Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 493 van 1490

...  481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506  ...
[7] De tweede spreker, die zich aan de mooie gestalte van Rafaël niet genoeg kon verlustigen, zei: 'Ja, ja, jij bent werkelijk een aartsengel! Ik geloof nu alles en nu is het grote verlangen in mij opgekomen om met de zeer verheven Galileeër samen te komen, voor Hem neer te knielen en Hem om vergeving te vragen voor alle grote zonden, die ik op deze wereld al begaan heb!'
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De reden die ze zullen aangeven, waarom ze voor langere tijd van de Raad en de tempel weg zullen blijven, is heel goed; want de tempeldienaren die al hun kwade vertrouwen in deze tien stellen, denken dat ze erop uit gaan om Mij ergens gevangen te nemen. Maar daarin zullen ze zich erg vergissen! De tien zullen er weliswaar op uit gaan om een nader onderzoek naar Mij in te stellen, echter niet ten gunste van de tempel, maar ten gunste van hun zielen.
Hoofdstuk 11: De Heer prijst Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Nu zullen we echter aan ons avondmaal beginnen; want Ik.moest jullie immers eerst alles woord voor woord meedelen, wat er buiten met de tempeldienaren gebeurd en besproken is. En dus, Mijn vriend Lazarus, kun je nu de welbereide vissen, goed brood en nog meer goede wijn op tafel laten zetten! Want gedurende deze nacht, die voor jullie allemaal een zeer gedenkwaardige zal zijn, zullen wij ons niet aan de slaap wijden, maar wakker blijven en daarbij nog heel veel meemaken. Doe daarom nu, vriend, wat Ik je gezegd heb!'
Hoofdstuk 11: De Heer prijst Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Kijk, zo vergaat het ook ieder mens, die niet vanaf het allereerste begin door zijn ouders en leraren streng aangemaand wordt om zichzelf te verloochenen in alle mogelijke vleselijke verlangens, opdat deze niet heer en meester over zijn ziel worden! Want als die eenmaal de ziel boven het hoofd gegroeid zijn, dan heeft deze er vervolgens een zware dobber aan om over al die begeerten en verleidingen van haar vlees te gebieden, omdat ze immers in haar vlees zwak en toegeeflijk en onvast is geworden.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar dezen, die nu gewonnen zijn moeten niettemin bij de tempel blijven, evenals onze Nikodemus en Jozef van Arimatea. Want als zij de tempel helemaal zouden verlaten, zouden de anderen vol bitter misnoegen zo beginnen te razen en te tieren, dat de Romeinen nog voortijdig naar de wapens moeten grijpen en volk en land te gronde zouden richten. Als deze oudsten echter blijven, dan kunnen ze ten gunste van ons nog veel verhinderen en matigend inwerken op de grimmigheid van de anderen. Maar toch is het goed dat ze morgen onder een slim voorwendsel naar Bethanië komen en dat ook hun aanzienlijke aardse schatten in de kluis van Lazarus gaan; want daardoor zijn de tien mannen niet meer aan de tempel gebonden en zijn vrij om te gaan wanneer ze willen en zo lang weg te blijven als ze willen, terwijl zij toch leden van de tempel blijven en hun plaatsen niet door slechte huichelaars bezet worden.
Hoofdstuk 11: De Heer prijst Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Nu weten jullie, wie en wat de hel en de vorst van de leugen en de duisternis eigenlijk is, en hoe hij bestreden en zeker overwonnen kan worden. Handel dan ook zo, dan zullen jullie, mensen op deze aarde, zijn rijk spoedig en gemakkelijk volledig vernietigd hebben, en zullen jullie ware heren over de hele aarde en haar natuur en ook over jullie eigen natuur zijn!'
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Bij een opvoeding zoals die nu in de wereld van de grote heren algemeen in zwang is, moet ieder mens en de hele mensheld wel zo krachteloos worden, dat men op geen enkele wijze te weten kan komen hoe de eigenlijke, ware mens eruit moet zien en hoe hij moet zijn! En ik moet hier openlijk verklaren, dat er op deze aarde nog heel veel stormen over de velden en zeeën zullen razen, voordat de mensheid weer terug zal komen in de grootse en ware positie, vanwaar ze in het oerbegin is uitgegaan.
Hoofdstuk 13: De opvattingen van Agricola over de toekomst van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Hoe kan een mens nu tegen al deze kolossale belemmeringen strijden en hoe kan hij ze overwinnen? U bent toch de Heer Zelf en alles gehoorzaamt aan Uw wil, en niettemin stoot U Zelf hier in deze landen met beschaving op onoverkomelijke hindernissen. Op welke hindernissen zullen de weinige leerlingen dan wel niet stoten?
Hoofdstuk 13: De opvattingen van Agricola over de toekomst van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Want zolang de mensen niet volledig doordrongen zijn van de waarheid van Uw leer, zullen ze daarnaast toch steeds aan hun wereldse genoegens blijven vasthouden, hetzij meer, hetzij minder, wat uiteindelijk hetzelfde is. Van Uw leer zullen zij door middel van vele toevoegingen weldra een aardse bron van inkomsten maken, en dan zal het er met Uw latere leerlingen in geen enkelopzicht beter voorstaan dan nu met de vele joden en heidenen, en de ware zegen en de levende vrucht van Uw leer zal ver van de mensen afstaan. Ik ben weliswaar geen profeet; maar dit zegt mij mijn tamelijk heldere vermogen om te oordelen, dat ik verkregen heb door mijn vele ervaringen, en ik geloof dat ik in deze aangelegenheid een heel waar oordeel heb uitgesproken.'
Hoofdstuk 13: De opvattingen van Agricola over de toekomst van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Dat deze leer van Mij echter pas langzaamaan onder alle volkeren van de aarde verbreid wordt, daarvan heb Ik jullie de redenen al meer dan eens duidelijk laten zien; want Ik weet immers het beste, wanneer een volk rijp is om Mijn leer aan te nemen!
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Nu zei Agricola weer: 'Dat zal ongetwijfeld zo zijn, want U alleen weet het beste wat er op deze ellendige aarde nog allemaal moet gebeuren; maar iemand als wij, die geen blik in de toekomst kan werpen en niet kan zien hoe de dingen zich zullen ontwikkelen, aan wie U alleen maar vergund heeft om zijn aardse leven ter beproeving van de vrije wil volgens Uw leer zo goed mogelijk te doorstaan, en die daarbij nog heel veel hindernissen op de weg van het licht geplaatst ziet, die wordt ondanks alles zo zeer met zorg vervuld dat hij zich afvraagt: 'Wat zal er mettertijd van dat alles worden?'
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Zoals alle schepselen op deze aarde zich materieel ontwikkelen tussen dag en nacht en tussen zomer en winter, zo doet de mens dat ook geestelijk.
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Toen de oermensen van deze aarde geestelijk in het heldere daglicht wandelden, was het licht hun tenslotte gewoonweg tot een last geworden; toen echter daarna de geestelijke nacht bij hen zijn intrede deed, begonnen ze pas de waarde van de geestelijke dag te begrijpen en naar waarde te schatten, en de beteren zochten angstvallig het verloren paradijs.
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Kijk, zo gebeurt het dan, dat zich naast de verlichten ook steeds niet verlichten zullen bevinden en zullen voortplanten! Maar daarom zal het aan waarlijk verlichte mensen op deze aarde nooit ontbreken, en hun zal steeds de gelegenheid geboden worden om de niet verlichten te verlichten met hun ware levenslicht; en het loon van de verlichten, die dat in Mijn naam zullen doen, zal later groot zijn in Mijn rijk!
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] En nu hebben wij weer een belangrijk punt besproken en kunnen we getroost op iets heel anders overgaan. Wie van jullie nog twijfelt over het een of ander, laat die opstaan en spreken; want Ik wil dat jullie morgen goed verlicht deze Olijfberg met Mij zullen verlaten! Daarom staat het nu ieder van jullie vrij om te spreken, zoals zijn verstand hem ingeeft.'
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  481 - 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506  ...