10915 resultaten - Pagina 488 van 728
... 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 ...
[11] Als de kerk echter een levenloze, houten beeldzuil is, die door hebzuchtige, valse vrienden die zich priesters van God noemen, toch voor geld op een bedrieglijke manier verkocht wordt alsof zij de enig levende en voor het verwekken van leven deugende kerk was, terwijl leven toch slechts door leven verwekt kan worden, dan is zo'n kerk toch het allerschandelijkste bedrog dat men zich maar kan voorstellen. Dat de aanhangers van zo'n kerk net zulke zwakzinnige dwazen zijn als onze man uit het voorbeeld, moet toch voor iedereen die maar een beetje nadenkt, meteen volkomen duidelijk zijn.Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Maar beschouw nu een kerk die uit stenen is opgebouwd; een kerk die als belangrijkste motto goud en zilver heeft; een kerk die een hemel belooft die zijzelf helemaal niet kent; een kerk die haar dwaze gelovigen voor het verkrijgen van een nog dwazere hemel met allerlei geheimzinnige middelen - bovendien nog voor geld - plaagt, opjaagt, veroordeelt en bovendien nog ijverig verdoemt, dan moeten jullie bij de beschouwing van zo'n kerk daarin het houten beeld in het bed van de dwaze man toch ook onmiddellijk duidelijk herkennen. Tenslotte blijft de man immers niets anders over dan de levendige wens om levende nakomelingen te hebben, zonder zich echter ooit daarover te kunnen verheugen.
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Ik zeg: geef dus een wenk en laat je oproep luid klinken. Onze monnik doet dat en een hele menigte komt reeds van alle kanten toegelopen. En kijk, hoe enkelen hun handen in elkaar slaan omdat ze de toren niet meer zien. Van alle kanten wordt gevraagd: in hemelsnaam, wat is hier gebeurd? Welke booswicht heeft dit gedaan? Onze betere monnik antwoordt met luide stem: luister broeders, ik zeg jullie, vraag daar niet naar, want de drie machtigen staan nog in ons midden. De middelste, die wij ellendig genoeg in de toren wilden opsluiten, heeft deze nauwelijks met één vinger aangeraakt en in een oogwenk was de toren vernietigd. Wij weten echter dat de macht van satan dat nooit klaar krijgt; wees daarom verstandig, opdat ons geen groter onheil mag treffen.
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Ik zeg jullie: voor geesten onder elkaar is zoiets heel goed mogelijk. Jullie zullen zelf ook wel eens hebben ondervonden dat wanneer je je fantasie een beetje laat werken, het voor jullie heel gemakkelijk was en nog is, om je bijvoorbeeld de gestalte van een of ander jullie welbekend dier of van iets anders, zo monsterachtig groot voor te stellen dat je er tenslotte bijna zelf van zou schrikken. Welnu, wat voor jullie op aarde slechts in de fantasie van jullie geest mogelijk was en voor elk mens op zijn manier mogelijk is, dat is hier in het rijk der geesten voor iedere geest ook mogelijk, maar het openbaart zich dan als verschijningsvorm. Zulke verschijnselen worden hier echter 'drogkunsten' genoemd, vooral boze geesten bedienen zich daarvan wanneer ze een of andere stiekeme streek willen uithalen. Omdat ook deze geesten zich op een dwaalspoor bevinden en daardoor vaak nog kwaadwillig zijn, kunnen zij zich ook wel van een meer onschuldige drogkunst bedienen om ons als vermeende vijanden af te schrikken. Zodra zij zich er echter van overtuigd hebben dat wij niet schrikken van hun bedrog, zal dit alles weer heel vlug tot zijn vorige toestand ineenschrompelen. Dan zullen zij ook geen tweede poging meer wagen.
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk nu eens: de gasten die van alle kanten komen, gaan aan tafel zitten, grijpen met hun buitensporige reuzenhanden naar de kolossale vruchten en brengen die naar hun huiveringwekkende mond, die naar het lijkt groot genoeg is om bijna een aarde, als was het een aardbei, te verwerken. Jullie verbazen je erover hoe het mogelijk is, dat jullie dit fantastische drogfenomeen in zijn ontzettende omvang met jullie ogen met het grootste gemak kunnen overzien. Dat komt ten eerste omdat deze ogenschijnlijke grootte helemaal geen grootte is, maar enkel bedrog. Wij bevinden ons echter door de Heer in het helderste licht; daardoor kan zich voor ons ook niets zo bedrieglijk groot vertonen, dat wij het niet in al zijn valse facetten in één oogopslag kunnen overzien. Ten tweede heeft dat ook nog een andere reden en wel, dat voor deze geesten onze gestalten in gelijke mate vergroot en even waarheidsgetrouw zichtbaar zijn als hun grote, bedrieglijke verschijningsvorm. Dat is dus op deze manier te begrijpen.
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] De Heer heeft Zijn woord echter vergeleken met parels die men niet voor de zwijnen moet werpen. Daarom ben ik dan ook van mening dat er uit zo'n varkenstrog niet veel levend brood te halen valt. Jullie zullen dus ook gemakkelijk inzien dat deze `tafel van Abraham', zoals we die in het begin hebben gezien, nog veel te goed is om al het schandelijke van zo menige tafel des Heren in jullie kerken te laten zien. De reden daarvan is, dat deze lekenbroeders zich innerlijk noodgedwongen bij deze aardse tafel des Heren wat heters voorstelden dan hij op zich werkelijk was. Ze hadden er immers geen flauw idee van dat 'de tafel van Abraham, Isaäk en Jacob' niets anders voorstelt dan de zuiverste liefde voor de Heer en alle daaruit voortkomende nuttige werkzaamheden die betrekking hebben op het geestelijk welzijn van onze broeders. Zoals dus de tafel is, zo is ook de hemel, want de echte is niet voor geld te koop, terwijl jullie kerk hem toch voortdurend voor een vastgestelde prijs verkoopt. Daarmee is deze rommelhemel dan ook helemaal in overeenstemming, en moet hij er dus ook uitzien als het middel waardoor men hem in bezit heeft genomen.
Hoofdstuk 78: Tweede akte van de komedie in de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Nu we dit weten, geef ik jullie het volgende voorbeeld. Stel je eens een dwaze man voor die de vurige wens koestert om eigen kinderen te hebben om zichzelf in zijn kinderen te zien voortleven. Omdat hij een dwaze man is en niet weet waar de kinderen vandaan komen en hoe ze verwekt worden, wendt hij zich tot een vriend en vraagt hem om raad. De vriend is echter oneerlijk en hebzuchtig en weet dat onze man een dwaze maar welgestelde snuiter is. Hij denkt bij zichzelf: in troebel water is het goed vissen; ik zal op een leuke manier van zijn dwaasheid profiteren. Na dit te hebben besloten zegt hij tegen de dwaze man: luister, beste vriend, wat jij wilt bereiken is heel moeilijk en gaat met veel kosten gepaard, maar als je het werkelijk wilt, zal ik jou de middelen verschaffen en je dan leren wat je moet doen. Ik stel wel als voornaamste voorwaarde, dat je precies doet wat ik zeg. Zul je dat doen, dan zul je jouw beoogde doel zeker bereiken; zoniet, dan ben je voor lange tijd verloren!
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Nu zeg ik: beste vriend en broeder, dat heeft de Heer niet nodig. Begrijp de zondevergeving hier echter vanuit het ware gezichtspunt, dan zal jou onbeperkt de gelegenheid worden geboden om deze hier onuitsprekelijk beter en nuttiger in praktijk te brengen dan wanneer het jou werd toegestaan op aarde duizend jaar lang met allerlei wondermiddelen daar tegenin te gaan.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Kijk, dat is nu de enige in de hemel geldende verklaring van deze tekst. De zonden echter die een mens tegen God en derhalve tegen zijn eigen geest begaat, kan toch niemand anders vergeven dan alleen Hij, tegen wiens heilige orde zij werden begaan. En de zonde tegen de eigen Geest kan toch zeker ook niemand anders vergeven of kwijtschelden dan deze eigen geest zelf, dat wil zeggen met een volkomen oprechte wil uit liefde voor de Heer en zichzelf verloochenen en zulke zonden in het vervolg nooit meer willen begaan.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Nadat de valse vriend deze voorwaarden heeft gesteld, zegt de dwaze man tegen hem: omdat ik weet dat jij een man bent die rijk is aan kennis, zal ik ook helemaal op jou vertrouwen. Doe mij maar het middel aan de hand, ik heb er alles voor over. Maar wat doet de valse vriend nu? Luister! In plaats van de dwaze man een levende vrouw te geven, verkoopt hij hem voor veel geld een dood, houten beeld en zegt tegen hem: leg dit in jouw bed en adem er vlijtig overheen, en als jij er dan ook naast in bed gaat liggen, zul je mettertijd vast en zeker veel nakomelingen krijgen. Nu neemt onze man liet beeld en draagt het naar huis, legt het in zijn bed en gaat er meteen naast liggen en begint er zachtjes overheen te blazen. Dat doet hij een jaar lang, maar nog steeds is er geen nakomeling te zien. Daarom gaat hij naar zijn valse vriend en vraagt hem naar de oorzaak. Deze zegt echter: wat ben jij toch een dwaas, hoe kun je nu binnen een jaar al levende vruchten willen hebben, terwijl een boom, eenmaal in de aarde geplant, pas na meerdere jaren vruchten begint te dragen? Voor het bereiken van zijn doel prijst hij hem nog allerlei andere middelen aan, die bij hem, de valse vriend, te koop zijn.
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk, dit voorbeeld is heel duidelijk en is zogezegd uit jullie dagelijkse leven gegrepen. Het laat onmiskenbaar zien, hoe onzin met degene die de onzin verkondigt, zich kan opblazen en vergroten. Als de zaak dan door de tegenpartij, en wel op een wat arglistige manier, goed wordt gehanteerd, dan groeit die onzin tenslotte uit tot een dwangvoorstelling en dus tot een echt verkeerd gefundeerd geestelijk wanproduct. Als dat op aarde al het geval is, dan is het hier in het rijk der geesten nog duidelijker en levendiger zichtbaar. Voordat wij hier verschenen, hebben deze hemelbewoners niet bepaald veel waarde aan hun hemel gehecht. Zouden ze door de paradijsbewoners niet zo goed gevoed zijn, dan zouden ze deze hemel reeds lang overboord hebben gegooid. Toen wij echter kwamen en hen en hun hemel verdacht begonnen te maken, hebben zij zich aanvankelijk van schrik teruggetrokken, omdat ze zagen dat wij ons door hun domheid niet meteen lieten afschepen. Omdat zij zich daardoor beschaamd voelden, begon ook al spoedig bij ieder van hen eveneens de eerzucht te groeien en de voorstelling die zij van de hemel hadden, groeide met hen mee.
Hoofdstuk 80: Verdere uitleg over de bedrieglijke komedie. Het geestelijke leven wordt op oneindig veel verschillende manieren begeleid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Ik heb het vermoeden dat hij jullie wat zal benauwen, omdat jullie het raadzaam vinden om de derde akte van dit hopeloze, hemelse schouwspel niet tot het einde af te wachten. Maar ik zeg jullie: wij bezitten de macht om dit vuur, wanneer we maar willen, onmiddellijk te doven. Daarom hoeven we voor dit vuur ook helemaal niet bang te zijn. Wat we echter hierbij kunnen, zullen en zelfs moeten doen is, dat we dit vuur met een tegenvuur beantwoorden en aan dit tegenvuur zullen onze tegenstanders zich heel gevoelig gaan branden. Zodra onze tegenstanders dat zullen bemerken, zullen ze tevoorschijn komen om te proberen aan het vuur te ontkomen. Ons vuur zal hen echter gevangennemen en het kwaad in hen verteren. Pas dan zullen zij in staat zijn om woorden die heilzaam voor hen zijn, van ons aan te nemen.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De pseudo-Petrus zegt: luister nu naar mij. Ik en dit hele gezelschap waren en zijn nog met veel waanideeën behept. We zien nu echter duidelijk in dat het met deze werkelijk hopeloze hemel, waarin wij allemaal heel pijnlijk onder handen werden genomen, wel totaal anders gesteld moet zijn. Ook zien we in dat, wanneer dergelijke scènes zich in deze zeer bedenkelijke hemel vaker zouden herhalen, deze evengoed voor een eerste klas hel kan worden aangezien en - mocht hij dat niet zijn - dan toch op zijn minst voor een goed onderhouden `vagevuur'. Daarom vraag ik je nu in naam van al mijn broeders, bevrijd ons, als het jou mogelijk is, uit deze werkelijk fatale hemel! Met dit verzoek leg ik ook mijn valse petrusschap aan jouw voeten. Ik zie heel goed in en beken openlijk uit de grond van mijn hart dat ik niet alleen als Petrus niet deug en nooit gedeugd heb, maar ook dat ik nog veel te slecht en te dom ben om zelfs maar de minste varkenshoeder te zijn op een of andere geestelijke weide, vooropgesteld dat er ergens in deze omgeving zo'n bezigheid bestaat.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Omdat de hele hemel nu echter verdeemoedigd en overwonnen achter ons aan komt, zegt zojuist de prior tegen zijn gezelschap: luister vrienden, onder deze omstandigheden krijgt de zaak inderdaad een heel ander aanzien. Deze drie zijn beslist door een ons nog onbekende goddelijke macht hierheen gezonden; dat is zonneklaar! Maar wat wij nu met deze verschrikkelijke zekerheid moeten beginnen, is een heel andere vraag. Hoe ziet het er met ons geweten uit? Hoe verhoudt zich ons vroegere gedrag ten opzichte van deze hoge boden? Dat is weer een heel andere vraag. Komen wij, als alles goed gaat, na hun eventuele, zeker rechterlijke uitspraak in het vagevuur of, de Heer sta ons bij, misschien zelfs in de hel? Luister vrienden, dat is een heel andere, ontstellend wanhopige vraag!
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Wat echter de zonde tegen de goddelijke Geest betreft, die op zich de uitstralende liefde van de Heer is, zal het toch zeker duidelijk zijn, dat wanneer iemand eigenmachtig tegen het allerhoogste en krachtigste genademiddel ingaat, men zich toch serieus moet afvragen door welk middel zo iemand, die boosaardig vecht tegen het allerhoogste, nog gered kan worden.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)