Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 490 van 1490

...  478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503  ...
[22] Om deze opdracht meer kracht bij te zetten, wezen ze de nu zeer bang geworden Farizeeën op drie grote leeuwen, die iets verder beneden aan de weg lagen en zich grimmig gedroegen. Dit middel werkte, en de Farizeeën -tien in getal -begonnen Rafaël om vergeving te smeken, en bekenden nu direct alles, waarom ze op de Olijfberg gekomen waren, en zeiden ook dat hij de waarheid had gesproken.
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De ene Farizeeër zei: 'Aanvankelijk had een boze geest ons hierheen gevoerd, en was dus ook datgene wat wij jou eigenlijk hadden willen vragen, volstrekt niets goeds. De woorden van deze meer dan verstandige en wijze jongeling en de uitzonderlijke macht van deze zeven mannen, die nog om ons heen staan, hebben ons van gedachte doen veranderen en wij hebben al gauw ingezien, hoe ijdel en dwaas onze boosaardige opzet was, en omdat zij ongegrond was hebben we die dan ook laten varen.
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Hierop zei Lazarus 'Wanneer jullie innerlijke bedoeling hetzelfde is als jullie woorden, en wanneer jullie de schade die jullie aan heel veel armen, weduwen en wezen toegebracht hebben, zoveel mogelijk weer goed willen maken, dan kunnen jullie heel kalm langs deze leeuwen gaan, en er zal er niet één naar jullie omkijken; maar als jullie inje hart een andere mening zijn toegedaan dan in jullie woorden klonk, dan zou het niet erg veilig voor jullie zijn om de leeuwen te naderen! Onderzoek daarom jullie hart, en zeg openlijk en eerlijk hoe het daarmee gesteld is!
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De Heer kwam in het vlees als mens op deze aarde, zoals Hij het Zelf door de mond van de profeten geopenbaard heeft, en doet nu ook de werken, die de zieners al eeuwen geleden bezongen hebben - wat jullie als schriftgeleerden als eersten zouden moeten onderkennen -en toch geloven jullie, zoals gezegd, niet in Hem! Wat is daar dan wel de reden van?'
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Nu weet je ook hoe wij er eigenlijk over denken; heb daarom de goedheid om die zeven mannen te zeggen, dat ze ons behouden en wel van deze berg naar de stad begeleiden!'
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Nu vragen wij je echter als vrienden ons toe te staan je weer in Bethanië te mogen bezoeken, waar we graag over heel veel dingen onder vier ogen met je willen spreken. Vervolgens vragen wij je nu echter ook om ons een veilig geleide te geven over de berg tot in de stad; want daar, iets verder beneden op de weg liggen drie leeuwen, die zeker aan de zeven mannen toebehoren, omdat ze op hun roep onmiddellijk zijn verschenen. Deze boosaardige dieren zullen -wat al vaker het geval geweest schijnt te zijn waarschijnlijk goed getemd zijn en in plaats van honden de zeven mannen dienen tot bescherming op hun reizen, maar ondanks hun tamheid zijn ze niet te vertrouwen! Zelfs de kwaadaardigste hond kent ook 's nachts zijn huisheer; maar een vreemde grijpt hij en verscheurt hem, en dat zou van die drie leeuwen des te meer te verwachten zijn! Daarom vragen wij jou, of je de zeven mannen ervoor wilt laten zorgen dat die drie beesten daar weer weggaan.
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Na deze woorden van Rafaël wisten de Farizeeën niet zo goed, wat ze nu moesten doen.
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Het is toch eigenaardig gesteld met de mens! Wat is eigenlijk de mens, de sterfelijke God van deze aarde, die de grond bebouwt en met zijn verstand en met de kracht van zijn handen grote werken tot een harmonisch bestaan brengt? Ik zeg jullie: de mens is niets anders dan een zeer erbarmelijk dier; want hij weet dat hij moet en zal sterven, terwijl geen dier daar enig vermoeden van schijnt te hebben, vandaar dat het tot aan het moment van zijn dood met een heel rustig gemoed verder kan leven, zonder ooit één gedachte te hebben eenmaal te moeten sterven. De mens doet er daarom goed aan, zijn erbarmelijke leven af en toe een beetje op te vrolijken en de donkere gedachten aan de dood enkele ogenblikken te verjagen.
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Hoeveel verheven vaderen, wijzen en profeten hebben er niet vóór ons geleefd naar de beste en meest wijze wetten; ze geloofden ongetwijfeld in een God, baden tot Hem en beminden en vereerden Hem bovenmate en geloofden ook vast aan een eeuwig leven na de dood van het lichaam! Maar uiteindelijk moesten deze grote en wijze geloofshelden toch sterven, en is er van hen niets anders overgebleven dan hun naam en hun in de Schrift beschreven daden en leringen! Maar waar zijn hun zielen heengegaan?
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Dat is zo mijn ware geloof en mijn oprechte bekentenis voor jullie, mijn ambtgenoten, die ik echter alleen onder ons heb uitgesproken, omdat ik wel weet dat jullie bij jezelf allemaal precies zo denken als ik; in de tempel, in het bijzijn van het volk en onze vele en zeer blinde ambtgenoten is het echter nodig anders te spreken! Wat denken jullie van deze opvatting?'
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Een andere schriftgeleerde zei: 'Ik kan je geen ongelijk geven en deel in veel opzichten .jouw mening; maar als een volledig uitgemaakte waarheld kan Ik Je mening toch eigenlijk niet aannemen! Want ik kan niet geloven, dat God als de meest wijze Schepper van hemel en aarde, die toch de zon, de maan, de sterren en deze aarde voortdurend in stand houdt, ons als volmaakte werken van Zijn wijsheid en macht alleen geschapen heeft om te dienen als Zijn vergankelijke speelpoppen!
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Dat de mens maar een kort leven op deze aarde heeft, daarvan schijnt de reden meer daarin gelegen te zijn, dat zijn ziel zich in het lichaam op een bepaalde manier moet ontwikkelen en een bepaalde en duurzame degelijkheid moet verkrijgen, opdat ze daarna kan voortbestaan in een andere, met haar wezen overeenstemmende wereld, die onbegrensd moet zijn.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Want wanne,er de mens met lichaam en ziel alleen bestemd zou zijn voor deze materiële wereld die, al is zij nog zo groot, toch haar grenzen heeft, dan zou als gevolg van de dagelijkse toename van het aantal mensen als die ook dat hun lichaam betreft onsterfelijk zouden zijn, deze aarde ai gauw te klem en te beperkt worden voor de mensen, temeer daar ze uit veel meer water dan vaste, bewoonbare grond bestaat; God zou na een bepaalde tijd de mensen onvruchtbaar moeten maken en ze ook niet meer ouder moeten laten worden, zodat ze dan in een bepaalde normale kracht en sterkte eeuwig konden voortleven en de aardbodem bewerken voor hun levensonderhoud.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Uit deze diepgaande beschouwingen blijkt wel, dat Gods wijsheid de mensen voor een ander, hoger en vrijer leven heeft geschapen en niet voor een in alles zeer beperkte wereld, die weliswaar goed genoeg is om de mens tot een eerste ontwikkelingstrap te dienen, maar nooit bestemd kan zijn om hem een zalig eeuwig bestaan te geven.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Om deze en nog vele andere redenen geloof ik in de onsterfelijkheid van onze zielen, want als die sterfelijk zouden zijn, zouden wij ons God wiens macht,en hoogste wijsheid uit al Zijn werken duidelijk blijkt, evenals Zijn goedheid en Zijn gerechtigheid -als machteloos moeten voorstellen of als onwijs of zelfs als helemaal niet bestaand.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503  ...