10915 resultaten - Pagina 487 van 728
... 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 ...
[10] Kijk, er ontbreekt aan onze afbeelding dus alleen maar de hel. Omdat deze echter in de gedachtewereld van dit gezelschap niet voorkomt, kan ze ook geen deel uitmaken van deze afbeelding. We hebben nu de afbeelding op het hoogaltaar van boven tot onder nauwkeurig bekeken. Wat valt jullie verder nog op? Jullie zeggen: het mooie tabernakel, dat uitgebeeld wordt door een groepje kunstzinnig samengevoegde serafijnenkopjes. Dan het tabernakelportaaltje, dat de verrezen Christus voorstelt en als we goed kijken, is deze Christus enigszins doorzichtig en ziet men aan de kant van het hart in plaats van Zijn hart een prachtige monstrans met het allerheiligste doorschemeren. Ja, zo is het ook, zowel visueel als daadwerkelijk. De liefde van Christus wordt hier uitgebeeld door de liefde voor goud, zilver en edelstenen en het brood des levens heeft zich met deze voornaamste aardse rijkdommen omkleed.Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Nu zeg ik tegen hem: vriend, je hebt het woord van God zeker niet op de meest milde manier opgevat, maar wel op de meest strenge, oordelende manier. Nu zou ik jou echter een vraag willen stellen en je kunt me daarop dan een antwoord geven, alleen moet je mij vooraf verzekeren dat je mij het antwoord niet schuldig blijft. De monnik zegt: als ze niet van zuiver duivelse aard is, wil ik jou wel antwoord geven, maar je weet wel dat men de duivel geen antwoord verschuldigd is. Ik zeg tegen hem: welnu dan, ik zal je een vraag voorleggen. Kun je mij bewijzen dat deze van de duivel komt, dan hoef je niet met jouw antwoord voor de dag te komen, maar kun je dat niet duidelijk bewijzen, dan kom je niet weg van deze plaats vóór je me een antwoord hebt gegeven. Hoed je echter voor iedere leugen, want die zal jou duur te staan komen. Mijn vraag luidt als volgt:
Hoofdstuk 67: Heeft Petrus de roomse kerk gesticht? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De monnik zegt, terwijl hij eerst drie kruistekens maakt: God sta me bij! Ik heb vaak gehoord dat de aanvechtingen van de duivel in de geestelijke wereld nog duizendmaal erger zijn dan in de natuurlijke en dat men in de geestelijke wereld pas werkelijk het juiste begrip van de grote gewelddadigheid van de duivel krijgt. War ik hierover heb gelezen in de heilige hoeken die door vrome en godvruchtige mensen zijn geschreven, staat nu letterlijk voor me! Ik zeg jou echter, eeuwig afschuwelijke duivel, jij voortdurende bedrieger van God en het hele menselijke geslacht, denk jij soms dat God zich laat bedriegen? Dan vergis je je deerlijk! Evenmin als God zich laat bedriegen, laat ik mij als altijd trouwe dienaar van God door jou bedriegen. Eerder dan toe te geven, zal ik met Gods hulp en met de hulp van de zalige maagd Maria zolang weerstand aan jou bieden totdat al jouw geduld om nog langer met mij te twisten je verlaten zal hebben. Daarom kun je doen wat je wilt, mij zul je niet van mijn kerk afvallig maken!
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Heb je dan niet gehoord wat de kerk volgens het haar door Christus verleende gezag verlangt? Namelijk dat men alles wat zij te geloven aanbiedt ook onvoorwaardelijk geloven moet, zonder te vragen of dit ergens geschreven staat of niet. Dit is ook een heel billijk verlangen van de kerk, want als de kerk in het bezit is van de Heilige Geest en deze via de kerk spreekt, wie zou hem als oprechte christen dan niet geloven? Wanneer men echter bij iedere uitspraak van de kerk vragen gaat stellen zoals jij, dan zou men toch ook moeten vragen: waar stond dan eertijds geschreven wat Mozes en de profeten van God hebben getuigd? Kijk, jij gemene duivel, wat deze verklaard hebben ging uit van de Heilige Geest en daarom is en blijft het een eeuwige waarheid.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Ik zeg: luister, jij blinde hemelwachter, je vergist je geweldig. Maar omdat je mij vroeg waar ik vandaan kom en hoe ik heet, daarom vraag ik ook aan jou, wie jij bent, dat jij je meteen aanmatigt om te veroordelen en te verdoemen, terwijl de Heer dat al Zijn apostelen toch ten stelligste heeft afgeraden.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Petrus zegt: o jij afschuwelijke duivel der duivelen, probeer maar eens de deurknop aan te raken, dan zul je gauw merken hoe heet die is. Maar ik kan je vooraf verzekeren dat deze klink je op hetzelfde ogenblik heel wat meer pijn zal veroorzaken dan duizend jaar in de onderste hel.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Ik zeg jullie, dat heeft allemaal zijn goede redenen en jullie hebben in de tuin reeds gehoord hoe het bedenkelijke van de hemel daar goed verborgen wordt gehouden opdat de paradijsbewoners niet worden aangezet tot een mogelijke opstand en wel in het bijzonder van de kant van de dienstdoende engelen. Daar hoeft men hier minder rekening mee te houden want het ene bedrog sleept een volgend achter zich aan. Bij de volgende beschouwing zullen we echter duidelijk ontdekken, waarom deze hemel er zo plomp en materieel uitziet. Daarom zullen we ons bij deze gelegenheid ook dat eigen maken. Want jullie kunnen reeds bij voorbaat aannemen, dat de clausuur ook een zeer besloten hemel heeft.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Eerst hebben jullie de pseudo-Petrus leren kennen. Dat wil zeggen dat het hele apostolaat van jullie kerk op een totaal onechte Petrus gebaseerd is. Daarom zullen jullie in duizenden van zulke kloosters ook altijd zo'n pseudo-Petrus aantreffen. Zoals het echter met Petrus gaat, zo gaat het ook met al het andere. Jullie hebben deze hemel volgens jullie eigen woorden eerst uiterst plomp en belachelijk gevonden. Beschouw daarnaast echter de echt heidense rommelmarkt in jullie bedehuizen, dan moeten jullie wel toegeven dat deze hemel daarbij vergeleken nog veel te goed is voor dergelijke dwaasheden.
Hoofdstuk 78: Tweede akte van de komedie in de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] De monnik zegt: dat is alweer een duivelse strikvraag. Wat moet ik daarop voor antwoord geven? Ik zeg je: de ware gehoorzame christen gelooft alles en vraagt niet naar historisch onjuiste data. Maar de denker, die een ketter is, piekert overal over. In de Heilige Schrift zijn toch ook dergelijke tegenstrijdigheden te vinden. Moeten we er daarom geen geloof aan hechten? Als jij soms niet weet hoe de Heilige Geest spreekt, dan zeg ik je dat deze altijd spreekt volgens de innerlijke wijsheid en dat zulke uitspraken een heel andere betekenis hebben, die weliswaar geen duivel begrijpt; wij godgeleerden begrijpen deze echter wel en wij weten wat we geloven. En dus heb ik je ook op deze vraag antwoord gegeven, opdat je daardoor ook des te meer verdoemd mag worden.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Ik zeg tegen hem: wil je over deze kloof heen, dan moet je in geest en waarheid alles in jezelf verstikken wat je daar in de afgrond voor je ziet, want dat is een verschijningsvorm van hetgeen in jouw eigen hart aanwezig is. Daarom, onderzoek jezelf en doen jullie allen die hier aanwezig zijn, hetzelfde. Word wakker uit jullie doodsslaap opdat ik, als ik terugkom, jullie gezuiverd en levend moge vinden, zodat ik jullie weg kan leiden uit jullie gevangenis van de dood! Er zijn er in dit klooster echter nog meer die ik eerst nog moet vermanen. Als zij tot bezinning zijn gekomen, dan pas zal ik terugkomen en jullie in naam van de Heer een nieuwe weg laten zien. Zie, hoe ze nu beginnen te huilen en te jammeren. Wij zullen dit echter niet aanhoren, maar ons meteen naar de `paradijsmonniken' begeven.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie vragen wat zulke engelen eigelijk op aarde waren. Hebben jullie nog nooit gehoord van zogenaamde lekenbroeders, of beter gezegd, kloosterknechten? Ook hier zijn ze dienstwillige geesten van het klooster. Maar met de bedoeling dat hun dienst hun beter zal bevallen, worden ze als engelen aangekleed. Dat komt allemaal door de verkeerde denkbeelden die dergelijke mensen hadden toen ze het tijdelijke voor het eeuwige verruilden. De grote liefde en ontferming van de Heer laat deze wezens echter bij hun denkbeelden totdat ze zich zo zachtjesaan bewust worden dat met dergelijke situaties iets mis moet zijn. Op de eerste plaats omdat ze zich met al deze mooie vruchten nooit volkomen kunnen verzadigen. Het eten en drinken komt hun bijna voor, alsof ze droomden dat ze aten en dronken. Ten tweede zien ze hier boven zich wel voortdurend witte wolken voorbijtrekken, maar waar deze wolken hun licht vandaan krijgen, kunnen ze niet zien. En ten derde valt hun mettertijd op dat ze, wel wetend in de geestelijke wereld te zijn, nergens een heilige te zien krijgen, ook niet de Moeder Gods, Maria, dus ook geen Petrus en geen aartsengel Michaël. Een vierde heel groot probleem voor hen is dat, wanneer ze over de tuinmuur kijken waar ze gewoonlijk met ladders opklimmen, zij niets dan onvruchtbare steppen zien en alleen maar hun tuin veel vruchten voortbrengt. Ten vijfde werkt ook de omstandigheid dat hun kloosterkerk behalve door henzelf door niemand anders bezocht wordt, eraan mee om hen geleidelijk wakker te schudden. En zo zijn er nog meer van dergelijke duwtjes, waardoor de geest er op wordt gewezen dat er met zijn paradijs iets mis moet zijn.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] De eerste antwoordt: goed, doe jij maar wat je wilt, maar ik blijf bij mijn idee. Als het uiteindelijk fout loopt, dan kun jij alles op je nemen. Doe dus wat je wilt, ik wil je plannen niet tegenwerken. Kijk, de toren is reeds vlakbij. Hier, ik overhandig je de sleutel, want ik wil volstrekt geen aandeel hebben in deze onderneming. Ik heb echter reeds vaker bij mezelf overwogen dat wij in onze roomse kerk altijd veel vlugger gereedstaan ons te verdoemen dan om te zegenen. En dan denk ik vaak bij mezelf aan de tekst van de Heer, waarin Hij Zijn apostelen en leerlingen nadrukkelijk waarschuwt voor het verdoemen en veroordelen.
Hoofdstuk 71: In ogenschijnlijke gevangenschap bij de paradijselijke augustijnen. Hun twijfel over de juistheid van hun handelen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De ander zegt: beste vriend en broeder, ik denk dat je hier in het paradijs toch niet van plan bent om een ketter te worden? We weten wel dat de Heer op aarde heeft geleefd zonder pracht en praal. Dat was ook het geval met de eerste verkondigers en verbreiders van Zijn leer. Maar je weet toch dat de kerk van de Heer in die tijd een behoeftige en lijdende kerk was. Na de grote kerkvergadering van Nicea heeft ze echter over al de heidenen tot ver in de omtrek gezegevierd. Vandaar dat ze dan ook ophield een behoeftige en lijdende kerk te zijn en daarvoor in de plaats een zegevierende, een rijke kerk werd, ja een kerk vol luister, pracht, aanzien, macht en gezag.
Hoofdstuk 71: In ogenschijnlijke gevangenschap bij de paradijselijke augustijnen. Hun twijfel over de juistheid van hun handelen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Wanneer dit echter de enig juiste voorwaarde is waaronder de tarwekorrel vruchtdragend kan worden en men op geen andere manier zegen kan verwachten, hoe zou dan het veel edelere levenszaad van de geest op zo'n onzinnige akker tot een levende vrucht voor het eeuwige leven kunnen opgroeien?
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Maar nu ten tweede. Beschouwen jullie jezelf nu als mensen waarin het ware hemelrijk verwekt moet worden, en wel door de heilige bruid des levens, die het woord Gods is, dat leeft en de Kerk des Heren heet.
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)