Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 488 van 1112

...  476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501  ...
[7] Bij alle planten en gewassen is ervoor gezorgd dat ze hun voeding uit de aarde, het water, de lucht en uit de warmte van het zonlicht halen en zo voortreffelijk gedijen; alleen de dieren en voor een groot deel ook wij mensen moeten om ons lichaam te voeden dieren vangen, doden en hun vlees eten.
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Maar ik geef je de verzekering dat ten eerste de leerlingen van de Heer allang volkomen onderricht zijn op dat gebied, en behalve zij ook vele andere mensen,Joden en heidenen, en ten tweede dat ook jij daarover nog tot een duidelijk inzicht zult komen. Er zullen zich vandaag nog wel gelegenheden voordoen, waarbij je ook in dit opzicht de liefde en wijsheid van de Heer zult kunnen loven en prijzen.
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Neem maar van mij aan dat de Heer Zich juist naar deze kleine heuvel heeft begeven, opdat jij bij de aanblik van de watervogels, die de kleine visjes opeten, tevoorschijn zou komen met je oude bedenkingen over de liefde, goedheid en wijsheid van een ware God! Je bent ermee voor de dag gekomen, zoals ook ik allang van tevoren wist, en er zal je dan ook op het juiste moment een juist licht in deze kwestie gegeven worden.
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Watervogels zijn weliswaar ook roofdieren, die zich voeden met vissen en allerlei andere waterdieren; maar ze zien er voor ons gemoed toch zachtmoediger uit, en hun roven en moorden van onschuldige waterdieren maakt op ons hart en gevoel niet zo'n storende indruk als wanneer een machtige adelaar vanuit de hoogte als een pijl op een van de vele watervogels omlaag schiet, hem met zijn klauwen grijpt en daarna omhoog naar een of andere rots draagt, hem daar verscheurt en zijn vlees opeet!'
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Terwijl de commandant nog zo zijn humane beschouwingen hield, liet een adelaar zich in een rietveld aan de oever van het meer neervallen en greep daar een met vis verzadigde kropgans, die natuurlijk, omdat hij door de scherpe klauwen van de adelaar werd vastgehouden, in de lucht groot spektakel maakte.
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Het duurde niet lang of de andere adelaars volgden het voorbeeld van de eerste, wat de Romein zó boos maakte, dat hij naar Mij toeliep en zei: 'O Heer en Meester, hebt U soms niet gezien of niet willen verhinderen dat die vraatzuchtige roofvogels zich vergrepen aan de veel zachtmoediger watervogels op een manier, die voor ieder mens met een beetje gevoel ten hemel schreiend is? Moeten dergelijke afschuwwekkende taferelen, die in de wereld der natuur .herhaaldelijk voorkomen, ertoe bijdragen dat het menselijke hart zachtmoediger wordt en wordt aangespoord tot daadwerkelijke naastenliefde en barmhartigheid?
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Nee, dan blijf ik bij mijn oude grondbeginsel, dat ik enkele jaren geleden uit de.mond van een oude wijze Griek in Alexandrië heb gehoord: 'De hele aarde is een roofnest en een. tranendal voor de edele mens; want alles wat hij ziet en wat hem overkomt is beladen met de eeuwige vloek van de goden. Het is. mets anders dan een voortdurend ontstaan en tot een ellendig en vluchtig bestaan komen; en een wrede dood is steeds het gevolg van het ontstaan! En toch moet de mens, die het meest door zijn bestaan wordt gekweld, een volledig goed, edel, humaan leven leiden en de voortdurend vervloekende goden eren? Maar hoe kan hij dat, als hij niets anders dan alleen een wreed woeden van de hele natuur om zich heen ziet? Laat de mens dus ook als een leeuw, een tijger .of een adelaar worden en zich op zijn medeschepselen wreken - onverschillig of het mensen of dieren zijn - voor de ook over hem uitgestorte vloek van de goden; laat hij proberen koning te worden en van zijn toch al korte leven te genieten, in weerwil van de goden!'
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Zo moeten ook de mensen, wier inzicht, verstand en fantasie eenmaal ruimschoots ontwikkeld zijn, geen genoegen nemen met deze halve hoogte van het leven, maar zich inspannen om de volle hoogte ervan te bereiken.
Hoofdstuk 20: De voornaamste redenen voor de verscheidenheid in de schepping op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Er is echter nog een derde reden, die al Mijn leerlingen ook al kennen, en die zul jij in de toekomst ook nog preciezer leren kennen dan men je nu kan uitleggen; want je innerlijke verstand zou het niet kunnen begrijpen. Maar zoveel kan Ik je als aanduiding nu wel zeggen, dat alles en nog meer, wat de aarde van haar middelpunt tot ver boven de hoogste luchtregio bevat, zielensubstantie is; maar die substantie verkeert gedurende een bepaalde tijd, totdat ze bevrijd is in zeer uiteenlopende gerichtstoestanden, van zwaar tot minder zwaar, en daardoor wordt ze voor het lichamelijke oog alsook voor het gevoel van de mens op deze wereld zichtbaar en voelbaar als volkomen dode, hardere of zachtere materie. Hiertoe behoren om te beginnen alle steensoorten, mineralen, aardsoorten, water, lucht en alle nog ongebonden stoffen daarin.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Terwijl de zielensubstantie in het tweede rijk vanwege haar speciale intelligentieontwikkeling een grote sortering moest ondergaan, moet ze in het derde rijk van de dieren, dat een nog veel grotere verscheidenheid kent, tot een steeds grotere vereniging van afzonderlijke intelligenties gebracht Worden, om tot een helderder en vrijere individuele intelligentie te komen. Daarom verenigen zich in dat dierenrijk dan ook talloze zielensubstantiedeeltjes van allerlei verschillende kleine diertjes tot één grotere dierenziel, bijvoorbeeld die van een grotere worm of een insect.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Als ze het materiële omhulsel waarin ze besloten waren, kwijtgeraakt zijn, verenigen talloze verschillende soorten insecten zich weer tot een dierenziel van grotere en volmaaktere aard; en dat gaat zo door tot de grote en volmaakte dieren, die deels nog wild en later voor een deel zachtaardig zijn. En uit de laatste eenwording van die dierenzielen komen dan pas de mensenzielen voort, die voorzien zijn van alle mogelijke begaafdheden qua intelligentie.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Als een mens in deze wereld wordt geboren en ter wille van zijn volledige vrijwording nog een lichaam te dragen krijgt, dan is het uiterst wijs door God zo ingericht dat hij zich als complete ziel evenmin iets kan herinneren van alle noodzakelijke voorafgaande toestanden in afzonderlijke bestaansvormen die zij als overgang heeft doorgemaakt, als jouw oog de afzonderlijke druppels van de zee kan zien en onderscheiden. Want als dat aan een mensenziel gegeven zou zijn, zou zij die eenwording van zo eindeloos verschillende zielensubstantie en intelligentiedeeltjes niet verdragen, maar zichzelf zo snel mogelijk trachten op te lossen, net als een waterdruppel op gloeiend ijzer.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Neem het ontelbare aantal zeer uiteenlopende begrippen en ideeën, die een ziel met slechts enige ontwikkeling uit zichzelf kan ontwikkelen en waarvan ze zich ook een voorstelling kan maken -juist of minder juist, dat is vooralsnog niet belangrijk; als ze niet in zekere zin tot een alomvattend geheel samengesteld zou zijn, zou ze evenmin als een os of een ezel in staat zijn om een ontwerp voor de bouw van een koninklijke burcht te tekenen en de burcht volgens die tekening te bouwen.
Hoofdstuk 22: De samenstelling van de menselijke ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Nu zeg je bij jezelf: 'Maar hoe kon het volk, dat reeds in de waarheid stond, zich zo dwaas door die slechte en leugenachtige priesters dom laten maken en verblinden?'
Hoofdstuk 23: Over het verval van de zuivere leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Kijk, nu is in Mijzelf het allerhoogste Middel, dat jij Me voorstelde om al het valse onder de mensen uit te roeien, vanuit de allerhoogste hemelen al lang daadwerkelijk aanwezig bij de Joden, die nog het meest en het zuiverst vertrouwd zijn met de oude waarheid, en Het heeft verschillende keren in Jeruzalem en in vele andere steden en plaatsen tekenen gedaan die alleen God kan doen, en de meest lichtende waarheid uit de hemelen onderwezen! Ga maar eens onderzoeken hoeveel mensen zich door dit allerhoogste Middel nog van hun oude dwalingen en zonden hebben bekeerd!
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501  ...