Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 494 van 728

...  482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507  ...
[3] Haar minnaar echter, die dit niet begrijpt, neemt de zaak vanuit een heel ander gezichtspunt op. Al gauw wordt hij somber en wendt zijn ogen af van de plaats waar zijn geliefde zich het hof laat maken. Werpt hij ook af en toe nog een steelse blik naar de noodlottige plaats, dan is deze blik reeds vervuld van brandende jaloezie.
Hoofdstuk 115: Vruchten die voor de hel rijpen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Op deze manier gaat dit hooggeprezen gevoel van deugdzaamheid volledig verloren en mijn vraag is: waar is nu het effect van dit hooggeprezen gevoel gebleven? Het is vervlogen en het heeft zijn ware gezicht bij het wegnemen van het masker laten zien. En zo kan ieder weldenkend mens zien dat het niets anders is dan een slang in de borst van de vrouw, ofwel de eerste zaadkorrel van de onderste hel waaruit, als hij zich heeft ontwikkeld, alle mogelijke vrouwelijke ondeugden als uit een hoorn van overvloed kunnen opborrelen. Hoe dat echter in zijn werk gaat, zullen we in het vervolg, evenals tot nu toe, overduidelijk voor ieders oog zichtbaar maken.
Hoofdstuk 114: Heerszucht en hoogmoed - het zaad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Als de uitverkorene onze zedige juffrouw echter zal ontmoeten in een gezelschap waar zij zich in zekere zin van haar eerbaarste kant wil laten zien, dan zal hij er genoegen mee moeten nemen als ze hem bij een gunstige gelegenheid een paar verstolen blikken toewerpt, maar nog meer moeite zal zij doen om voor hem in het gezelschap haar voortreffelijkheden aan de dag te leggen. O wee, als hij zich dan zou vergeten en te dicht bij haar zou komen. Maar als het tot een treffen komt, vooral op een plaats waar de stralen van de zon niet direct binnenvallen en waar de geluidsgolven van het wereldse gedruis slechts gedempt of helemaal niet doordringen, dan wordt het schaamtegevoel helemaal overwonnen. En onze 's morgens nog zo zedige jongedame, laat zich door haar geliefde van nabij, zogezegd van top tot teen bekijken. En het vrije betasten wordt bij zo'n gelegenheid helemaal niet als een vergrijp tegen het maagdelijke schaamtegevoel beschouwd.
Hoofdstuk 114: Heerszucht en hoogmoed - het zaad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Daaruit volgt echter duidelijk dat er in dit soort vrouwelijke deugd een buitengewoon fatale tegenstrijdigheid verborgen ligt. Om deze in een echt helder licht te plaatsen, zal ik jullie uit jullie leven gegrepen voorbeelden tonen.
Hoofdstuk 114: Heerszucht en hoogmoed - het zaad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Een soortgelijke eer viel al Zijn eerste volgelingen ten deel. Ik vraag echter: wat doet het schaamtegevoel er nog toe wanneer men vervolgd, bespot en uiteindelijk naakt aan het kruis wordt geslagen? Hoeveel eergevoel zal iemand nog in zijn lichaam hebben en hoeveel schaamtegevoel, als hij aan de galg omhoog wordt getrokken? Ik denk dat bij deze gelegenheid deze beide zo hooggeachte menselijke attributen naar de achtergrond zijn verschoven.
Hoofdstuk 114: Heerszucht en hoogmoed - het zaad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Wanneer men echter al iets als een deugd wil aanvoeren, dan moet men het toch minstens op een of ander punt op Christus, als het centrum van alle deugden kunnen betrekken. Dan vraag ik: heeft Hij ooit het schaamte- en eergevoel als een menselijke deugd geprezen? Integendeel, Hij heeft Zijn leerlingen en apostelen juist verboden om naar een of andere eer te streven, toen Hij tegen hen zei dat zij zich niet moeten laten groeten en eren zoals de farizeeërs, die graag zien dat men hen op straat groet en rabbi noemt.
Hoofdstuk 114: Heerszucht en hoogmoed - het zaad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Kijk, de oorzaak daarvan is dat de geestelijke sfeer van het medium onmiddellijk schandelijk omlaag wordt getrokken. Bij het medium heeft dat echter geen moreel kwalijke gevolgen, omdat zijn sfeer meer afgesloten is en omdat elk medium meteen al het mogelijke doet om zo'n gast kwijt te raken.
Hoofdstuk 113: Nog een beeld van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Weliswaar zal men nu zeggen: dat geeft toch niets; gedachten en onuitvoerbare begeerten zijn tolvrij. Maar ik voeg hier aan toe: inderdaad, voor de blinde van geest die niet in staat is om ook maar een haarbreed verder te kijken dan de materie. Wat zou echter een vader zeggen als zijn geestelijke oog geopend zou worden en hij dan al die wellustelingen voor zich zou zien die zijn dochter op alle mogelijke manieren voor zijn ogen onteren?
Hoofdstuk 113: Nog een beeld van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Daarom is hij dan ook een pure atheïst en de natuur, de uiterlijke, zichtbare, grove natuur is zijn god. Deze natuurgod brengt hij zijn offers, zo lang hij met de hem ter beschikking staande kracht van zijn eigen natuur ervaart dat deze god, dankzij de inrichting van de natuur, hem deze verrukkelijke en aangename geneugten verschaft. Wee echter deze god, wanneer hij onze held eenmaal de dienst weigert! Toorn, wraak, gramschap en woede zijn dan de toegiften of wapenschilden die hij voert. Jullie kunnen het geloven, de heimelijke toorn van zo'n uitgetelde aartswellusteling gaat alle menselijke begrippen te boven. Een brandstichter, een moordenaar en een straatrover kunnen nog meer menselijk gevoel in zich hebben dan een begerige wellusteling wiens lichaam de dienst weigert.
Hoofdstuk 113: Nog een beeld van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Kijk, dat is een beeld van de onderste hel, dat jullie dagelijks onder de mensen kunnen aantreffen onder alle standen, te beginnen bij de gewone marskramer tot aan de grootste speculant. Wat belet hen om zulke zogenaamde loffelijke ideeën te realiseren? Niets anders dan de fatale materie. Nemen we deze echter weg en beschouwen we dan de absolute geest met dezelfde eigenschappen, dan hebben we de onderste hel in topvorm voor ons!
Hoofdstuk 112: Aardse beelden van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Zou onze schrijnwerker zijn kist onmiddellijk kunnen scheppen zoals hij zich die in zijn gedachten had voorgesteld, dan zou hem dat zeker liever zijn. Waar bleef echter de bovenal belangrijke oefening in het geduld en waar de onderlinge uiterlijke natuurlijke betrouwbaarheid, wanneer in deze materiële wereld de nog met zijn lichaam verbonden geest onbeperkt van zijn oorspronkelijke, scheppende vermogen gebruik zou kunnen maken?
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Om echter het ware beeld van de hel voor iedereen op deze aarde nog duidelijker en aanschouwelijker te maken, zullen we vooraf nog het zeer kleine verschil tussen de natuurlijke en de puur geestelijke levensomstandigheden van de mensheid uitleggen en wel, voorzover mogelijk, op een voor de hand liggende wijze.
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Wanneer echter iemand toekijkt hoe een ambachtsman zijn gereedschap gebruikt en inzicht heeft in het ontwerp van hetgeen de ambachtsman met zijn gereedschap wil vervaardigen, kan hij dan nog serieus beweren dat er tenslotte door het gebruik van het gereedschap iets heel anders tevoorschijn moet komen en er zich een heel ander werkstuk zal ontwikkelen dan de meester volgens het oorspronkelijke plan helder voor ogen stond? Zou dat niet een onzinnige bewering zijn? Zeker, want wat daar tot stand komt, is toch zeker het resultaat van het werk van de levende meester, maar niet van het gereedschap.
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] In puur geestelijke toestand kan hij dat, want wat hij denkt, is er ook. Maar verbonden met zijn belemmerende lichaam, kan hij dat niet met de uiterlijke materie. Daarom moet hij zijn lichaam als werktuig tot de desbetreffende activiteit aanzetten om op deze manier zijn idee geleidelijk aan te realiseren. Dit heeft de Heer zo ingesteld, opdat de geest zich in dit leven bij alle mogelijke gelegenheden vooral in de allernoodzakelijkste eigenschap van het leven kan oefenen. Deze eigenschap als moeder van de deemoed, heet het goddelijke geduld. Eenieder die een wat rijpere manier van denken heeft, zal begrijpen dat geduld voor het eeuwige leven des te meer noodzakelijk is, omdat dit leven geen einde heeft. Voor het natuurlijke leven is het reeds de basis voor alle goede en grote prestaties, terwijl dit leven slechts een vergankelijk leven is.
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Hoe echter de eigenlijke hel gevonden en grondig beschouwd kan worden, zal het vervolg laten zien.
Hoofdstuk 110: Ieder mens draagt overeenkomstig zijn persoonlijkheid zowel de hemel als de hel in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  482 - 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507  ...