Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 50 van 1037

...  38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63  ...
[9] Meteen komen vijf Farizeeën met de verschuldigde eerbied naar Mij toe en beklagen zich erover, dat de bedienden hen zeer ruw behandeld hebben, en dat deze hen beledigd en belogen hebben.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] De Farizeeën kunnen van verbazing bijna geen woord uitbrengen. Na een poosje horen ze echter ook in het plaatsje Kis luid roepen en jubelen; en de Farizeeën met de geheel genezen zieken lopen zo snel mogelijk naar buiten om te zien wat dat lawaai betekent. Maar dan zien ze al gauw hun zieken uit de herberg, die allen als vrolijke herten in het rond springen en voortdurend 'Heil aan de man' roepen, voor hem die hen zo wonderbaar genezen had.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Er heerst een algehele verbazing, en de genezenen roepen: 'Breng ons naar de genezer, zodat wij hem persoonlijk onze lof en ons loon brengen!'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[27] Ik zeg dat Ik dat een goed voornemen vind en breng hen Zelf in de eetzaal, waar verfrissingen en allerlei versterkingen op hen staan te wachten. Ik zegen hun spijzen en dranken en geef ze dan de raad om naar behoefte te eten en te drinken en verzeker hen, dat ze er geen schade van zullen ondervinden. En ze beginnen te eten en te drinken; maar Ik trek Mij daarna in een ander vertrek terug, waar de eerlijke Baram uit Jesaira nog voor Mij en de Mijnen een buitengewoon rijkelijke maaltijd geserveerd had, waaraan Kisjonah en zijn familie blij naast Mij zittend deelnamen.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ais je bij zo iemand zou komen om hem het evangelie van het Godsrijk te prediken, dan doet hij met jou precies hetzelfde wat de os in de stal doet met een steekvlieg die hem stoort bij zijn onbezorgde vreten: de os slaat met zijn staart naar de hem storende gast, en die moet er snel vandoor gaan om niet platgeslagen of op z'n minst half dood geslagen te worden.
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Als zulke mensen dan goed gaan gisten, hebben ze behoefte aan vrienden die hen weer tot rust zouden kunnen brengen; ga dan naar hen toe en predik hen het evangelie, en ze zullen naar je luisteren, en nooit hun trotse en woedend om zich heen slaande staart tegen je opheffen!
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ahab zegt: 'O wijsheid, o wijsheid! Hoe hoog en waar is datgene, wat in U woont, en hoe vreselijk dom zijn wij daarbij vergeleken! Het is al eeuwenlang bewezen dat er niets ontstaat zonder een voorafgaande strijd; en toch wilde ik nu zonder meer naar de Bethlehemieten gaan om hun geest te verlichten! O ik ben toch wel het toppunt van domheid?! De Griekse wijzen zeggen toch al: 'Iedere werkzaamheid hangt van strijd af, en iedere uitwerking is daar het gevolg van!', -en ik had dat niet in de gaten! Hoe komt het toch dat ik het nu wel inzie?! .
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Als iemand te voet een lange weg heeft afgelegd en tenslotte een herberg bereikt, dan zal hij als hij niet direkt naar bed gaat maar zich matig beweegt en de volgende morgen al voor het opgaan van de zon op is, de gehele dag geen moeheid merken, en hoe langer hij zijn reis op die manier voortzet, des te minder daardoor vermoeid raken.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar als iemand die net zo vermoeid van een dagtocht, in een herberg aankomt, meteen naar bed gaat en pas de volgende dag 's middags op staat, dan zal hij zijn verdere reis voortzetten met totaal verstijfde voeten en met een geheel verward hoofd en na een poosje lopen zal hij zo moe zijn dat hij vurig verlangt naar een rustpauze, en het kan zelfs gebeuren dat hij langs de weg blijft liggen en dood gaat als hij mogelijkerwijs geen hulp krijgt.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Deze woorden waren echter aan Thomas gericht. Hij ging naar Maria en vroeg haar om zijn goed bedoelde mening niet onvriendelijk op te nemen. Maar Maria suste hem en was zeer vriendelijk over zijn zorg over haar en het werd Thomas weer lichter om het hart, zodat hij weldra weer helemaal gerustgesteld naar zijn plaats ging.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[25] Alleen Matthéus zei na een poosje bij zichzelf: 'Morgen bij het krieken van de dag wordt deze leer van de werkzaamheid en de rust, zo goed dat mogelijk is, opgeschreven op een vel dat alleen voor deze leer gebruikt wordt; want deze buitengewoon belangrijke leer mag voor geen goud van de wereld verloren gaan!' En toen niet lang daarna de dag aanbrak, hield Matthéus ook zijn woord; en deze leer heeft nog lang bestaan en is door Jonaël en Jaïruth ook naar Samaria meegenomen, maar in de loop der tijd werd ze zeer misvormd en is daarom ook verloren gegaan. Zolang ze echter nog in omloop was, circuleerde ze onder het volk onder de naam 'de nachtprediking'.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De volgende morgen kwamen de vijf Farizeeën naar Mij toe, begroetten Mij en Mijn leerlingen op hun manier zeer hoffelijk en betoonden Mij nog een grote eer, door Mij te vragen, of Ik hen waardig vond om Mij de voeten te wassen.
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Pas na deze handeling vroegen de vijf Farizeeën aan Mij: 'Waarlijk, onbegrijpelijk grote meester! Vertelons nu toch eens iets over de aard en manier, waarop de kracht werkt waarmee U dergelijke nooit gehoorde genezingen tot stand brengt! Dat U zulks - in het algemeen gesproken - duidelijk door de kracht van God doet, staat wel vast; maar hoe en op wat voor wijze dat zo ongehoord volmaakt kan gaan, dat is een andere vraag. Slechts daarover - als u ons voor enigszins waardig houdt -zouden we iets naders willen weten, en dan zullen we zeer tevreden en u eeuwig dankbaar blijvend de terugweg naar Bethlehem weer aanvaarden.'
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Na Mijn toespraak trekken de vijf wel wat verbouwereerde gezichten; maar ze durven het toch niet aan om nog een vraag te stellen, zij buigen voor Mij en gaan dan naar hun eetzaal en na het morgenmaal gaan ze weer op weg naar hun thuisland.
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar dan komen de leerlingen naar Mij toe en vragen, waarom Ik toch in zulke bedekte termen met de Bethlehemieten heb gesproken.
Hoofdstuk 223: Een les in het geven van onderricht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63  ...