Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 489 van 1490

...  477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502  ...
[19] Maar de dood van de rabbi-overste lag geheel in de wil van de Heer besloten; want het bedrog dat deze rabbi heimelijk pleegde tegenover armen, weduwen en wezen was ten hemel schreiend. Nu weet je hoe het zit; maar houd alles voor je en erger je dus niet!'
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] We gingen van de plaats van de brand weer naar huis en gingen dadelijk slapen, omdat wij deze dagen veel gewerkt hadden.
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Beiden zeiden: 'Ja, ja, je hebt gelijk! In die nieuwe voorschriften is teveel hebzucht van de tempel zichtbaar, die God zeker nooit heeft voorgeschreven, omdat Hij immers tegen alle mensen heeft gezegd: Je moet niet begeren wat van je naaste is! Maar de priesters begeren onmiddellijk alles wat ze bij ons zien en zeggen dat het veel verdienstelijker is om aan de tempel te offeren dan andere goede werken te verrichten. En dat kan niet Gods woord zijn omdat God alleen maar zegt dat men zijn naaste moet liefhebben als zichzelf Zodoende zullen wij wat we deze vriend hadden toegedacht, stilletjes aan de armen geven.'
Hoofdstuk 227: De barmhartigheid van enkele burgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Jouw mensen, die toch al geen geloofshelden zijn en overal eerder aan geloven dan aan een wonder, zullen je niet vragen hoe het huis in zo'n korte tijd weer is hersteld; want ze zullen denken dat wij er met man en macht aan gewerkt hebben en het dus ook gemakkelijk in één dag hersteld hebben. Jouw vrouw heeft zelfs al heel vaak haar mening uitgesproken dat de timmerlieden met gemak een huis in een paar dagen zouden kunnen afbouwen als ze harder zouden werken. Wel, deze keer hebben wij heel hard gewerkt en heeft je vrouw dus een keer gelijk gehad!'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Met deze raad was de buurman het volkomen eens. Wij verlieten hem en gingen weer naar huis om daar tot de middag te rusten. Toen nuttigden wij ons middagmaal en overlegden wat we 's middags zouden doen, omdat er geen werk op ons lag te wachten.
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar Ik zei: 'Omdat er in deze omgeving nog andere timmerlieden zijn die ook willen werken en leven, moeten we hen niet vóór zijn! De mensen kennen ons en ons werk per slot van rekening, en zullen komen als ze ons nodig hebben; maar we dringen ons niet aan hen op!
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Laat dat maar helemaal aan Mij over! Die opdracht is allang heimelijk een hartewens van hem en we zullen hem zelf in het bos aantreffen, terwijl hij bij zichzelf overweegt hoe hij die tien oude ceders geschikt kan maken om er een nieuwe schuur mee te bouwen. Hij wilde die ceders deze week door zijn drie knechten laten vellen en er dan pas met jou over spreken om ze door ons klaar te laten maken voor de bouw; maar omdat nu zijn, naar hij meent, beste en eerste knecht ziek in bed ligt, denkt hij aldoor hoe, wanneer en door wie hij zijn tien ceders geschikt kan laten maken voor de bouw.
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Hij heeft al een paar keer aan Mij gedacht, sinds ik die bewuste eik bouwklaar heb gemaakt; maar hij had de moed niet om Mij of jou erover aan te spreken. En als wij hem nu vandaag in deze kwestie uit eigener beweging te hulp zullen komen, zal hem dat zeker des te meer welkom zijn. Daarom kunnen we onmiddellijk op weg gaan!'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] Ik zei: 'Goed dan! Maar zorg er allemaal voor dat jullie niet over Mij spreken vóór de tijd! En wanneer die zal komen, zullen jullie wel van Mij vernemen. Maar geef Me nu de bijl, zodat Ik onmiddellijk deze tien bomen vel!'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Opeens zag hij ons, kwam allervriendelijkst op ons af en zei tegen Jozef (de buurman): 'O broeder, je komt als duizendmaal geroepen! Je weet dat ik even dringend een nieuwe schuur nodig heb als die nieuwe graankist. In de wijde omtrek kan men er geen mooier hout voor vinden dan dit! Maar het heeft me al veel hoofdbrekens gekost hoe ik dit hout klaar moet maken voor de bouw! Ik heb daarbij al vaak aan jou gedacht; maar het vellen van deze kolossale bomen is toch eigenlijk geen werk voor een bouwmeester en zijn meesterzonen. Daarom durfde ik er tot nog toe ook nog niet met jou over te beginnen, ofschoon we al wel een paar keer met elkaar gesproken hebben over de noodzaak van een nieuwe schuur. Maar omdat jullie hier nu toch zijn - zeker deze weg nemend omdat jullie misschien in deze bergen een opdracht hebben, wil ik graag kort met jullie overleggen wat ik het beste zou kunnen doen.'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Reeds onderweg naar huis zei Ik: Ja, dat zal Ik ook; want niemand ter wereld respecteert de vrije wil van de mens zozeer als Ik en je zult nog niet van Mij hebben meegemaakt dat Ik Me ooit tegen iemands wil heb gekeerd als het om iets goeds ging, maar wel tegen de domheid van zo vele mensen. En daarom zal Ik, zoals reeds gezegd, deze keer zoals ook altijd, gevolg geven aan jouw goede wil; maar daarvoor moet jij ook iets doen wat Ik nu van je ga vragen.
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Hierop antwoordde een zeer huichelachtige Farizeeër: 'Jongeman, ben jij, die van goede afkomst schijnt te zijn, door Lazarus die wij kennen en die wij persoonlijk willen spreken naar ons toe gestuurd? Het is hier wel een zonderlinge gewoonte geworden dat wanneer men de heer des huizes wil spreken, deze in zijn plaats een baardeloze knaap stuurt! Ga dus maar naar Lazarus en zeg hem dat wij, die hem willen spreken, zeker in Jeruzalem en in alle landen der joden een veel hogere rang bekleden dan hij.'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Rafaël zei: 'Als jullie zulke grote heren zijn, verbaast het mij werkelijk dat jullie je hier 's avonds, nu het reeds tamelijk donker is, verkleed naar boven hebben begeven op deze berg, naar de plaats waar jullie zelf een banvloek over hebben uitgesproken! Luidt jullie vervloeking dan niet zo: 'Wie van de joden deze berg betreedt bij dag of bij nacht, die zij vervloekt naar lichaam en ziel! '? Wanneer dat echter zo is, hoezo konden jullie dan zelf hier naar boven komen, om met de ketter Lazarus te spreken?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Zeer wrevelig zei de Farizeeër: 'Wat begrijp jij, baardeloze knaap, van deze hogere dingen, waarover alleen de priesters van de tempel namens God het recht hebben te oordelen?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Hierop keek de Farizeeër Rafaël verbaasd aan en zei na een poosje: 'Wie geeft jou, baardeloze jongen, het recht om ons zo verdacht te maken ? Ten eerste weet jij niet, of wij werkelijk bij de tempel horen, en of wij joden zijn, en ten tweede zeggen wij, dat wij van jouw grote profeet nauwelijks iets weten! Wij hebben er op onze reis hierheen weliswaar hier en daar iets van gehoord, dat in het land van de joden een grote magiër van zich doet spreken door zijn kunsten en toverijen; of hij echter een vriend of een vijand van de jodenpriesters is, of dat deze hem vervolgen, dat laat ons werkelijk totaalonverschillig! Wij zijn handelaars en bekommeren ons nooit om dergelijke kleinigheden! Wanneer dat echter zo is, hoe kun jij ons dan dingen voorhouden die ons nog nooit iets hebben kunnen schelen?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502  ...