Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 486 van 1112

...  474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499  ...
[6] Toen ze weer vaste voet hadden gekregen, stuurde de commandant zijn soldaten direct weg en gaf ook de wachten, die buiten om de zaal heen stonden, het bevel om zich naar hun woonhutten en kampementen te begeven, wat ook onmiddellijk gebeurde. Zelf bleef hij echter met twee van zijn hoogste onderaanvoerders bij ons in de zaal, ging aan een kleine bijtafel zitten en liet zich brood en wijn geven, en nu zei hij tegen Ebal (de commandant): 'Dat kunnen jij en die almachtige ons voor de volledige kwijtschelding wel toestaan! Had je mij buiten iets gezegd over de macht van deze zeer uitzonderlijke mens, dan zou ik vast en zeker meer menselijke eisen aan je hebben gesteld! Maar wie had ook kunnen vermoeden dat zich onder deze mensen, die volgens jou je oude vrienden zijn, een aan de goden gelijke almachtige magiër bevindt?
Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Blijf dan, waar het Godsrijk en het eeuwige geestelijke leven ervan heerst; want Ikzelf ben de Waarheid, het Godsrijk, de Opstanding en het eeuwige Leven. Wie in Mij gelooft zal het eeuwige Leven ontvangen, wanneer Ik hem op de jongste dag zal opwekken. In degene die in geloof en in liefde in Mij blijft, zal Ik ook blijven; en in wie Ik blijf, heeft het eeuwige leven reeds in zich en zal de dood nooit zien, voelen of smaken. Blijf dus hier bij Mij, en door jullie liefde in Mij!'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] In die toestand ziet de ziel dan reeds de goede vruchten van haar werken en begint zich daar steeds meer over te verheugen; en dat aanschouwen is dan de ware opstanding van het vlees.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Hoe zal die er echter uitzien? Kijk, die zal aan gene zijde voor eeuwig tot de prachtigste, van alles uitstekend en rijk voorziene woonomgeving van de ziel worden, waar ze zich in uiterste zaligheid van de ene volmaaktheid naar de andere zal verheffen!
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] De natuurgeesten die de grove materie reeds verlaten kunnen mettertijd ook mensenzielen worden; maar meer op dit gebied zul je pas inzien, als je ziel zich in dat dal van Josafat zal bevinden. Daarom nu niets meer daarover!
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Nauwelijks had Ik dat tegen Ebal gezegd, of de commandant stond onmiddellijk op van zijn stoel en kwam met een vriendelijk gezicht naar Mij toe.Toen hij bij Mij was, zei hij: 'Grote en machtige meester op het mysterieuze gebied van uw kunst en wetenschap, waardoor u alle geheime krachten van de natuur aan u hebt onderworpen, ik heb jullie gesprekken met gespannen aandacht beluisterd en daaruit afgeleid dat jullie allemaal tot die Joodse godsdienstige cultus behoren, die veel goeds, maar daarnaast heel veel slechts bevat, waaruit zich langzamerhand de vele misbruiken van jullie priesters in nog veel ergere mate ontwikkeld hebben dan bij ons heidenen, zoals wij door jullie rechtzinnigen worden genoemd.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Daarop wendde de commandant zich tot Maria, en zij vertelde hem zeer omstandig en uiterst precies alles, vanaf haar ontvangenis tot aan Mijn twaalfde jaar, en hoe wonderbaarlijk alles steeds met Mij was.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[27] Bij deze woorden verliet de commandant de leerling en begaf zich weer naar Mij.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Hierop richtte de commandant zich weer tot Mij en zei: 'Grote Heer en Meester, ik ben nu bijna zover dat ik U aanneem zoals al deze Uwen U hebben aangenomen; maar toch heb ik nog een paar aanzienlijke bedenkingen. Als die opgelost zijn, dan ben ook ik gewonnen.
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Kijk, Degene die nu in Mij met jou spreekt, heeft ook al zo met het eerste mensenpaar van deze aarde gesproken en het dezelfde geboden gegeven die Ik nu weer geef aan jullie mensen, die de ene ware God en Heer helemaal vergeten zijn. Maar de met een volkomen vrije wil begiftigde mensen lieten zich maar al te gemakkelijk verblinden door de wereld en haar verleidende geest, vluchtten weg van God en handelden naar waar ze zin in hadden. Daardoor raakten hun zielen verduisterd en hun hart raakte verhard.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Van tijd tot tijd wekte Ik door Mijn geest mannen en jongemannen op, die het volk onderrichtten en alle moeite deden het naar de oude waarheid terug te brengen. Slechts weinigen luisterden naar hen, en nog minder mensen lieten zich er iets aan gelegen liggen; de grote massa vervolgde hen echter, martelde hen en doodde hen zelfs.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Daarop keerde het volk wel weer naar Mij terug; maar er waren er steeds velen die zich door allerlei slechte wereldse begeerten lieten verleiden om het een of andere gebod van Mij te overtreden en zo tegen Mijn verordeningen te zondigen.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] U kunt mij vast en zeker de beste verklaring geven over deze aarde, de maan, de zon en ook de sterren! Ik en mijn twee metgezellen vragen U daarom! Want ik heb allang ingezien dat onze opvatting en onze oude, ingeprente denkbeelden over de aarde alsook de sterren aan de hemel niet juist kunnen zijn; want de verschijnselen die daarmee samenhangen laten zich absoluut niet of maar heel slecht verklaren door allerlei bijgelovige toevoegsels, waar iemand die in alle dingen de waarheid zoekt en nadenkt, slecht mee gediend is. O Heer en Meester, wij vragen U er nogmaals om!'
Hoofdstuk 13: De commandant vraagt om uitleg over het wezen van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Toen ten tijde van Mozes het Israëlitische volk op de Sinaï in de woestijn onder bliksem, donder en vuur weer opnieuw wetten van Mij kreeg, luisterde het aanvankelijk onder vrees en beven wel naar Mijn van verre goed hoorbare woorden -maar toen de verkondiging langere tijd duurde, raakte het volk er voor een deel aan gewend en trok het zich er niet veel meer van aan. Voor een ander deel kreeg het echter genoeg van Mijn aanhoudende onderricht en vroeg Mij om in plaats van aan het hele volk alleen aan Mozes Mijn wil te openbaren -het zou die wil dan wel van hem horen en opvolgen; het volk wilde zich intussen echter verwijderen van de berg Sinaï, omdat het daar al te hevig toeging, en in een ver daarvandaan gelegen dal zijn woonhutten bouwen.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen Ebal dat tegen de commandant had gezegd, wendde deze zich direct weer tot Mij en zei, nu vol echte Romeinse soldatenmoed: 'Hoogste Heer en Meester, ik heb uit Uw woorden geconcludeerd dat in U werkelijk de hoogste geest van de enig alleen ware Godheid woont! Zonder Uw wil kan er noch in de hemel noch op deze aarde iets gebeuren, ontstaan, werkzaam zijn, bestaan en vergaan; en als er iets gebeurt, ontstaat, werkzaam is en bestaat, zult U in Uw eeuwige geest van eeuwigheid zeker de reden en de oorzaak daarvan kennen, volgens welke U Uw wijze bedoelingen gerealiseerd wilt hebben. Voor U zal ook deze windstoot zeker niet vreemd en onbekend zijn! Hoe is die dan ontstaan, en met welk doel?'
Hoofdstuk 13: De commandant vraagt om uitleg over het wezen van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499  ...