Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 494 van 1110

...  482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507  ...
[18] Ik zei: 'Kijk, onze waard heeft intussen enkele goede vissen voor jullie laten klaarmaken! Ga nu eerst aan tafel om ze te eten; daarna zullen we weer verder praten!'
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard zei: 'Mijn beste stamverwanten, daar hoeven jullie je geen zorgen over te maken, en als jullie weer naar huis gaan, zal er ook wel voor gezorgd worden dat jullie je terugreis niet met lege zakken zullen maken; wees daarom opgewekt en heb geen vrees en onnodige zorgen!'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De man zei: 'Deze keer zou ik wel willen dat jullie gelijk hadden! Maar nu gaan wij mannen met ons tweeën naar die wijze en vragen hem nog een keer om een persoonsbeschrijving van die grote Koning, aan wie alle macht in de hemel en op deze wijde aarde gegeven is!'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Het offer van eer dat jullie Hem willen brengen en in feite al gebracht hebben, zal Hem waarlijk liever zijn dan alles wat de mensen op de wereld als uiterst waardevolle schatten beschouwen en vol begeerte naar zich toe proberen te trekken! Want bij Hem geldt alleen een rein, liefdevol, deemoedig en van de grootste zachtmoedigheid vervuld hart; maar de schatten van de wereld zijn in Zijn ogen een gruwel en krijgen pas waarde, wanneer ze aangewend worden voor de ware naastenliefde. Maar waar ze dienen als voeding voor de menselijke inhaligheid, voor de menselijke hoogmoed en heerszucht en de mensen verleiden tot traagheid, vraatzucht, brasserij, hoererij, roof, moord en nog vele andere zonden, zijn ze in de ogen van Hem, die Heer is over alles in de hemel alsook op aarde, een gruwel die totale verdoemenis verdient.
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Met een vriendelijk gezicht zei Ik tegen de getrouwde man: 'Weliswaar hebben jullie op zachte toon over de Koning gesproken en over de droom van je dochtertje geoordeeld, en toch heb Ik ieder woord goed gehoord. Jullie zouden van Mij een persoonsbeschrijving van de Koning willen hebben, omdat jullie van mening zijn dat je daardoor de Koning, als jullie Hem ergens ontmoeten, direct zult herkennen en Hem de eer kunt geven.
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar Ik zeg jullie: de nieuwe Koning der Joden moet door degenen die Hem werkelijk willen kennen, vooral in de geest en in alle waarheid herkend worden, en dan zal ook Zijn persoon weldra gemakkelijk te herkennen zijn. Maar jouw dochter wilde jou toch uit haar droom, drie dagen geleden niet ver van Damascus, de persoonlijke gestalte van de Koning beschrijven; waarom wilde je daar eigenlijk niet naar luisteren?'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] De man, die evenals zijn zwager door Mijn woorden helemaal verlegen was geworden, zei: 'O beste, onbegrijpelijk wijze vriend, zou die heilig grote Koning soms echt een van jullie zijn?'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] En de wijze zei: 'Sinds het eeuwige oerbegin heeft nog geen engel de naam van de Allerhoogste kunnen uitspreken; want Zijn naam is zo oneindig groot als de oneindige ruimte van Zijn scheppingen, waarvan de aarde die jij bewoont nauwelijks zo groot is als het nietigste stofje ten opzichte van de hele grote aarde zelf. Maar de eeuwige God, Schepper en Vader is uit overgrote liefde voor jullie, Zijn kinderen, Zelf in jullie vlees gekomen, opdat jullie Hem helemaal kunnen naderen, en daarmee heeft Hij Zichzelf ook een naam gegeven die ieder mens van deze aarde en ook iedere engel kan voelen en uitspreken; - en die allerheiligste naam luidt: Vader, Liefde, Waarheid en Leven; maar als Mensenzoon heet Hij Jezus!'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar Ik zei: 'Sta op, Mijn lieve kinderen; want de Vader wil door jullie niet, zoals bij de heidenen, als een afgod aanbeden worden, maar enkel en alleen waarachtig bemind worden! Want vanwege jullie liefde voor Hem heeft Hij Zich hier door jullie ook laten vinden! Ik ben Degene die jullie zochten. Maar sta nu op en wees vrolijk en opgewekt! Kom nu aan deze tafel zitten en laaf je met de wijn waarmee Ik jullie bekers zal vullen! Jij, dochtertje van de lieflijkste soort, kom samen met je moeder aan Mijn rechterhand zitten en jullie, beide mannen, kom aan Mijn linkerhand zitten! We hebben nog een uur tot middernacht, en wij zullen met elkaar nog over heel belangrijke dingen spreken.'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'Bij wat Ik eenmaal heb gezegd, moet het ook blijven! Ben Ik in de geest soms niet overal tegenwoordig? Waar willen jullie je verbergen, opdat het licht van Mijn ogen jullie niet zal vinden? Wees dus opgewekt en vrolijk, omdat Ik Mij door jullie heb laten vinden! Want nu ben ook Ik, net als jullie, een mens van vlees en bloed op deze aarde en ben als een vriend en broeder in jullie midden.'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Toen de vier bekers, die nu met de beste wijn gevuld waren, voor het viertal stonden, zei Ik tegen hen: 'Heb nu geen vrees of schroom, en drink de nieuwe, nu voor jullie geschapen wijn! Want zoals Mijn woord en wil de gehele mens opwekt en tot leven brengt, zo doet deze wijn, die gelijk is aan Mijn woord en wil, dat ook; hij zal jullie opwekken en het eeuwige leven van Jullie zielen geven! Drink derhalve!'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Luister, Mijn lief dochtertje, je bent weliswaar pas twaalfjaar; maar jouw verstand reikt zover als na veertig jaar goede ontwikkeling! Met zo'n vraag is nog nauwelijks iemand bij Mij aangekomen. Ja, Mijn lief dochtertje, de vraag die je hier hebt gesteld is wel heel duidelijk en begrijpelijk, -maar het antwoord dat Ik daarop moet geven zal jullie zeker niet even helder en begrijpelijk voorkomen; maar omdat je het gevraagd hebt, zul je van Mij ook antwoord krijgen.
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] ook ieder mens is in het bezit van zo'n geest, die echter pas werkzaam in de mens optreedt wanneer hij Gods wil volledig kent en volgens die wil aan het werk gaat en zijn geest zich langs de weg van de zuivere liefde voor God en van daaruit voor zijn naaste met de ziel in de mens verenigt, en die ziel daardoor zelf tot pure liefde en wil van God wordt. Als dat in de mens heeft plaatsgevonden, dan is hij daarin ook zoals God en kan hij ook dingen bewerkstelligen, die geen mens met zijn puur uiterlijke verstand kan begrijpen.
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Nu zei Ik tegen de ouders van het meisje: 'Dit kind zal nog een licht voor jullie worden! Maar als ze jullie vanuit Mijn geest in haar het een en ander zal verkondigen, doe dan niet zoals drie dagen geleden in de buurt van Damascus! Maar nu moeten jullie bekers nog een keer gevuld worden, en jullie moeten die ook voor de tweede keer leegdrinken!'
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ik zei: 'Vrouw, bemoei je niet met wat Ik voor jullie doe! In de wijn die de wijnstok jullie geeft zit wel een verdovende en de mens verontreinigende geest, die de ziel niet verlicht maar wel verduistert. Maar in de wijn die Ik jullie hier uit de hemelen geef, bevindt zich de geest van de ware en levende liefde en wijsheid; want die is eigenlijk Mijn woord en Mijn wil. Daarom moeten jullie die ook zonder enige vrees of schroom drinken, opdat jullie de kracht krijgen om in jullie land in Mijn naam de andere mensen Mijn woord en Mijn wil bekend te maken!'
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507  ...