10915 resultaten - Pagina 491 van 728
... 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 ...
[14] Want wat er in de geest maar kan worden gedacht, is in het rijk der geesten ook volkomen reëel uitgebeeld voorhanden, alleen met dit verschil: bij onvolmaakte geesten onvolledig, bij volmaakte echter volkomen als evenbeeld van liet allervolmaaktste in de Heer. Ik denk dat het niet nodig zal zijn om aan dit geval nog meer woorden te besteden. Een goed verstaander weet wat hiermee gezegd is, maar voor een slecht verstaander zou duizendmaal zoveel nog niet genoeg zijn. - Nu komt ons gezelschap ook al uit het klooster; laten we ons er daarom op voorbereiden om hen te ontvangen!Hoofdstuk 93: Het vermogen om op verschillende plaatsen gelijktijdig te kunnen verschijnen. Uitleg - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Welnu, onze monnik is tot rust gekomen en dat is goed. Jullie zouden misschien denken dat deze monnik de enige slimmerik in dit gezelschap is, maar er zijn er nog meer. Dit is echter ook nog een overblijfsel van de wereldse gezindheid, die zulke rooms-katholieke priesters en heel wat kloosterorden in het bijzonder, niet zelden eigen is. Deze wereldse gezindheid moet er ook nog uit, want hier kan men dit allemaal niet gebruiken; de liefde moet helemaal zuiver zijn. Een liefde waaraan nog een zekere graad van slimheid kleeft, is niet zuiver. Dat kunnen jullie op aarde al zien.
Hoofdstuk 94: 'Wees listig als de slangen en zachtmoedig als de duiven' - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Wanneer jullie het voorgaande een beetje begrijpen, zal het voor jullie niet moeilijk zijn om ook de verschijningsvorm hier in het zuivere rijk der geesten te begrijpen, want wat men bij jullie gedachtevormen noemt, zijn hier als het ware volledig uiterlijk ontwikkelde verschijningsvormen. De eerste is de levendigste en minst vergankelijke. De later gevormde beelden of de zogenaamde bijgedachten, die jullie hoogstens als vluchtige herinneringen kennen, zijn niet meer van belang en verschijnen ook niet meer in een of andere vorm, behalve bij een individu dat een sterke wil heeft en deze beelden in zich draagt. Wij hebben echter eerst voor deze tuinbewoners gestaan en de allergewichtigste zaken met hen besproken. Daarom waren wij, en zijn het nog, de voornaamste gedachte of eerste reflectie in hen. Dat is de reden dat zij ons ook voortdurend bleven zien, zonder dat wij steeds als personen reëel bij hen aanwezig hoefden te zijn.
Hoofdstuk 93: Het vermogen om op verschillende plaatsen gelijktijdig te kunnen verschijnen. Uitleg - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De hoofdeigenschap van dit verschijnsel is echter, dat deze verschijningsvorm voor degene die hem vanuit zijn hoofdgedachten tevoorschijn heeft geroepen, aanspreekbaar en ook tot ieder gesprek in staat is. Jullie vragen hoe dat mogelijk is. Ook in dit geval zijn er op aarde verschijnselen, die op deze lijken. Zo kan iemand bijvoorbeeld een droom hebben waarin hij tegen een vriend het een en ander heeft gezegd, waarna deze vriend hem ook het een en ander heeft verteld. Komt hij naderhand in ontwaakte toestand bij zijn vriend, dan kent deze zeker geen syllabe van hetgeen zijn volkomen evenbeeld in de droom van zijn vriend heeft gesproken. En toch waren de woorden van de dromer en die van de in de droom verschenen vriend zodanig dat de dromer niet eerder wist wat zijn in zijn droom verschenen vriend zou gaan zeggen, totdat deze zijn mond echt opendeed. Dat is dus een overeenkomstig verschijnsel.
Hoofdstuk 93: Het vermogen om op verschillende plaatsen gelijktijdig te kunnen verschijnen. Uitleg - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] In diepste wezen is ze eigenlijk een uiting van broeder- of naastenliefde, die enkel op de Heer gebaseerd is. Nu staat echter, ten gevolge van deze liefde van de Heer die iedere geest in zich draagt, elke geest en dus ook alles wat in die geest aanwezig is, in voortdurend contact met de Heer Zelf. Wanneer wij nu voor een andere geest, zoals in dit geval, niet werkelijk, maar slechts schijnbaar sprekend optreden, dan is dit optreden levendig in de Heer geconsigneerd. Zodra ik iets denk, gaat dat denken via de Heer over in de afdruk van mijn tweede of eventueel honderdste ik, en deze tweede afdruk van mijn ik handelt en spreekt dan precies zo, alsof ik zelf werkelijk handelend en sprekend aanwezig zou zijn. Wij kunnen dientengevolge als hoofdindividualiteiten ook alles tot op de laatste druppel weten, wat onze verschenen evenbeelden gedaan en gesproken hebben.
Hoofdstuk 93: Het vermogen om op verschillende plaatsen gelijktijdig te kunnen verschijnen. Uitleg - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Stel je eens voor dat een overigens beschaafd en welgemanierd meisje bemind wordt door een zeer achtenswaardige jongeman, waarnaar ook haar belangstelling uitgaat. Om echter helemaal zeker te zijn van zijn liefde, bedenkt zij heimelijk allerlei slimme trucjes om erachter te komen hoe liet er werkelijk met de liefde van haar beminde voor staat. Wanneer jullie dit voorbeeld oppervlakkig bekijken, zullen jullie zeggen: dat meisje handelt redelijk, want haar handelwijze is toch het beste bewijs dat ze erg veel van haar jongeman houdt en dat haar dus veel aan zijn liefde gelegen is.
Hoofdstuk 94: 'Wees listig als de slangen en zachtmoedig als de duiven' - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De prior stemt daarmee in, komt nu naar mij toe en zegt: lieve verheven bode van de allerhoogste God uit de hemelen, kijk, hier zijn allen die gevangen waren. Niet één is er achtergebleven; in tegendeel er is er nog een meer meegekomen dan er gevangen waren. Deze ene is echter geen gevangene, maar aan hem heb ik, naast God de almachtige Heer, de redding van deze arme broeders te danken.
Hoofdstuk 95: Verder op de proef gesteld. Het begin van de beloning - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Hij zegt: wat hoor ik nu? Was het zó met jouw liefde voor mij gesteld? Was het wantrouwen in plaats van liefde? Werkelijk, zou jij mij ooit oprecht hebben liefgehad zoals ik jou liefhad, dan had je mij vertrouwd zoals ik jou heb vertrouwd; dan had je mij niet laten bespioneren, want dat heb ik bij jou ook niet gedaan. Ik heb dat echter ontdekt en heb daarom jouw liefde voor mij op de proef gesteld. En kijk, jouw liefde heeft de proef niet doorstaan. Jij hebt nooit van mij gehouden maar wilde slechts zelfzuchtig door mij bemind worden. Je wilde alleen jouw eigen beeld in mij vereren, terwijl mijn beeld in jou een voorwerp van je minachting was. Kijk, van zo'n liefde ben ik werkelijk in het geheel niet gediend! Ik zal je nu echter wat bedenktijd geven; onderzoek je hart of je mij kunt liefhebben zoals ik jou liefhad en nog liefheb. Kun je dat, dan zal ik je niet uit mijn hart bannen, maar je bij me houden zoals voorheen. Maar kun je dat niet, dan heb je me na afloop van de bedenktijd ook voor de laatste keer gezien.
Hoofdstuk 94: 'Wees listig als de slangen en zachtmoedig als de duiven' - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[25] De prior zegt: wat mijn liefde voor de Heer betreft, die is wel zo machtig dat ik alles voor Hem zou willen doen, als ik maar iets zou kunnen doen! ik ben echter al tevreden als ik Hem maar vanaf enige afstand rustig in mijn hart kan en mag liefhebben. Ik ben het toch zonder meer in alle eeuwigheid niet waard om in Zijn nabijheid te zijn. Als ik terugkijk op mijn puur bekrompen leven op aarde en bedenk hoe vaak ik daar van Gods macht profiteerde, dan zou ik van schaamte willen vergaan! Laat me daarom maar zo vlug mogelijk mijn heil zoeken in de vlucht.
Hoofdstuk 95: Verder op de proef gesteld. Het begin van de beloning - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Dat jij je echter met je broeders voor het aangezicht van de Heer wilt verbergen, is vergeefse moeite. Als je denkt dat het oog van de Heer jou niet overal waar je ook bent zal vinden, dan vergis je je deerlijk! Als je echter van mening bent, dat je je achter de rug van deze eenvoudige man kunt verbergen zodat je het aangezicht van de Heer niet hoeft te zien, ga dan maar niet al je broeders de prior achterna, dan zal het ter plaatse wel duidelijk worden of je voor het aangezicht van de Heer veilig bent.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De eenvoudige man zegt: wat zou je dat dan baten? Weet je niet wat de apostel Paulus heeft aangegeven toen hij zei: `Want wij moeten allen geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus!'? De prior zegt: o lieve vriend en broeder, deze angstaanjagende woorden ken ik maar al te goed! Wat kan ik er echter aan doen, dat ik mijn ontzettende angst voor de Heer desondanks niet van me af kan zetten?
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Voor mijzelf ben ik ervan overtuigd dat ik jouw raad stipt, en zonder dwang, dus vrijwillig heb opgevolgd. Ik heb mij, samen met mijn arme gevangen broeders tot de Heer gewend, en toen ons vertrouwen de hoogst mogelijke graad van liefde en erbarming van de Heer in ons bereikt had, kwam deze redder naar mij toe. Toen begreep ik, dat ik het eeuwig volkomen onwaardig ben om een eventueel persoonlijke hulp van de Heer te verwachten. Daar de Heer echter toch eindeloos barmhartig is, heeft Hij mij zeker in Zijn allerheiligste naam deze man als redder gezonden; de Heer zij alle lof, eer en glorie! De broeders werden helemaal zonder mijn toedoen gered; nu kan er met mij gebeuren wat maar wil! Moet ik achter de kloof, geef me daartoe dan maar meteen het bevel, dan zal ik me juichend en de Heer lovend daarheen spoeden en als het mogelijk is, voor ieder van hen tienvoudig boete doen!
Hoofdstuk 95: Verder op de proef gesteld. Het begin van de beloning - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De prior zegt: o lieve vriend en broeder, ik kan er helemaal niets aan doen. Kijk, juist toen ik naar de betreurenswaardige plaats op de achtergrond in onze refter wilde gaan, stonden daar in plaats van de vlammende kloof drie stralende jongelingen, die tegen mij zeiden: broeder in de Heer, we weten waar je naartoe wilt, maar daar ligt jouw bestemming niet; het was slechts een laatste beproeving van je hart. Trek daarom het gewaad van je vroegere dwalingen uit en trek in plaats daarvan dit nieuwe gewaad van liefde en waarheid aan. Ik stribbelde tegen en zei: o vrienden van God, zo'n genade ben ik eeuwig onwaardig! Maar al mijn tegenstribbelen hielp niets; of ik wilde of niet, mijn kleren werden mij van mijn lichaam genomen en dit gewaad werd mij in plaats daarvan bliksemsnel aangetrokken. En nu heb ik het aan en schaam me ervoor, omdat ik me voor zo'n gewaad te onwaardig voel. Maar wat kan ik doen? Ik heb het nu eenmaal aan en daar ik geen ander heb, kan ik het niet uitdoen en daardoor voor mijn broeders tot een ergerlijk voorwerp van spot worden. Ik denk echter dat de Heer dit allemaal met me laat gebeuren, opdat ik echt door en door verdeemoedigd zal worden. Daarom zij Hem ook voor eeuwig alle lof, eer en glorie, want alleen Hij, ja, Hij alleen is goed, ook in de hemelen!
Hoofdstuk 95: Verder op de proef gesteld. Het begin van de beloning - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Verder stelden we ons Christus voortdurend ontoegankelijk en verheven voor, waardoor Hij zich heel weinig om Zijn schepselen zou bekommeren, maar hen tot aan de dag van het laatste oordeel zou laten begaan, omdat ze immers Zijn woord en Zijn wetten hebben. Wij dachten daarbij echter weinig aan hetgeen de goede Herder zegt, en de belofte: `Ik blijf bij jullie tot aan het einde der tijden', ging eveneens onopgemerkt aan onze harten voorbij. ln plaats van blij te zijn met de aanwezigheid van de levende Christus, namen wij genoegen met slechts de dode, ceremoniële, waardoor we de ware Christus steeds meer uit het oog verloren.
Hoofdstuk 97: De bekentenis van een prediker Huiswaarts - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De prior zegt: o mijn Liefde, zal het water ons dan wel dragen? De Heer zegt: hoe kun je aan Mijn zijde daarnaar vragen? Weet je dan niet dat voor Mij alle dingen mogelijk zijn en dat Ik ook een Heer ben over alle wateren? Luister, Ik wil dat dit grote water meteen vast land wordt en dat zolang blijft en ons draagt, totdat we er allemaal overheen zullen zijn. Zodra we echter de bepaalde vlakte van het vaste land aan de overkant zullen hebben bereikt, zal dit vaste land weer overgaan in zijn golvende element. Aldus geschiede! Zie je nu nog water?
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)