Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 488 van 1110

...  476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501  ...
[13] Toen hoorde ik een stem vanuit een verborgen hoek: 'Dat is onze vijand! Vlucht voor hem, opdat hij ons niet ook hier van onze bezittingen, onze kuisheid en onschuld berooft! Jullie, onze mannen, grijp hem en bind hem vast en werp hem in een kerker waar padden en slangen huizen!'
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] De schriftgeleerde zei: 'Wat eventueel van mij is zal ik nog vroeg genoeg krijgen; en als er van het mijne niets meer te vinden is, dan zal ik daar ook niet om treuren. Gaan jullie maar door met voor de dood te werken; ik ga nu werk voor het leven zoeken!'
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De waard zei: 'De Heer des levens' is nog niet weggegaan! Hij is ergens buiten met Zijn leerlingen; maar waar, dat kan ik jullie niet zeggen, omdat Hij deze zaal al heeft verlaten voordat ik wakker werd. Maar enkele van Zijn leerlingen hadden reistassen bij zich, die ik nog in bewaring heb, en dat is een teken dat de Heer deze plaats nog niet heeft verlaten; en ik denk dat Hij gauw terug zal komen, aangezien het ochtendmaal weldra helemaal klaar zal staan wat Hij zeker weet. Maar ga naar buiten om Hem op te zoeken; want het loont wel de moeite de Heer des levens op te zoeken! Ik zal dat zelf doen, zodra ik deze tafel klaar heb. Mijn genezen opperknecht is al gegaan.'
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Het kind zei: 'O, ja! Daar op de heuvel, in de richting van Kana, zitten die onbekende mannen -en een van hen moet iets hoogs zijn, want hij heeft mijn ogen plotseling genezen! Jullie weten immers dat ik vanaf mijn geboorte helemaal blind ben geweest en hoe mijn moeder mij iedere dag voor de poort van het marktplaatsje zette, om van de mensen een aalmoes te bedelen!'
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Ik zei: ' Als jullie dat willen, blijf dan! Wij zullen ons nu langs een andere weg naar de herberg begeven en niet door het marktplaatsje gaan. Want Ik heb het blinde meisje ziende gemaakt; ze zal het nu samen met haar moeder aan iedereen vertellen, en als wij nu door het plaatsje zouden gaan, zou al het volk zich om ons verdringen om Mij te zien en te prijzen, wat Ik nu wil voorkomen. Laten we dus gaan!'
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Vriend, er zijn nog heel veel blinden en doven van hart en van ziel; Ik moet ook bij hen komen en hen helpen. Zoals het jullie goed heeft gedaan dat Ik bij jullie kwam, zo zal het nog velen goed doen als Ik bij hen zal komen. Maar Ik zal toch nog enkele uren in jouw huis blijven; en in die tijd zullen we nog over het een en ander kunnen spreken. Maar laat nu nog een frisse, zuivere wijn op onze tafel zetten!'
Hoofdstuk 82: Het wijnwonder en de gevolgen ervan (11.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Kijk nu eens in de wereld om jullie heen, of het niet overal zo gesteld is! En waardoor komt dat? Ik zeg jullie: door niets anders dan het steeds toenemende eten van de boom der kennis!
Hoofdstuk 84: 'Adam, waar ben je?' -een belangrijke vraag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Waarlijk Ik zeg jullie: wie van de boom des levens zal eten, zal ook tot het ware leven van de geest uit Mij komen, en hij zal nooit meer honger en lust hebben om van de boom des doods te eten! Want wie zich eenmaal in het leven van de geest uit Mij bevindt, bevindt zich ook in alle wijsheid daarvan; en daardoor wordt de boom der kennis pas gezegend en zal de ziel in één ogenblik meer te weten komen dan wanneer ze met haar uiterlijke en ijdele verstand duizend jaar lang onderzoek verricht.
Hoofdstuk 84: 'Adam, waar ben je?' -een belangrijke vraag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als jullie je in de toestand van het ware leven zullen bevinden, zullen jullie in Mijn naam ook tekenen kunnen doen en op die manier iedereen een getuigenis kunnen geven van de waarheid van Mijn leer, als dat nodig zal zijn. - Heb jij, schriftgeleerde vriend, dat nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 84: 'Adam, waar ben je?' -een belangrijke vraag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Tegen Mozes is wel gezegd, toen hij het aangezicht van Jehova wilde aanschouwen: 'Niemand kan God zien en tevens zijn leven behouden', dat wil zeggen het leven van zijn lichaam. Maar destijds was er alleen sprake van de eeuwige geest van God, aangezien God in die tijd nog geen lichaam had aangenomen, omdat het daar volgens Zijn eeuwige orde nog niet de tijd voor was.
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen hij zijn beker helemaal leeggedronken had, zei hij (de schriftgeleerde): 'Werkelijk, dit is een van die tekenen die zich op geen enkele natuurlijke manier laten verklaren! Allerlei soorten zieken enkel door een meer dan vast geloof en een onbuigzame wil te genezen, dat heeft volgens oude sagen en overleveringen onder de mensen al eens bestaan; want er zijn, al is het ook sporadisch, hier en daar nog geheel en al onbedorven mensen, die een meer dan grote en even sterke levenskracht bezitten. Als zulke mensen met hun geloof en wil op een zieke willen inwerken, wordt de zieke als het ware doordrongen en vervuld van een stroom levensvuur en kan in één ogenblik gezond worden; over dergelijke genezingen weet men veel uit de oude geschriften van bijna alle ons bekende volkeren. Zo weet men ook dat er mensen bestaan hebben die al naargelang hun goede of kwade goeddunken bij klaarlichte dag allerlei dingen konden toveren en ook andere dingen konden doen, die een natuurlijk mens wonderbaarlijk moesten voorkomen. Maar oude, lege wijnzakken en andere vaten enkel door de wil ten eerste in een bruikbare staat te brengen en ze vervolgens ook met de zuiverste, beste wijn te vullen, dat is iets waar geen enkele van alle kronieken en oude sagen iets over kan vertellen. Dit beschouw ik dan ook als een bovenmenselijk teken, dat zonder een grote overvloed aan echt goddelijke kracht niet tot stand gebracht zou kunnen worden -en nu begin ook ik te geloven dat U werkelijk de Gezalfde Gods bent!'
Hoofdstuk 82: Het wijnwonder en de gevolgen ervan (11.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Tussen Mij en jullie mensen bestond er weliswaar een eindeloze kloof, waardoor zelfs de meest volmaakte engelengeest Mij niet eens had kunnen naderen; maar nu is er over die kloof een brug gebouwd, en die wordt gevormd door de liefde voor Mij van jullie kant, zoals Ik van Mijn kant vanuit Mijn eeuwig grote, boven alles machtige liefde voor jullie mensen Zelf een mens van vlees en bloed ben geworden en ook jullie zwakheden op Mij heb genomen, opdat Ik geen eeuwig verre God, maar een volkomen nabije en gemakkelijk te bereiken Vader,Vriend en Broeder kan zijn en al naargelang de mate van jullie liefde voor Mij kan worden en blijven.
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als het tussen Mij en jullie mensen nu zo gesteld is en dus heel anders dan ten tijde van Mozes, kan niemand zeggen dat hij door Mijn goddelijke verhevenheid en majesteit, die weliswaar in al haar volheid in Mij woont, vernietigd wordt, omdat Ik immers Zelf met heel Mijn hart zachtmoedig en deemoedig en vol van het hoogste geduld en lankmoedigheid, liefde en erbarmen ben. Wees dus vol goede moed en heb geen onnodige vrees voor Mij , die jou al heel lang voordat je bestond, heeft liefgehad!'
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De levende geest in de mens is Mijn eeuwige liefde en wijsheid, die alles schept, ordent en in stand houdt; en deze geest is eigenlijk de ware en in zichzelf reeds eeuwige mens in de mens, die om zelfstandig te kunnen worden, zichzelf echter volgens Mijn eeuwige orde in hem pas mettertijd met een ziel en een lichaam bekleedt en zo een uiterlijk waarneembare vorm aanneemt.
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Ja, ja, Mozes heeft dat wel aanbevolen, en dat was ook wel goed; maar in deze tijd begrijpt werkelijk niemand meer wat het wil zeggen 'God te vrezen', en jullie hebben de mensen deels als gevolg van jullie eigen blindheid maar grotendeels vanwege jullie onverzadigbare winstbejag geheel onjuiste en volkomen verkeerde denkbeelden over het vrezen van God bijgebracht. En zo vrezen de zwakke mensen die nog een beetje in God geloven Hem als een boosaardige, uiterst onverbiddelijke tiran, die gespeend is van alle liefde en erbarmen, en bij het woord en het begrip 'God' schrikken ze terug, omdat ze in Hem bijna niets anders dan eeuwige toorn en eeuwige wraak zien.
Hoofdstuk 86: Over het ware vrezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501  ...