Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 494 van 1490

...  482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507  ...
[3] Hierop dacht de magiër er even over na of de vraag wellicht niet te onnozel en gewoon was; maar hij vermande zich spoedig en zei: 'Heer, er is iets wat ik volgens de ervaringen die ik op deze aarde heb opgedaan eigenlijk niet goed vind voor het voortbestaan van de mensen! Wanneer U dat niet verandert en op een of andere manier verbetert, zal dat met het voortbestaan van de mensen in de loop van de tijd beslist moeilijkheden geven.
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Kijk, mensen en dieren vermenigvuldigen zich van dag tot dag en hebben ook steeds meer voedsel nodig; maar de bodem van de aarde wordt nergens uitgebreid of vergroot! Wanneer dat nog een paar duizend jaar zo doorgaat, zal het met het voortbestaan van de mensen beslist problemen opleveren. Wat zegt U, o Heer, over deze mening van mij?'
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik zei: 'Mijn dierbare vriend, deze zorg had je je om diverse redenen geheel en al kunnen besparen; want hoeveel mensen het nu bewoonbare deel van de aarde kan bevatten, is al sinds eeuwige tijden heel goed door Mij berekend. Wanneer de aarde -wat daarvan tot op heden is drooggelegd om de mensen te herbergen -zo nog tienduizend jaar voortbestaat en het menselijk geslacht zich ieder jaar zal verdubbelen of verdrievoudigen, zullen op deze aarde nog tienmaal zoveel mensen als nu, heel goed kunnen voortbestaan. En als er dan mettertijd inderdaad zoveel mensen zouden komen, dat de huidige grote, drooggelegde bodem van de aarde ze niet meer zou kunnen voeden, welnu, dan hebben we nog een heleboel middelen achter de hand om in één ogenblik voor nog honderdduizend maal zoveel mensen als er nu op aarde wonen, hele werelddelen uit de zee omhoog te laten komen! Over dit voor jou zo zorgelijke punt, kun je dus helemaal gerust zijn!
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Er woont nu op aarde zo'n groot aantal mensen, datje geen getal kent, dat groot genoeg is om dat aantal aan te duiden, en toch zijn er op aarde nog zulke grote stukken volledig onbewoonde grond, dat duizend jaar nauwelijks voldoende zou zijn om er doorheen te reizen en ze te bekijken. En toch bezitten bepaalde rijke mensen grote stukken land voor zichzelf, die werkelijk meer dan honderdmaal groter zijn dan wat zij voor hun voedsel nodig hebben. Als je aanneemt dat de aardbodem mettertijd enigszins gelijker verdeeld zal zijn, dan zullen alle mensen -al waren het er wel honderd keer zoveel als nu -nog genoeg voedsel en een onderkomen voor hun lichaam vinden, en zeker wanneer ze volgens Mijn leer zullen leven! Ben je met deze uitleg tevreden?'
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Nu weet ik wel uit Uw mond, dat de dood voor de mensen niets afschrikwekkends zou hebben en ook volledig pijnloos zou zijn, wanneer ze in de aan hen geopenbaarde orde gebleven waren en volgens deze geleefd en gehandeld hadden; nu is het echter voor de mensen zeer betreurenswaardig dat er zo velen buiten hun schuld onmogelijk iets kunnen weten van de in de oertijden geopenbaarde orde voor het menselijke leven, en daarom genoodzaakt zijn in een geheel daaraan tegengestelde orde te leven, die buiten hun schuld ontstaan is; desondanks moeten ze de erge gevolgen ervan net zo goed dragen, alsof zij die door hun schuld verdiend zouden hebben. Welnu, dat beschouw ik eerlijk gezegd als een van Uw kant merkwaardige inrichting in het mechanisme van het menselijke lichaam!
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Weliswaar zijn het juist de Indiërs, die dikwijls vele jaren lang de ergste pijnen met grote standvastigheid verdragen, omdat onze geloofsleer hun vertelt, dat God Zijn grootste behagen schept in hen, die langdurig de ergste pijnen met het grootste geduld, standvastig verdragen. Maar bij de aanblik van zulk dikwijls zeer gruwelijk lijden en zulke pijn verzet zich het gemoed van een mensenvriend die innerlijk onbevangen en vrij van vooroordelen is, en vraagt aan de Schepper van aarde en mensen: 'Almachtige en wijze God! Kunt U eigenlijk wel behagen scheppen in de onnoembare kwellingen en pijnen van Uw schepselen? Als de mensen verdwaasd zijn in hun denken en verstand, hebt U immers toch middelen genoeg om hen steeds opnieuw te verlichten, zoals U de eerstgeschapen mensen van deze aarde verlicht hebt!
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Daarop zei de magiër: 'Ja, Heer en Meester, ik heb dat nu goed begrepen en ik herinner me ook weer wat U een paar dagen geleden over dat onderwerp hebt gezegd. Ik dank U voor alles wat wij nu aan Uw heilige zijde gewonnen hebben tot eeuwig heil van onze ziel. Wanneer lijden en pijn ons lichaam zullen teisteren, zullen wij dat ook met alle geduld dragen, uit liefde tot U; want ook wij kunnen nu niet weten, waartoe wij anders op deze aarde in het vlees zijn geplaatst, dan dat wij God moeten, willen en ook zullen zoeken en erkennen en Hem vervolgens boven alles liefhebben, al zijn de omstandigheden nog zo bitter'
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Veel van de talloze mensen op die sterren weten door hun engelen dat een ziel alleen hier op deze aarde het ware kindschap van God kan bereiken, maar alleen door een zwaar en moeilijk leven in het vlees. Wanneer ze dat willen, wordt het toegelaten dat hun zielen ook op deze aarde in het vlees verwekt worden. Zijn ze er echter eenmaal, dan moeten ze ook accepteren dat ze het voor een korte tijd moeten doormaken, omdat ze daardoor voor eeuwig de triomf van de volle gelijkenis met God bereiken; en daarvoor kunnen ze zich ook wel iets laten welgevallen, aangezien Ik uit liefde voor Mijn kinderen Mijzelf vrijwillig ook heel veel laat welgevallen, en Mij nog iets heel groots en bitters zal moeten laten welgevallen, tot heil van Mijn kinderen.
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Nu zijn zulke twijfels bij ons wel geheel en al verdwenen, en wij weten en beseffen nu waar we aan toe zijn, en in welke verschillende omstandigheden de mensen op deze aarde hun leven ter beproeving van de vrije wil moeten doormaken; maar gevoelsmatig moet ik daarbij toch bekennen, dat dit proefleven van vrijheid een zware opgave is voor de mensen, ook al bereiken ze door het volbrengen ervan de grootste en eeuwige levenswinst.
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Wandel voortdurend op de wegen die Ik jullie nu getrouw getoond heb, dan zullen jullie weinig te lijden hebben en zal jullie vertrek van deze wereld gemakkelijk zijn!
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Mensen echter die sterk aan de wereld gehecht zijn, die in geen God geloven, daarbij toch tot op hoge ouderdom een gezond leven genieten en tenslotte ook een snelle en pijnloze dood sterven, hebben het loon van hun leven al op deze wereld ontvangen en zullen aan gene zijde nog amper enig loon te verwachten hebben. Onder zulke mensen zal de uiterste duisternis heersen en er zal onder hen veel gejammer en tandengeknars zijn.
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Ook over dit punt is hier al het juiste en geheel passende gezegd, en jullie hebben dat voor een deel ook van Mijn leerlingen wel gehoord; maar het onthouden gaat jullie niet zo goed af en daarom is het in sommige hoeken van jullie leven weer een beetje donker geworden. Maar als jullie volgens Mijn woord leven, zullen jullie de doop met de Geest ontvangen, wat de ware, innerlijke wedergeboorte van de Geest in jullie ziel is. Deze levende Geest van al het licht en alle waarheid zal jullie vervolgens in alle waarheid binnenleiden, en dan zal in jullie ook alles helder worden wat nu donker en duister is.
Hoofdstuk 17: De behandeling van de mensen aan deze en aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Omdat dat nu eenmaal zo, en niet anders, is en U ons nu Zelf duidelijk de wegen getoond hebt die wij moeten bewandelen, willen wij dan ook getrouwen dankbaar afgaan op het doel dat U ons gesteld hebt, en, standvastig en met het grootst mogelijke geduld en met overgave aan Uw wil, over de doornen gaan die ons hier en daar in de weg staan. Dat is nu het vaste en ernstige besluit van mij en ook van mijn metgezellen. U echter , die wij nu erkennen als onze Heer van het leven, vragen wij om niet te zware proeven en beproevingen over ons te laten komen op het moment dat wij van deze wereld scheiden, en ook om genadig en barmhartig te zijn voor alle andere mensen, al naargelang de verdienste van hun leven!'
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Kijk, zo'n leer heeft ieder volk ontvangen, en wanneer het die begint te vergeten, wordt het er direct weer aan herinnerd, voor een deel door opnieuw gewekte wijze mannen en voor een deel steeds door het eigen geweten, en zo kan niemand die verstand en gezonde geestvermogens heeft, zich helemaal verontschuldigen, als hij in strijd met de hem bekende wetten handelt. En wanneer iemand aan gene zijde in de toestand van zijn liefde en zijn vrije wil komt, zal hij tegenover God ook niet kunnen zeggen dat Hij deze of gene onrechtvaardig behandeld heeft; want aan degene die zelf wil geschiedt geen onrecht.
Hoofdstuk 17: De behandeling van de mensen aan deze en aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] De magiër zei: 'Heer en Meester, wanneer zulke mensen, die meestal heidenen zijn, er niets aan kunnen doen dat ze nooit iets van een ware God hebben gehoord en er daarom ook niet in konden geloven, dan is een zeer afschrikwekkend voortbestaan van hun ziel aan gene zijde toch een te zware straf! Ja, mensen zoals wij nu, die God hebben leren kennen en in Hem moeten geloven omdat Hij zichtbaar voor hen bestaat en hun Zelf de wegen van het leven leert -wanneer zij desondanks afvallig zouden worden en het kwade zouden doen, zouden ze wel zo'n afschuwelijk lot aan gene zijde, zoals dat nu door U beschreven is, verdienen; maar mensen, die het niet kunnen helpen dat ze bijna meer dier dan mens waren op de wereld, zou ik als ontoerekeningsvatbaar willen beschouwen, en een straf aan gene zijde voor hun hier bedreven slechte daden lijkt me niet in overeenstemming te zijn met de goddelijke orde en de aan de liefde van God ontspringende gerechtigheid. Want wanneer iemand op deze aarde geen God en derhalve ook Zijn wil niet kent en geen andere wet heeft dan alleen maar wat zijn natuur en zijn hartstochten hem voorschrijven, kan hij ten opzichte van Gods wil, die hij niet kent, ook geen zonde begaan en daarvoor gestraft worden. Heer en Meester, kijk, ook dat is nog een duistere hoek in mijn ziel, die U misschien nog allergenadigst een beetje meer zou willen verlichten!'
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507  ...