17481 resultaten - Pagina 494 van 1166
... 482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 ...
[6] In een goed ingericht schoolgebouw kunnen jullie dan ook jullie vergaderingen en besprekingen in Mijn naam houden, en is het niet nodig dat jullie voor dat doel nog een derde huis bouwen.Hoofdstuk 44: De juiste verering van de Heer De Heer trekt door Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Als jullie meer te weten willen komen over Mijzelf, ga dan naar de weduwe, waar de Grieken zich nu ook nog bevinden! Zij zullen jullie wel vertellen wat ze uit Mijn mond hebben gehoord.'
Hoofdstuk 44: De juiste verering van de Heer De Heer trekt door Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ik zei: 'Ik ben iemand aan wie alle macht is gegeven in de hemel en op aarde, en alle dingen zijn onderworpen aan het gezag van Mijn wil; want Mijn wil is Gods wil en Mijn kracht is Gods kracht, die eeuwig regeert en heerst over alle krachten. N u weet j e wie Degene is die met je praat!'
Hoofdstuk 45: De karavaan van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar voordat Ik in jullie bijzijn en ten behoeve van jullie deze woestijn zal zegenen, moet Ik jullie laten zien dat Ik ook Heer ben van alle machten en krachten in de hemelen, en open daarom nu jullie ogen, oren en harten! Openbaar je, jullie voor vleselijke ogen verborgen machten en krachten van Mijn hemelen!'
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen Ik dit gezegd had, werd bij allen het innerlijk gezicht geopend, en zij zagen talloze scharen engelen en hoorden een verheven lofzang, waarvan hun zielen de betekenis echter niet konden vatten; en velen van de meest lichte engelen daalden naar Mij af en aanbaden Mijn naam.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Toen we door het stadje trokken werden wij door velen gezien, die gisteren getuige waren geweest van wat Ik aan de zoon van de weduwe had gedaan, en zij liepen op ons toe en riepen luid: 'Heil u, grote profeet van de Heer! Door u heeft God Zijn volk in zijn grote verlatenheid nu opnieuw bezocht. Dank en eer aan Hem, de God van Abraham, Isaak en Jacob, nu en in alle eeuwigheid! O grote profeet, die zozeer vervuld bent van Gods geest, zou u niet willen toestaan dat enkelen van ons met u meereizen om uw leer te horen en die dan aan ons te verkondigen? Want gisteren hebben we uit uw weinige woorden opgemaakt dat u vol goddelijke wijsheid bent -en daar zouden wij meer van willen horen!'
Hoofdstuk 44: De juiste verering van de Heer De Heer trekt door Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ik zei: 'Als je Mij zou kennen, zou je tegen Mij zeggen: 'Heer, wees mij, grote zondaar, genadig en barmhartig, en vergeef mij mijn zonden; want ik wil mijn leven beteren en boete doen, en ik wil proberen om al het onrecht dat ik iemand heb aangedaan zoveel mogelijk weer goed te maken!' Maar omdat je Mij niet kent, ben je vastbesloten in je zonden te volharden en heb je Mij wraak gezworen bij alle goden, terwijl je toch een jood bent en de wetten van Mozes kent. Als je echt een Griek was, zou Ik niet hebben toegelaten dat je Mij staande hield, maar omdat je ook een zoon van Jacob bent heb Ik dat toegelaten, opdat jij de gelegenheid zou krijgen om de waarheid te vernemen en daarmee een betere vangst voor je leven te doen dan die, waar jullie op uitgegaan zijn.'
Hoofdstuk 45: De karavaan van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daar jij met je wonderbaarlijke alwetendheid precies wist wie wij zijn, en ook mijn echte naam je niet onbekend was, zul je vast ook weten dat het inderdaad zo met ons gesteld was als wij je nu naar waarheid en openlijk hebben verteld; en als zeer wijze profeet zul je ook de reden begrijpen waarom wij in deze tijd en al verscheidene jaren ware aartsvijanden van de Farizeeën en alle rijke orthodoxe Joden zijn geworden. En als jij ons nu een teken van jouw almacht over alles in de hemel en op aarde wilt geven om ons geloof in God en in jou, Zijn buitengewone gezant en uitverkorene, weer tot leven te wekken, kun je er zeker van zijn dat wij je nooit aan de Farizeeën zullen verraden. Geef ons daarom een paar bewijzen van je godgelijke almacht in de hemel en op aarde!'
Hoofdstuk 46: De bekentenis van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Daarop begon dit verschijnselovereenkomstig Mijn wil te verdwijnen; maar in plaats daarvan begon de aardse hemel zich met zware dichte wolken te vullen. Het duurde geen half uur, of er begonnen vanuit het zuiden zulke heftige orkaanwinden te woeden, dat de rovers en zelfs Mijn leerlingen Mij begonnen te vragen om hen niet te gronde te laten gaan.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar Ik zei tegen hen: 'Jullie hebben zulke dingen toch al dikwijls aan Mijn zijde meegemaakt, en nooit is jullie daarbij een haar gekrenkt! Welke macht zou jullie kunnen schaden, als Ik bij jullie ben, kleingelovigen?'
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Daarmee stelden de leerlingen zich weer tevreden. Een paar passen verderop was echter een ruime grot. Toen de storm steeds heviger werd, de ene bliksem duizendmaal duizendvoudig op de andere volgde en de regen in stromen uit de wolken begon te storten, grepen de rovers hun lastdieren en vluchtten daarmee de grot in, terwijl Ik met Mijn leerlingen op die open plek bleef, zonder door ook maar één regendruppel geraakt te worden.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] De storm duurde maar een half uur, en toch hadden de machtige bliksems het woeste gesteente van de hele woestijn meer dan een manslengte diep tot een dikke laag grijze leem vergruisd en gekneed, en de kriskras gutsende waterstromen hadden daarmee de vele holten en kloven opgevuld en ze zodoende geschikt gemaakt voor akkers en tuinen. Mijn wil had onzichtbaar de vele andere gaten en holen in de aarde opgevuld, en zo werd de gehele tamelijk grote woestijn binnen het korte tijdsbestek van nauwelijks een uur veranderd in weelderig land voor akkers en wijngaarden. De storm was voorbij, de hemel klaarde op en de zon scheen met haar warme stralen nu op een nieuw stuk aardbodem.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Toen hij met nog twee van zijn belangrijkste metgezellen kwam, zei Ik tegen hem: 'Welnu, Olgon, geloof je dat Ik Degene ben zoals Ik Mij met Mijn woorden aan je heb voorgesteld?'
Hoofdstuk 48: De Heer zegent de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Olgon zei: ' O Heer, Heer! Dat zou naar mijn idee nu zeker heel gemakkelijk en goed gaan! Kijk, o Heer, Heer, toen U de aarde schiep door de almachtige goddelijke wil van Uw geest, had U toch ook het zaad voor de talloze planten niet op de een of andere manier al in voorraad, behalve alleen in Uw almachtige wil! Maar U bent in eeuwigheid Dezelfde als die U was bij het begin van de wonderbare schepping van de gehele grote aarde. Bezaait U nu deze streek met de almacht van Uw goddelijke wil, dan zal het gebied op die manier beslist het beste bebouwd zijn! O Heer, Heer, doe hier hetzelfde, dan zal de hele voorheen woeste streek in zeer korte tijd in een waar Eden veranderd worden!'
Hoofdstuk 48: De Heer zegent de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Verbreid Mijn woord ook onder de heidenen, die vaak naar jullie toe zullen komen; maar zwijg voorlopig over het wonder en spreek er ook naderhand niet met veel woorden over; het is voldoende als jullie zeggen dat bij God alles mogelijk is.'
Hoofdstuk 48: De Heer zegent de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)