10915 resultaten - Pagina 495 van 728
... 483 - 484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 ...
[5] Leeft gedurende het fysieke leven het lichaam of de geest? Wat is het levensbeginsel, is dat het lichaam of de geest? Ik ben van mening dat iemand die in staat is wat helderder te denken, de levensbeginselen niet in het lichaam maar slechts in de geest zal zoeken, want zouden de levensbeginselen zich in het lichaam bevinden, dan zou het lichaam onsterfelijk zijn. Maar het lichaam is sterfelijk, dus kan het de grondvesten van het leven ook niet in zich dragen; dat kan alleen de geest, want die is onsterfelijk. Het leven van het lichaam is daarom afhankelijk van het leven van de geest. Het hele lichaam gedraagt zich passief en volkomen negatief ten opzichte van de geest. Daarom is het leven van het lichaam ook slechts een gewekt meeleven, evenals een of ander gereedschap in de hand van een ambachtsman passief werkend meeleeft zolang de man het met zijn levende hand bestuurt. Laat hij het echter vallen of legt hij het terzijde, dan is het met het meeleven van het gereedschap en met zijn effectieve werkzaamheid gedaan.Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Wanneer men echter de eigenlijke, ware hel nauwkeurig wil waarnemen, dan moet men beginnen bij de indrukken die het eerst in het oog springen en vanuit dat gezichtspunt door middel van een geestelijke wending dan ook overeenstemmende conclusies trekken voor het geestelijke. Maar wil men dat, dan moet men vooraf als onveranderlijk, vaststaand feit aannemen en begrijpen dat de levensomstandigheden en de weerslag daarvan, onder een en dezelfde eeuwig onveranderlijke Heer, steeds hetzelfde zijn. Met andere woorden:
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Kan dat echter al als oorzaak worden gezien? Zeker evenmin als wanneer er iemand zou komen die steevast zou willen beweren dat de zee slechts een halve schoen diep zou zijn, omdat hij deze langs de kustlijn met een wandelstokje had opgemeten. Hetzelfde geldt hier ook voor de bewering van alle zieners die zeggen: ik heb de hel in deze of gene situatie zo gezien. Evenmin als iemand de ondiepe oever, die weliswaar ook bij de zee hoort, voor de eigenlijke zeebodem kan houden, evenmin kan ook zo'n geschouwde verschijningsvorm als de eigenlijke hel worden beschouwd.
Hoofdstuk 110: Ieder mens draagt overeenkomstig zijn persoonlijkheid zowel de hemel als de hel in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Dat de zaken zo liggen valt niet te betwijfelen, maar de vraag is: wie van deze duizenden mensen die hun politieke inzichten te berde hebben gebracht, heeft daarvan het juiste begrip en daarmee de juiste betekenis van de grondbeginselen van het geheime staatsbestuur aangevoerd? Eigenlijk niemand, maar desondanks houdt iedereen met een geheimzinnig, gewichtig gezicht zijn mening voor de juiste. Hoe is het echter mogelijk om zich een gefundeerd inzicht te vormen over iets, waarvan men zelf geen verstand heeft?
Hoofdstuk 110: Ieder mens draagt overeenkomstig zijn persoonlijkheid zowel de hemel als de hel in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Dat zijn echter nog louter nuchtere opvattingen van het meer ontwikkelde volksdeel over het geheime politieke staatsbestuur. Maar wie dwaasheden wil horen, moet zich maar eens in de duistere woonkamers van de boeren op het platteland begeven. Dan kan hij ervan verzekerd zijn dat hij in zulke achterkamertjes alles zal horen wat er maar uit een onontwikkelde, ruwe menselijke fantasie kan voortkomen. Bijvoorbeeld dat de keizer van plan zou zijn om een stad te laten vergiftigen of dat hij in een bepaald gewest het volk met de pest wil laten besmetten of dat hij met een andere koning een verbond zou hebben gesloten om het volk van een of andere streek in één nacht met het zwaard om te brengen om zich op deze gewelddadige manier de goederen van de omgebrachte onderdanen toe te eigenen, om aan andere onnozelheden maar niet te denken, bijvoorbeeld dat de koning bij een of andere gelegenheid voor het verkrijgen van een groot aards voordeel, zijn eigen ziel of de zielen van zijn onderdanen aan de duivel in eigen persoon zou hebben verkocht! Dat het allemaal zo is, hoeft verder niet te worden bewezen omdat het iedereen vrij staat zich daarvan dagelijks te overtuigen.
Hoofdstuk 110: Ieder mens draagt overeenkomstig zijn persoonlijkheid zowel de hemel als de hel in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Op deze manier leren ook onze leerlingen de hellen eerst theoretisch en daarna praktisch door en door kennen. En zo hebben ook wij op de kortst mogelijke manier de verschijningsvormen van de eerste twee hellen in ogenschouw genomen. Wie over deze beschrijving nog enigszins nadenkt, heeft alles zonneklaar voor zich. Wat echter de verschijningsvorm van de derde hel betreft, daaraan zullen we een aparte beschouwing wijden, want deze moet het beste begrepen worden, omdat zij de oorzaak van al het kwaad is.
Hoofdstuk 109: Beelden van de eerste en de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Hoe zich dit echter allemaal in een verschijningsvorm openbaart, zullen we in het vervolg nader beschouwen en wel in alle drie hellen!
Hoofdstuk 108: In de hele schepping is niets voorhanden dat vernietigbaar is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Hoe meer zich hier echter afspeelt, des te groter is de reactie boven het aardoppervlak en deze tempert altijd met het grootste gemak al deze inwendige reacties. En op die manier wordt door de Heer alles zo wijs geleid, dat Hem ook al deze hellen, ondanks hun sterkste weerzin, tot eeuwig behoud van de dingen moeten dienen. En dit dwangmatige dienen, dat de helse geesten welbekend is, is hun grootste kwelling, omdat zij wel inzien dat ondanks hun afkeer, al hun activiteiten doorgaans volkomen met de goddelijke ordening overeen moeten stemmen.
Hoofdstuk 108: In de hele schepping is niets voorhanden dat vernietigbaar is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Dat is echter tevens ook de oneindige liefde en wijsheid van de Heer, want alleen langs deze weg is het mogelijk om aan de heerszuchtige handelwijze van deze boosaardige wezens paal en perk te stellen. Want als ze zien dat de Heer hun meest boosaardige ondernemingen altijd ten goede kan keren, worden ze kwaad en doen helemaal niets meer, totdat ze weer een nieuw plan hebben gesmeed om tegen de Heer ten uitvoer te brengen. Dit weet de Heer natuurlijk ook evenals de vorige te benutten. Dat is theoretisch beschouwd de activiteit en het wezen van de onderste hel.
Hoofdstuk 108: In de hele schepping is niets voorhanden dat vernietigbaar is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Op de hemelse manier is men enkel en alleen bezorgd om de liefde en het kennen van God. Voor al het andere zorgt de Heer! Volgens de helse manier echter maakt men zich juist zorgen om het tegengestelde. Men wil een zekere verzorging hebben en denkt in het beste geval: als ik eerst maar van alle uiterlijke behoeften verzekerd ben, dan zal ik wel zien of de geest met deze verzorging tevreden is. Wanneer iemand dan een uiterlijke verzorging, die gewoonlijk met een of ander bescheiden bezit verbonden is, verkregen heeft, dan gaat hij al gauw tot een aan zijn bezit gerelateerde hoogmoed over, die hij middels een zekere praal steeds meer versterkt. Om die reden beginnen dan ook jonge beambten evenals nieuwe bedrijfsvoerders, ieder natuurlijk op zijn eigen gebied, steeds meer te snoeven. Al spoedig weten ze niet meer hoe ze moeten zitten, staan, lopen, kijken, luisteren en spreken, opdat men al meteen merkt en in zekere zin zal erkennen en van hun gezicht aflezen hoe bemiddeld zij zijn en welk een belangrijk ambt ze bekleden.
Hoofdstuk 109: Beelden van de eerste en de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Als het zover is gekomen, dan is de derde hel ook al een feit. Hoe zij zich langs deze weg ontwikkelt, moeten onze leerlingen op de weg der goddelijke, beschermende voorzienigheid in het geheim mee observeren en dan in de onderste hel alles, tot op de eigenlijke bodem van het kwaad, langs de weg der ervaring leren doorzien. Hoe zich echter tenslotte in deze onderste en meest kwaadaardige van alle hellen de eigenlijke oorzaak van het kwaad openbaart, zal het vervolg laten zien.
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Door dit idee wordt het allesoverheersende gevoel van eigenwaarde van de geest steeds sterker en het wraakgevoel ten opzichte van een veronderstelde geslepenheid van de godheid steeds groter. De godheid wordt dan natuurlijk steeds machtelozer, ja, de geest gaat de godheid als het ware verafschuwen, begint haar te minachten en bitter te haten, zichzelf echter als een hoger wezen te beschouwen!
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Hoe meer de geest echter door dit idee in beslag wordt genomen, des te hoger stelt hij zijn eisen en ook des te ontevredener wordt hij over elk voorstel tot eeuwige genoegdoening dat hem geboden wordt.
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Weten jullie waarom de mensen op aarde gehoorzaam zijn? Het antwoord is heel gemakkelijk te geven. Misschien uit grote achting voor de persoon die heerst? O nee, want op degene die men hoogacht, scheldt men gewoonlijk niet in het geheim; nog minder vervloekt en verwenst men hem. Toch wordt dit bij onderdanen tegenover hun koningen niet zelden gedaan. Wie men echter niet uit hoogachting gehoorzaamt, gehoorzaamt men nog minder uit liefde. Daarom kunnen we hier geen andere reden voor de gehoorzaamheid vinden dan de vrees.
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Deze resulterende toestand wordt echter met betrekking tot de genotzucht door de Heer bijzonder kommerlijk gehouden, opdat daardoor de geest, die zich nog steeds in de ziel bevindt, zich steeds meer van de zinnelijkheid zou kunnen losmaken. Deze operatie is de enige waardoor zo'n ziel, samen met haar geest, mogelijkerwijs nog te redden is. Wordt de ziel namelijk alsmaar gevoed, dan wordt haar begeerte steeds sterker en zal er van een redding van de geest zeker eeuwig geen sprake meer kunnen zijn.
Hoofdstuk 106: Wezen en gevolgen van het kwaad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)