Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 487 van 1112

...  475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500  ...
[19] Toen de drie al gauw klaar waren met Mercurius, kwam Venus aan de beurt en daarna Mars, die de drie aanvankelijk met enige schroom bekeken. Maar omdat ze er in plaats van hun oorlogsgod ook alleen maar een planeet in zagen, die tamelijk veel op de aarde leek, werden ze ook daar snel vertrouwd mee. Na Mars kwam in overeenkomstige grootte Jupiter met zijn vier manen aan de beurt, waar de drie Romeinen zich zeer over verbaasden. Rafaël verklaarde hun in het kort het belangrijkste ervan, waardoor ze zijn macht en wijsheid zeer hoog prezen. Daarna liet hij Saturnus tevoorschijn komen, die de Romeinen nog meer bewondering ontlokte dan alle voorgaande planeten* (* Deze planeet wordt uitvoerig beschreven in het boek Der Saturn van Jakob Lorber.) En Rafaël hield zich bij deze uitzonderlijke planeet langer bezig met zijn verklaringen dan bij een van de voorgaande, met uitzondering van de aarde.
Hoofdstuk 14: Rafaël als leraar in de astronomie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Rafaël plaatste hem zo hoog in de lucht, dat alle planeten er omheen konden cirkelen; hij was te midden van alle planeten nog wel zichtbaar, en de planeten cirkelden er omheen in de juiste verhoudingen, alhoewel in korte tijd. Rafaël deelde echter de korte tijd van een uur zo goed in, dat bijvoorbeeld Saturnus slechts een uur nodig had voor zijn volledige omlooptijd en dat alle dichterbij staande planeten zich in evenredige, mathematisch nauwkeurige kortere tijdsspannen bewogen, evenals de manen rond de planeten waar ze bij hoorden. Dat gaf voor de Romeinen een buitengewoon verbazingwekkend schouwspel, en te meer omdat Rafaël hun al die bewegingen grondig en heel begrijpelijk verklaarde.
Hoofdstuk 15: Rafaël verklaart de verhoudingen van de planeten tot de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Dat deden de drie ook direct en verkwikten zich nu met vissen, brood en wijn.
Hoofdstuk 15: Rafaël verklaart de verhoudingen van de planeten tot de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Wat jij en je metgezellen nu hebben leren kennen, wisten de mensen in de oude tijden ook; maar toen hun nakomelingen zich steeds meer met de dingen van deze wereld bezig gingen houden en trots en heerszuchtig werden, vergaten ze weldra de oude wijsheid, sloegen er geen acht meer op en dachten dat het niet nodig was dergelijke dingen te weten om het leven in stand te houden. Volgens hen was het voldoende als alleen bepaalde wijzen ervan op de hoogte waren; het volk zou zich daarentegen alleen moeten bezighouden met zijn kudden en met zijn akkers, tuinen, weiden en dierenjachten en niet met de dingen aan de hemel. Kijk, daardoor raakte het volk en zijn leiders niet alleen in deze, maar ook in andere dingen dom en blind en tenslotte vol duister bijgeloof, zoals het dat nu nog is, en terugschrikt voor de waarheid en voor het licht ervan vlucht!
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De commandant zei: Heer en Meester, de grondbeginselen van Uw leer zijn mij welbekend, namelijk dat men ten eerste in U gelooft en in U ook de ene, enig ware God erkent, dat men die erkende God dan ook als het beste en meest volmaakte eeuwige wezen boven alles liefheeft en zijn medemens als zichzelf, en dat men ook de geboden van Mozes in acht neemt en zich eraan houdt.
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Tegen de ochtend vroeg de commandant aan Rafaël: 'Nu we al zoveel heerlijke en grootse dingen uitjouw mond hebben gehoord, wil je misschien Voor ons drieën, Romeinen, zo goed zijn om uit te leggen wat voor wezen jij eigenlijk bent, en wat het voor stof was, waaruit je de dingen van de zichtbare hemel zo meer dan prachtig voor ons geconstrueerd hebt, met al die ontelbare dingen die zich erop bevinden! ,
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] De volmaakt wijze orde van deze hoogste macht en kracht is de eeuwige wet, waar alle dingen zich naar moeten richten. Deze wet heerst ook over het lichaam van de mens; maar aan de ziel van de mens is een vrije wil gegeven en de wet is aan haar geopenbaard, opdat ze die in zich opneemt en haar wil daarnaar richt, ernaar leeft en handelt, om zo de volledige gelijkenis met God te bereiken, hetgeen haar bestemming is.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] God hoeft de mens niet op allerlei manieren te testen en op de proef stellen om Zich te overtuigen of hij al bekwaam is voor een groot en belangrijk ambt; want Hij weet altijd heel duidelijk hoever een ziel het in haar innerlijke levensvoleinding heeft gebracht. Maar laat de ziel zichzelf onderzoeken, in hoeverre ze gevorderd is in alle zelfverloochening wat de bekoorlijkheden van deze wereld betreft, in hoeverre ze geheel en al één is geworden met de verkozen en metterdaad opgevolgde wil van God en of ze nog een knoeier is of misschien al een meester -en dan zal God de Heer niet aarzelen om de macht van Zijn wil in haar kenbaar te maken.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] De macht van de goddelijke wil wordt de mens echter niet ingegoten, zoals bijvoorbeeld de melk bij een kind, maar hij moet die zelf met zijn eigen wilskracht, die bij ieder mens volkomen vrij is, als het ware met geweld naar zich toetrekken.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Dat het zo is en niet anders, blijkt duidelijk uit het feit dat de Heer Zelf, voor wie toch alle dingen mogelijk zijn, Zijn leerlingen onderricht, hen naar Zich toetrekt en hun laat zien wat ze moeten doen om zich Zijn wil tot hun eigen wil te maken, die dan voor eeuwig hun zelf toebehoort.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Ik heb je nu heel duidelijk getoond uit welke stof ik de dingen van de zichtbare hemel voor jullie heb gevormd; maar zorgen jullie nu dat jullie mettertijd worden wat ik nu ben. Het 'hoe' heb ik jullie getoond. -En nu kunnen jullie nog voor een korte tijd je lichaam rust gaan geven; want de ochtend zal niet lang meer op zich laten wachten!' ,
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Onder veel heen-en-weergepraat werd het volop ochtend, en de commandant moest de soldaten orders geven voor deze dag. De soldaten verwonderden zich in stilte over het feit dat de commandant, die anders meer dan streng was, vandaag alleen maar heel zachtmoedige en mensvriendelijke bevelen uitdeelde, en ze dachten dat er iets heel bijzonders gebeurd moest zijn. Maar ze lieten natuurlijk wijselijk niet merken dat de zachtmoedigheid van de commandant hun was opgevallen; want ze hadden immers ook liever een gemakkelijke dienst dan een zware
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen het volop ochtend was, maar nog even vóór zonsopgang, was Ik met enkele leerlingen reeds buiten, en ook Rafaël was bij ons. Spoedig daarna volgden ook alle anderen; ook de drie Romeinen lieten niet lang op zich wachten.
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] We bevonden ons aan de oever van het meer en keken naar het spel van de golven, en de leerlingen wasten hun voeten en handen met het schone water. De drie Romeinen zouden graag het een en ander willen vragen en waren daarom ook dicht bij Mij en Rafaël komen staan.
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarmee waren de drie tevreden en ze wasten hun gezichten met het water van het meer om hun ogen, die de nachtelijke slaap enigszins misten, weer op te frissen en te sterken.
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500  ...