cyrenius zelf zei: 'Ja, ja, dat zijn geen woorden zoals mensen ze spreken, maar die woorden zijn waarachtig van God; want uit ieder woord komt als het licht uit de zon de stralende waarheid, waar zelfs het meest scherpzinnige menselijk verstand niets tegen in kan brengen.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer) : 'Aan het eind van Jozefs verhaal zei een hoge raadsheer tegen Cyrenius: ' Als dat allemaal waar blijkt te zijn wat er over deze mens verteld wordt, moet hij zonder meer een God zijn; want niemand heeft ooit gehoord dat een natuurlijk mens, alleen door de macht van zijn wil, zulke daden heeft verricht. Wij hebben ook wel een heleboel magiërs gezien die allerlei wonderlijke daden verrichtten, -maar meestal kwam men er al gauw achter, hoe en met welke middelen. Ook in het verre achterland van Egypte moeten er mensen zijn, die door hun wil en hun blik in staat zijn om alle dieren te temmen, -maar dat is toch allemaal niets vergeleken met het vermogen van deze mens!
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Alleen wat in liefde wordt gedaan, is een waar iets voor God; maar wat men doet uit een zekere vrees voor Gods macht, om God zachter en milder te stemmen, is voor God een gruwel. Want voor het verrichten van de zogenaamde godsdienstige handelingen, die met alle mogelijk ceremonieel plaatsvinden, worden nu eenmaal altijd en overal bepaalde priesters aangewezen. Deze beschouwen zichzelf daarom ook als veel waardiger dan de andere mensen en kijken op hen neer, zij laten zich enorme eer bewijzen en zitten boordevol hoogmoed. Tenslotte houden zij zichzelf voor goden en spreken vanuit hun eigen willekeur recht over hun arme naasten, die vaak duizend keer beter zijn dan de verwaande en heerszuchtige priesters. Denk jij echt dat God vreugde en plezier zal beleven aan zulke opgeblazen protserige vereringen, die door de zojuist beschreven priesters worden uitgevoerd en door het volk duur worden betaald?
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zegje: wanneer er zo'n dienst wordt gehouden ter ere van God en God daar in Zijn allerhoogste wijsheid vreugde aan zou beleven, zou Hij geen God zijn, maar evenals de dienstdoende priester een blind dom mens vol hoogmoed en vol heerszucht. Hoe kan iemand de ware God daartoe instaat achten, die door Zijn eeuwige liefde, wijsheid en macht toch alles uit Zichzelf geschapen heeft en door Zijn eeuwige goedheid en erbarming ook alles eeuwig doet voortbestaan? Waar is in Gods hele oneindigheid een wezen, dat zich met succes tegen God zou kunnen verzetten en het tegen Hem zou kunnen opnemen? Alles wat de eindeloze scheppingsruimte bevat, is immers Gods gedachte en wil! Als God deze aarde niet meer zou willen laten bestaan, wanneer ze met Hem zou willen strijden, hoeft Hij immers maar te willen dat ze niet meer bestaat, en ze is er niet meer! En daarom heeft God van de mensen, die Hij tot Zijn ware kinderen wil maken en opvoeden, geen andere verering nodig dan dat ze Hem als een ware, heilige Vader boven alles liefhebben en altijd graag doen wat Hij hun als Zijn wil te kennen geeft.
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Er zijn onder ons veel mensen die fysiek arm zijn en die wij, rijken en in aards opzicht machtigen, wel altijd kunnen helpen als we dat maar willen; maar wij zijn allemaal arm in geestelijk opzicht en deze armoede is veel erger dan fysieke armoede, omdat niemand van ons de ander kan helpen. Want wat men zelf niet heeft, kan men ook een ander niet geven. Maar U bent in Uw geest oneindig rijk en kunt ons van Uw eindeloos grote overvloed wel zoveel doen toekomen als nodig is om ons te helpen.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Laat vooral de volle waarheid in het hart van de mensen doordringen en laat ons zien, hoe we van de ergste plaag voor onze zielen op deze wereld af kunnen komen!
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Deze ergste plaag is echter ons afgodendom en zijn onze priesters. Deze duizendmaal duizend geprivilegieerde bedriegers van de mensen hebben verstand van magie en toverij of liever gezegd, ze plegen allerlei soorten bedrog, imponeren daardoor de met blindheid geslagen volksmenigte en zijn, doordat zij voornamelijk met het volk omgaan, in het volle bezit van de macht over het volk, wat het voor ons eindeloos moeilijk maakt om het volk voor te lichten; want als uiteindelijk zelfs de keizer betere scholen zou willen oprichten voor het volk, zouden die vreselijke priesters het hele volk maar al te gauw tegen de keizer opzetten en zou hij met leger en al verloren zijn.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Zie, zo veel liefde heeft de goddelijke wijsheid voor de mensen, die ze ooit als haar kinderen in deze wereld heeft geplaatst ter beproeving van de volstrekt vrije wil, die hun werd gegeven. Begrijp dat daarom goed en stel verder geen zinloze vragen aan Mij; want God heeft uit Zichzelf voor eeuwig een orde bepaald en daar zal het ook eeuwig bij blijven! En laten we nu over iets anders praten, als jullie dat willen!
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Cyrenius zei daarop: 'Ja, dan is het inderdaad maar verstandiger ons zo te gedragen als Hij dat wenst; want Zijn innerlijk is vervuld van Gods geest en wat Hij wil, gebeurt. Wij, zwakke mensen, kunnen dan maar beter geen gevecht met Hem aangaan, waar ik twintig jaar geleden al van overtuigd was. Maar nu is het de vraag over wat voor andere dingen we nu dan nog zullen praten, omdat Hij toch het meest denkwaardige fenomeen van deze tijd is, zoals ook van alle andere tijden en dat ook tot aan het einde van de wereld zal blijven."
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Hierop zei Jozef: 'O, dan kan ik je welonmiddellijk een onderwerp noemen, dat wel aantrekkelijk voor Hem is! Luister, wat hebben jullie, die toch in heel wat mysteries zijn ingewijd, voor een voorstelling van de schepping van het eerste mensenpaar op deze aarde?'
Hoofdstuk 216: Kritiek van de Romein op de aardse toestanden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar menigeen zal, ook al omwille van zijn medemensen, op deze aarde gelijk Mij vervolmaakt worden, maar alleen langs de enig mogelijke weg van de ware verering van God, die Ik jullie zojuist heb uiteengezet,toen jullie overwogen Mij goddelijke eer te bewijzen.
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De eenvoudige oermensen van deze aarde konden dat; maar toen de latere nakomelingen steeds meer en meer verzonken in het materiële van de wereld, verloren ze ook het vermogen om de afgescheiden zielen te zien en met hen om te gaan. Daardoor kwam het duister van de twijfel over hen, waarin ze zelfs ook het geloof aan een voortleven na de dood van het lichaam verloren en zich angstig onder elkaar begonnen af te vragen of er na de dood van het lichaam wel een voortleven van de ziel bestond.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] En zie, deze toestand vol twijfel van de grof zinnelijke mensen is een ware straf voor hun zedelijke verdorvenheid, en het is goed zo! Want zonder deze bittere straf zouden de mensen steeds meer en dieper wegzinken in het gericht van de materie; en zo houdt de angst voor de dood van het lichaam hen daarvan af, omdat ze niet kunnen weten en beseffen wat er na de dood van het lichaam met hen zal gebeuren!
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Het is ook moeilijk om te bewijzen dat de ziel van de mens na de dood voortleeft, maar het is nog altijd gemakkelijker dan met zekerheid aan te tonen of, hoe en wanneer een enkel mensenpaar of misschien ook wel meerdere mensenparen in dezelfde tijd of in zeer verschillende tijden op deze aarde zijn gezet. Alleen een God kan dat weten, maar nooit een kortzichtig en ook veel te kort levend mens; want als hij dank zij zijn vele ervaringen misschien net tot het beschouwen van diepere waarheden zou kunnen komen, moet hij de wereld al verlaten! Omdat ik dat maar al te goed ken, geef ik werkelijk niets meer om zulke dingen en onderzoeken! Kortom, hoe het hele leven op aarde is ingericht, is en blijft voor denkende mensen slecht.
Hoofdstuk 216: Kritiek van de Romein op de aardse toestanden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Zie, als God de mensen alleen voor deze aarde had geschapen, zou het wel een vreemde liefhebberij van Zijn kant zijn om aan één stuk door te scheppen en het geschapene dan weer te vernietigen; maar omdat Hij de mensen voor een hoger en eeuwig leven heeft geschapen en hen slechts zo lang op deze aarde laat bestaan tot ze de strikt noodzakelijke beproeving van hun vrije wil, of op z'n minst het bestaan in het vlees hebben doorgemaakt, is het een ware en levende liefhebberij van God ten opzichte van Zijn mensen, dat Hij ze op deze jammerlijke wereld slechts zo lang in het vlees laat leven als voor de ene of andere mens hoogst nodig is! Wanneer de eigenlijke mens deze aarde verlaat, zal hij aan gene zijde wel naar scholen gestuurd worden die geschikt zijn om hem tot de hogere en geheel ware levensvervolmaking te brengen. Daar zal hij dan ook wel een ware voorlichting krijgen over de genesis van de eerste mensen van de aarde.
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499  ...