Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 488 van 1490

...  476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501  ...
[10] Wat voor zin heeft het als de mens alle schatten van de wereld voor zichzelf zou kunnen verkrijgen maar daardoor grote schade zou lijden aan zijn ziel?! Kennen jullie de korte levensduur van al het vlees op deze aarde nog niet en het uiteindelijke lot van het vlees? Of je nu als keizer sterft of als bedelaar, aan gene zijde maakt dat niets uit! Wie hier veel had, zal aan gene zijde veel moeten ontberen, maar wie hier weinig of niets had, zal aan gene zijde ook weinig of niets te ontberen hebben en zal des te gemakkelijker en eerder de innerlijke en enig ware levende schatten van de geest verwerven.
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarom waren de oervaderen van deze aarde zulke gelukkige mensen, omdat ze zo eenvoudig mogelijk voorzagen in hun aardse levensbehoeften. Maar toen vooral de mensen, die in de lager gelegen dalen woonden, steden begonnen te bouwen, is daarmee ook de hovaardij in hen gevaren. Ze werden verwekelijkten, werden traag en vervielen spoedig in allerlei kwaad en daardoor in allerlei ellende. Wat voor goeds hadden ze eraan? Ze verloren God uit het oog van hun ziel en alle innerlijke levenskracht van hun geest verliet hen, zodat ze zoals velen van jullie niet meer konden geloven aan een leven na de dood van het lichaam.
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Wanneer jullie dat nu goed hebben begrepen, vragen jullie Mij niet meer hoe je nutteloze, aardse dingen veel kunt verbeteren; want Ik ben alleen maar naar deze wereld gekomen om jullie de wegen te wijzen naar het eeuwige leven en deze goed te banen, opdat jullie er veilig en gemakkelijk op vooruit kunnen komen!"
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] En als jullie denken dat God degene die met volle inzet ernstig voortwandelt op de weg naar Gods rijk en naar het leven van de geest, helemaal niet helpt, wanneer hij af en toe moe en zwak wordt, dan vergissen jullie je flink. Ik zeg jullie: Wie eenmaal in volle ernst deze weg heeft betreden, wordt ook zonder het te weten door God geholpen om vooruit te komen en het doel uiteindelijk ook zeker te bereiken.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] En wie vlijtig en ernstig zijn best doet om deze weg te bewandelen, zal ook altijd waar en zeker door God worden geholpen om het allerhoogste levensdoel te bereiken, daar kunnen jullie allen zeker van zijn; want kwam God jullie nu al via Mij te hulp, terwijl jullie er amper een vermoeden van hadden dat er zo'n weg zou bestaan, hoeveel te meer zal Hij jullie dan wel niet te hulp komen, wanneer jullie deze weg door eigen werkzaamheid zullen bewandelen! -Hebben jullie dat begrepen?'
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Toen alle aanwezigen deze woorden van Jozef hadden gehoord, namen ze die ter harte en Maria, uit wie Mijn lichaam was geboren, zei daarop: 'O jozef, jouw woorden zijn goed en waar en zullen door ons worden nagevolgd alsof ze een gebod van God zijn; maar jullie drieën kunnen ons toch wel meedelen wat jullie in die korte tijd bij die heiden voor een wonderbaarlijk werk hebben uitgevoerd, dat jullie daar zoveel goud en zilver voor hebben gekregen!'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Toen allen deze woorden van Mij vernomen hadden, zeiden ze onder elkaar: 'Hij heeft volkomen gelijk en er is niets tegen in te brengen; maar wij zijn al vanaf onze geboorte te diep ondergedompeld in de wereld en zullen ons er nu niet zo gemakkelijk meer geheel van los kunnen maken. Volgens Zijn goed beargumenteerde uitspraak moet iedereen zich, door daar zelf geheel vrijwillig aan te werken, uit zijn materiële toestand verheffen naar de vrije geestelijke toestand; en daarbij kan men geen speciale hoop koesteren op wonderbaarlijke hulp van de ware God, omdat de wil van de mens daardoor al een soort dwang zou ondervinden terwijl die eeuwig vrij moet blijven. Om daar puur zelfstandig aan te werken hebben mensen zoals wij kennelijk te weinig kracht, moed, wil en echt volhardend geduld, en daarom zal het voor ieder van ons moeilijk worden om zonder moe te worden en regelmatig te vallen, vooruit te komen op de wegen die Hij ons getoond heeft.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Jozef zei: 'Lieve moeder, ik heb je toch gezegd dat God deze keer op wonderbaarlijke wijze met ons was! Maar wat er zich precies allemaal heeft afgespeeld, zullen jullie als het uitkomt nog wel op het juiste moment te weten komen. Maar zorg nu dat we iets te eten en te drinken krijgen; want we hebben vandaag nog niets genuttigd, terwijl we toch al in de vroege ochtendschemering op weg waren!'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Dat ergerde Jozef en hij zei: 'Je kent me genoeg om te weten dat ik mijn plicht nog altijd trouw ben nagekomen en dat zal ik ook deze keer doen; maar het maakt me werkelijk boos dat je uit hebzucht niet thuis kunt wachten tot ik, zoals altijd, zelf naar je toe ben gekomen. Wie heeft je eigenlijk verteld dat ik met Jezus en Jacobus weg was voor een opdracht?'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] O, geloof me, ik weet altijd precies wat ik van mijn vrienden moet denken! Maar dat geeft niets, want daarom zal ik toch nooit arglistig zijn tegenover een van mijn vrienden. En daarom zeg ik je ook deze keer dat ik met dit werk precies zoveel heb verdiend dat de offerpenningen, die ik jullie daarvan moet betalen, net zoveel zijn als hetgeen jullie mij schuldig zijn volgens mijn altijd zeer schappelijke rekening; en daarom kun je thuis de hele schuld schrappen!'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Deze dwazen mogen zeggen wat ze willen; maar wij doen wat Ik jullie zojuist heb aangeraden, en het zal dan ook goed zijn!'
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Na deze woorden zei niemand meer iets en na het ochtendmaal begonnen we meteen aan een kleine opdracht, namelijk het vervaardigen van een graankist voor iemand uit de buurt.
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen zei Jozef nogmaals: 'Had ik geen gelijk dat er met deze graankist kennelijk een boze geest in het spel is? Voordat we nog met die paar latten klaar waren, moet er een huis beginnen te branden, zodat we vandaag in geen geval die kist af kunnen maken! Mijn liefste Jezus, zeg eens wat jij ervan vindt!'
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Zeker niet wat jij ervan vindt, ofschoon er wel iets van waar is watje denkt! Onze buurman, voor wie de kist is, heeft een boze knecht, die liever die oude kist heeft waar hij naar believen graan uit kan halen om het dan 's nachts heimelijk aan voorbijkomende graanhandelaren te verkopen en het geld zelf te houden. Ofschoon we meestal door andere voorvallen van het werk zijn afgehouden, was ook die boze knecht meermaals de oorzaak dat we het werk aan de kist moesten staken. Ook nu is hij de schuld van deze brand, ofschoon hij nu zelf het hardst bezig is om de brand te blussen.
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Vannacht wil hij nog graag een paar mud graan van zijn heer ontvreemden, omdat het graan morgen al in de nieuwe kist gedaan zal worden, die heel goed kan worden afgesloten. Hij had echter in de gaten dat wij nog een paar uur vóór de avond klaar zouden zijn met de kist en zijn heer er dan ook onmiddellijk gebruik van zou maken. Dus ging hij naar het huis van deze buurman, die met al zijn mensen op het veld aan het werk was en stak het in brand, om te voorkomen dat wij de kist vandaag nog klaar zouden krijgen.
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501  ...