Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 490 van 1112

...  478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503  ...
[7] Er zijn te weinig echte duisterlingen om tegen de vele verlichten op te staan, ook al zouden ze dat graag doen; en als de verlichten aangevallen zouden worden, zijn ze er zich met zekerheid van bewust dat ze steeds en altijd over de weinige en volkomen machteloze duisterlingen zullen zegevieren.
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ja, als het nog een tijdlang weifelt om zijn volkeren datgene te geven wat van Mij uit rechtmatig is -aangezien immers overeenkomstig Mijn woord de zuivere waarheid, waar ieder mens zich als enige aan dient te houden, iedereen vrij zal maken en nu moet maken -zal het ook delen in het lot van degene van wie het tot nu toe zijn heil verwachtte! De geldelijke middelen, die zeer noodzakelijk zijn voor een krachtiger hulp, heeft het niet; en als het nog op vermeende hulp vertrouwt van de kant van een zeven keer gewijd altaar en het wonderen verrichtende beeld daarvan, zal het ook weldra aan elke andere kracht gaan ontbreken! Laat het alleen maar kijken naar de gevolgen van zijn duistere concordaat, dan zal het hele buitenland zeggen: ' Als je je zo trouw verbonden hebt aan die door ons allemaal gehate vijand van het licht en de naastenliefde, dan is er met jou geen vriendschapsband meer te smeden! Laat degene voor wie jij al je oude vrienden vergeten hebt en die jij zozeer begunstigd hebt, dat je hem tot je eigen zeer grote nadeel meer dan de helft van jouw macht in handen hebt gegeven,jou nu helpen in je nood en verlatenheid!'
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Als de zaak zo ter hand genomen zou worden, zou het geen gebrek hebben aan allerlei goede vrienden van buiten en nog meer van binnen; maar wie zal ooit nog een huis vertrouwen schenken, waarvan men niet meer weet door wie de huisheer zich tenslotte allemaal de wet moet laten voorschrijven om nog een poosje huisheer te lijken?
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Onder alle omstandigheden sta Ik nu weer aan het hoofd, en dan kan geen wanorde ten nadele van degenen die zich naar Mij richten, bestaan. Dit jaar zal Ik met het land waarin jij leeft, nog een beetje geduld hebben; maar niet veellanger, al zouden ook vele van Mijn oude vrienden nog in hun lichaam en in alle liefde en trouw daar wonen. De Mijnen en de nieuw verlichten zullen wel behouden blijven, maar alle anderen zullen getuchtigd worden.
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Zulke gevechten zijn er al heel veel geweest en er zullen er nog verschillende zijn, als de mensen zich niet metterdaad volledig aan Mijn leer zullen houden.
Hoofdstuk 29: De toekomst van de staten van Europa en Amerika - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Wat Ik eenmaal zeg en wil gebeurt even vast en zeker als de zon iedere ochtend moet opgaan en 's avonds moet ondergaan. Meer hoef Ik je eigenlijk niet te zeggen, hoewel Ik nog een vraag met betrekking tot Frankrijk in je gemoed zie, die erover gaat hoe dit rijk, dat nu in aards opzicht zeer machtig is, zich zal gedragen in relatie tot de huidige, algemene stroming van licht. Ik zeg je: tegen Mijn wil zal het moeilijk en onmogelijk in kunnen gaan!
Hoofdstuk 29: De toekomst van de staten van Europa en Amerika - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zeg je: wie nog langer naar die bepaalde man, die zichzelf vroom noemt, zal lonken en met gespleten tong met hem zal praten, terwijl Mijn licht uit de hemelen almaar intensiever wordt, zal er weldra geheel verlaten en alleen bijstaan. Want Ik wil dat er eindelijk een einde komt aan het langdurige overspel van Babel. Van nu af aan zal alles nieuw en anders worden, en Mijn woord, dat Ik tot de apostelen en heel veel andere mensen heb gesproken, moet nu met nieuwe kracht en macht opstaan en vervolgens tot aan het einde der tijden van deze aarde duren. Allen moeten zich zonnen en warmen in het licht van Mijn leer uit de hemelen en zij die Mij oprecht belijden en liefhebben, moeten weer, zoals het in de oertijd was, van de wieg tot het graf in een voortdurend waarneembare gemeenschap met Mijn engelen verkeren en zo ook met Mij Zelf.
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Op het ogenblik dat die wijnzakken barsten houden de grote consumeerders op te bestaan, en de staat zal ervoor zorgen dat diegenen niets tekort komen, die de staat en het volk lange tijd trouw gediend hebben met hun geest en verstand. Maar de meer dan een kwart miljoen straatslijpers en leeglopers zonder verdienste, voor het merendeel uit de rijen der geestelijkheid, zullen hun grote inkomens en pensioenen niet meer ontvangen*, (* Inderdaad zijn in de jaren 1868-1874 de concordaatwetten vervangen door staatswetten, met natuurlijk als gevolg dat veel kerkelijke autoriteiten werkeloos werden ) maar daarentegen strikt verplicht worden de staatsschuld te betalen - want die zal onder alle omstandigheden gerespecteerd worden, opdat niet de ene broeder een klacht tegen de andere zal indienen ** (** Bij het afwikkelen van de naoorlogse zaken hoorde onder meer dat Venetië bij Italië kwam. Tevens nam Italië de daarbij behorende staatsschuld op zich, en zodoende hadden de twee landen geen verplichtingen meer aan elkaar.)
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarop zeg Ik je, dat je aan de ene kant helemaal juist en terecht hebt geoordeeld; en voor een poos zou het ook goed gaan, omdat de zogenaamde geestelijke zich ontegenzeglijk meer zou bezighouden met het onderrichten van het volk, waarvoor hij betaald wordt, dan met de kerkelijke ceremoniën, die hem niets meer opleveren. Maar als hij zijn kerkelijke dienst zonder vergoeding zou verrichten, zou het blinde volk hem een nog grotere waarde toekennen vanwege zijn verdienste voor God, en op die manier vanzelf tot het oude bijgeloof vervallen, en nog erger en dieper dan voorheen. De geestelijke zou datgene wat hem bij het volk een groot en luisterrijk aanzien verschaft, niet voorstellen als iets dat voor Mij geen waarde heeft, maar als iets dat Mij buitengewoon welgevallig is, en op die manier zou hij het volk in het oude bijgeloof versterken en een nieuwe troon maken voor de hoge heerschappij van de hoer van Babel, die nu haar volkomen einde nadert.
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Laat de geestelijkheid dus haar gang maar gaan met het uitbuiten van het volk; laat het nog blinde volk maar op bedevaart gaan en dure missen betalen; laat het biechten, naar de kerk gaan, overdreven dure rouwstoeten vormen; laat zij op erfenissen jagen en dure ontheffingen en aflaten verkopen. Kortom, laat die Babyloniërs nog erger tekeer gaan, dan zal ook de meest blinde weldra tot bezinning komen en zeggen: 'Nee, zo'n religie kan niet anders dan bedrog zijn, omdat degenen die het meest overtuigd zijn van de zuivere waarheid van de leer van Christus en ernaar zouden moeten handelen, door hun daden laten zien dat ze zelf helemaal geen waarde aan die leer hechten, in geen enkele God geloven en derhalve louter valse profeten zijn; ze zorgen voor niets anders dan hun buik, maken de mensen door allerlei bedrog -en als dat niet meer voldoende is, door een soort wettelijke dwang, die hun door de staat toegestaan is -dikwijls hun hele hebben en houden afhandig en reiken geen enkele dorstige zielook maar een slok water van alles wat ze gewoon geroofd hebben! Daarom weg met al die valse profeten; weg met die verscheurende wolven in schaapskleren, en weg met alles waarmee zij zolang het arme, blinde volk hebben gekweld, bedrogen en beroofd; weg met de tempels, altaren, heiligenbeelden, relikwieën, klokken en alle nutteloze kerkelijke gebruiksvoorwerpen, die geen enkele geestelijke levenswaarde hebben! Van nu af aan zullen wijzelf de hele leer van Christus onderzoeken, ons die door een ware, door God verlichte leraren laten uitleggen en er dan naar leven en handelen, en de echte leraar zal aan onze tafel niet omkomen van honger en dorst en ook niet naakt en barrevoets rondlopen!'
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] In die tijd zegende Ik vooral Mijn vrienden die hier nog aanwezig waren, de oude Marcus, Kisjonah, Philopold en ook Maria, die eerst met Kisjonah en Philopold naar Kis ging, daar een poos bleef en zich ook weer naar Nazareth begaf; daar vertelde ze Mijn broers alles wat ze over Mijn leer en werken zelf had gehoord, gezien en meegemaakt, waar Mijn broers zich erg over verbaasden, evenals nog andere oude bekenden en vrienden van Jozef, Maria en de drie broers, die thuis timmerlieden waren en voor het levensonderhoud zorgden.
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Nu zou het nog wel eens zover met Hem kunnen komen, dat Hij het kwade lot van Johannes de Doper zal moeten delen, en dan zullen de weinige Joden die tot nu toe in Hem geloven direct weer omkeren en zich uit grote vrees voor de tempel weer tot de Farizeeën wenden en hen helpen om degenen die tot nu toe Zijn aanhangers waren, te vervolgen.
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Welnu, onze goddelijke broeder Jezus is reeds begonnen een krachtig licht te laten schijnen door de vreselijke duisternis en boosaardigheid van de Farizeeën en hun trouwe aanhangers, op zo'n manier, dat ook de heidenen zich al met vele honderden in Zijn licht koesteren en warmen; maar in deze wereld is nog altijd de mogelijkheid denkbaar en aanwezig, die aan de gerechtvaardigde ijver van onze Broeder een treurig einde kan maken.'
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] En een van hen zei: 'Luister, als Hijzelf dat wil en toelaat, kan het wel gebeuren dat de slechten zich aan Zijn lichaam kunnen vergrijpen, echter zeker niet tot hun vermeende voordeel, maar tot hun ondergang, wat bij de oude en jongere profeten heel duidelijk over de Messias wordt aangeduid! Laten we ons dus niet onnodig en tevergeefs zorgen om Hem maken; want Hij weet het beste en duidelijkste wat Hem voor het ware heil van alle mensen te doen staat.Wij willen en zullen altijd en onder alle omstandigheden in Hem geloven en Hem als de Zoon van God ten volle vereren.'
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Kijk, zo gaat het nu in het tot voor kort nog duistere Italië! Zo is het al vele jaren geleden in het Duitse rijk gegaan, evenals vroeger in Engeland en in Noord-Amerika, dat zich in deze tijd door harde strijd nog meer reinigt van alle tendensen die Mijn oerleer weerstreven. Daar zegt men herhaaldelijk: 'Maar Heer, hoe kunt U de confederatieven, die slaven willen houden, belangrijke overwinningen laten behalen op de zeer menselijk ingestelde unionisten *?!' (* Confederatieven: de zuidelijke staten van Noord-Amerika, die zich in 1861 van de Amerikaanse Unie afscheidden ('secessie') en tot een confederatie aaneensloten. De unionisten vertegenwoordigden de Unie van de noordelijke Amerikaanse staten. Deze twee partijen voerden van 1861 tot 1865 de zgn.'secessieoorlog', waarbij de afschaffing van de slavernij slechts één van de motieven was)
Hoofdstuk 29: De toekomst van de staten van Europa en Amerika - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503  ...