Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 491 van 1490

...  479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504  ...
[10] Vraag: zijn Gods wijsheid en goedheid daar ook maar enigszins schuldig aan? Als dat het geval zou zijn, dan zouden de hoog te eren mensen die steeds naar de wetten van God hebben geleefd, vóór hun verscheiden van deze wereld ook door zulke kwaadaardige ziekten gekweld worden als degenen die vanaf hun jeugd al een goddeloos leven geleid hebben en daardoor de natuur van hun wezen in de grootste wanorde gebracht hebben. O nee, ik heb mij er zelf al heel vaak van overtuigd, dat de mens die volgens Gods orde leeft, meestal een hoge leeftijd bereikt en aan het einde een opvallend zachte dood sterft.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Er bestaan hier en daar ook wel voorbeelden van vrome en rechtvaardige mensen, die uiteindelijk ook door een niet bepaald zachte dood van deze wereld scheiden; maar daarbij kunnen wij altijd twee gevallen veronderstellen, namelijk dat God het geduld van zo iemand zwaarder op de proef stelt, opdat zijn ziel voor het leven aan gene zijde een des te grotere gedegenheid verkrijgt. Waarom? Dat zal God zeker heel goed weten!
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De mens is er volgens jouw opvatting door God toe geroepen, om zich door middel van een goed. geordend voorleven op deze aarde een ware en met de bedoeling van God overeenkomende soliditeit van zijn ziel te verschaffen - want dat dat in de bedoeling van God ligt, blijkt immers duidelijk uit alle openbaringen die door de mond van de aartsvaders en de profeten tot ons zijn gekomen. Maar wat gebeurt er aan gene zijde met de kinderen, bij wie vanwege hun vroege dood eigenlijk noch van een ongeordend en nog minder van een geordend voorafgaand proefleven sprake is geweest? Wanneer de ziel van de mens alleen door een goed geordend voorafgaand proefleven het gedegen, ware, eeuwige leven kan bereiken, waardoor bereikt de ziel van een kind dat dan? Of sterft de kinderziel samen met het lichaam?'
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Is deze aarde dan soms de enige wereld? Laten we kijken naar de sterrenhemel! Grote wijzen uit de oudheid en zelfs Mozes in zijn bij-boe ken, die wij nog wel hebben maar waaraan wij geen geloof schenken, hebben erop gewezen dat de zon, de maan en alle sterren werelden zijn, en dikwijls heel veel grotere dan die van ons; als dat echter zo is, dan zal het voor Gods wijsheid en macht ook wel niet zo moeilijk zijn om voor de zielen van de kinderen een andere en wellicht ook in veelopzichten betere leefwereld aan te wijzen, waarop zij dan hun levensvoltooiing zullen bereiken.
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Het is het beste om in het geheim al zijn leringen en daden te onderzoeken. Als wij vaststellen dat die helemaal zuiver zijn en zijn daden helemaal van goddelijke aard, dan zullen ook wij in hem geloven; als hij echter in onze ogen niet aan deze voorwaarde voldoet, dan blijven wij wat wij zijn, en laten al het andere aan God over!'
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Na deze toespraak ging Lazarus op Mijn bevel weer naar hen toe. Hij wist wat ze allemaal gezegd hadden, want Ik had dat aan iedereen verteld.
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar ook bij andere mensen ontbreekt het niet aan soortgelijke gaven. Neem nu alleen vandaag al het plotselinge verdwijnen van onze mantels en het tevoorschijn toveren van de drie leeuwen! Dat is een regelrecht wonder, dat een gewoon mens niet kan begrijpen. Nu zouden deze mensen ook kunnen zeggen: 'Ik of hij daar is jullie Messias, omdat hij in staat is wonderen te doen! ' - wat wij natuurlijk niet kunnen aannemen! Want als we dat zouden doen, dan zou het al gauw wemelen van louter messiassen! De Essenen doen ook wonderen, maar daarom zijn ze nog lang geen messiassen. De Galileeër echter presenteert zichzelf aan ons als zodanig. Wat moeten we daarvan zeggen?'
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Hij begroette hen ook, zeggend (Lazarus): 'Het doet mij veel genoegen, dat jullie je op deze plaats, die jullie vervloekt hebben, toch zo goed voelen! En aangezien mij, tot grote vreugde van mijn hart, alles bekend is wat jullie hier in besloten kring besproken hebben, denk ik dat jullie, die werkelijk wijze mannen zijn, nu geen gebruik zullen maken van jullie banvloek over mijn bezitting?'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Lazarus zei: 'Je hebt toch zelf met je eigen woorden gezegd, dat er in de wereld mensen bestaan, die zeldzame vermogens bezitten! Waarom zou God bijvoorbeeld ook mij niet enkele zeldzame gaven geschonken hebben? Maar ik kan jullie nog iets veel belangrijkers zeggen, en dat is dat Jullie als gevolg van jullie inzicht en spreken heel dicht bij het rijk Gods zouden zijn, als de slechte lucht van de tempel jullie daarin niet hinderde. In het bijzonder echter duid ik daarmee op jouw tegenpleiter, met wie jij uiteindelijk zelf op alle punten instemde, evenals ook alle anderen, vandaar dat jullie allemaal nu tot mijn werkelijk zeer grote vreugde met deze wel heel achtenswaardige tegenpleiter op één en hetzelfde punt staan; want mannen van jullie soort zullen er in de tempel nu niet veel meer zijn. Daarom zeg ik jullie, als jullie oude en ware vriend, dat jullie nu dichter bij het rijk Gods staan dan jullie vermoeden!'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Lazarus zei: 'Hoe kunnen jullie als werkelijk verstandige mensen zoiets ook maar denken! Ik wil direct uit jullie bekers drinken om te bewijzen hoe onjuist die gedachte is; jullie zullen nog lang genoeg op deze aarde moeten leven! Alleen met jullie kennis zijn jullie dicht bij het rijk Gods gekomen en met jullie geheim gehouden geloof, maar niet met jullie aardse leven!'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik ben er waarlijk, zoals jullie mij ook wel kennen, de man niet naar om een kat in de zak te kopen! Ik heb mijzelf er daarom ook heel nauwkeurig gedurende lange tijd en op verschillende plaatsen van overtuigd, wat voor iemand deze man nu eigenlijk was. En zie, hoewel ik toch ook goed thuis ben in de Schrift, vond ik nooit iets verdachts aan Hem, terwijl dat met de schreeuwerige magiërs zo vaak wel het geval was.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Toen ik meer dan een halfjaar geleden met Hem en Zijn destijds vele leerlingen naar Bethlehem trok, troffen wij daar voor de poorten van de oude stad van David een groot aantal bedelaars aan, omdat er een feest werd gehouden. Deze armen van beiderlei geslacht smeekten ons onder luid gejammer om een aalmoes. Het allerhardst riepen geheel mismaakte mensen, zonder handen en sommigen ook zonder voeten, en ik wilde hen dan ook naar mijn vermogen bedenken.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zou in jullie plaats, aangezien jullie inzien dat de tempel, zoals het daar nu mee gesteld is, het niet lang meer zal uithouden, mijn vermogen nemen en trachten een ware levensleerling van de Heer te worden. Van nu af aan kunnen jullie in de tempel niet veel meer winnen voor jullie aardse leven, omdat de offers om begrijpelijke redenen die jullie bekend zijn, van jaar tot jaar kariger worden. Bovendien zijn jullie langzamerhand aan het einde van jullie aardse levensjaren en moeten jullie tegen jezelf zeggen: met ons zal het op deze wereld waarschijnlijk niet al te lang meer duren! En wat dan?
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] Wanneer men zelf getuige is geweest van zo'n daad en van nog honderd andere, waarvan men niet eens meer kan zeggen: 'Kijk deze waren groter en gedenkwaardiger dan de andere!', wanneer men gezien heeft, dat ook alle dieren, alle elementen, de hele natuur, zelfs de zon, de maan en de sterren en de zeeën van de aarde evenals de bergen aan Zijn wil gehoorzamen, en Hijzelf zegt: 'Ik en de Vader in de hemel zijn één! Wie Mij ziet, ziet ook de Vader .Wie in Mij gelooft, zal het eeuwige leven hebben, want Ikzelf ben de waarheid, de weg en het leven!', dan kan men er met zijn gezonde zintuigen en zijn gezonde verstand toch niet meer aan twijfelen dat het is zoals Hij leert, en zoals sinds Adam alle vaderen, patriarchen en profeten van Hem hebben voorspeld en onderwezen.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De tweede, goede spreker zei: 'Ja, vriend Lazarus, daar kan ik je beslist geen ongelijk in geven; want in jouw plaats zou ik ook doen, wat jij doet! Maar die dingen kan ik beter geheim houden, evenals iedere andere betere overtuiging, omdat ik in mijn positie niet openlijk tegen de slechte stroom van de wereld in kan zwemmen. Jij bent echter een zeer rijke en door je Romeinse burgerrecht geheel vrije man en kunt net zoveel goeds doen als je maar wilt. Niemand kan jou dwarsbomen! Hoe wij tempeldienaren er echter voorstaan, dat weet je wel! Daarom kunnen wij alleen in stilte de waarheid toegedaan zijn: in het openbaar zijn wij echter genoodzaakt leugens te vertellen. Dat het nu in deze leugenachtige tijd zo is gesteld met ons, die nog uit de oudere en beter tijd stammen en de waarheid voor ons zelf wel begrijpen, dat weet jij net zo goed als wij .
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504  ...