Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 496 van 728

...  484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509  ...
[9] Zoals echter voor elke goede handeling alleen de Heer als oorzaak kan worden beschouwd, zo ligt het ook voor elke slechte handeling. Elke slechte handeling heeft bijgevolg ook altijd een en dezelfde oorzaak. Dat zijn de leerstellingen.
Hoofdstuk 106: Wezen en gevolgen van het kwaad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Ik zeg echter: als men de zaak vanuit dit standpunt beschouwt, dan doet men niets anders dan het plegen van hoogverraad ten opzichte van zijn eigen inzichten en men geeft daardoor te kennen dat men met de innerlijke wijsheid nog nooit iets van doen heeft gehad. Daarom zullen we meteen een tegenvoorbeeld geven waaruit duidelijk zal blijken dat het gevolg en de eigenlijke oorzaak van de handeling er heel verschillend uitzien.
Hoofdstuk 106: Wezen en gevolgen van het kwaad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Wanneer iemand bijvoorbeeld heimelijk besluit om iemands geld te stelen, dan hebben de liefde voor het geld en zijn zelfzucht hem tot deze handeling aangezet; dat was stellig de oorzaak van zijn handelen. Heeft hij zich nu door diefstal het geld toegeƫigend, dan is dat toch zeker het gevolg van zijn handeling. Dit was en is echter niets anders dan de gerealiseerde oorspronkelijke oorzaak voor de handeling zelf.
Hoofdstuk 106: Wezen en gevolgen van het kwaad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Uit dit alles volgt dat mensen, naarmate zij van Gods geest vervuld zijn, elkaar min of meer als 'naasten' moeten beschouwen. De Heer schenkt Zijn geest echter niet aan de rijken van de wereld, maar altijd slechts aan de arme, zwakke en voor de wereld onmondige mensen. De arme is al min of meer van Gods geest vervuld omdat hij arm is, want de armoede is toch een hoofdaandeel van de geest van de Heer.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Waarom echter moeten armen tegenover rijken, zwakken tegenover sterken, evenals kinderen tegenover hun ouders als allernaaste worden beschouwd en behandeld? Om geen andere dan de volgende heel eenvoudige reden dat de Heer als de allernaaste voor ieder mens, Zich volgens Zijn eigen uitspraak op deze wereld bij voorkeur met de armen, de zwakken en de kinderen vereenzelvigt. Want Hij zegt immers zelf: 'Wat jullie voor de armen doen, hebben jullie voor Mij gedaan'! Ook al zullen jullie Mij niet altijd wezenlijk, persoonlijk bij jullie hebben, toch zullen jullie altijd armen in jullie midden hebben, die (zo wilde de Heer zeggen) Mij in zekere zin volkomen vertegenwoordigen.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Overal zien we dat er door de Heer slechts arme tegenover welgestelde mensen worden geplaatst. Wat volgt daaruit? Niets anders dan dat door de Heer de arme mensen ten opzichte van de welgestelde mensen als de eigenlijke naasten worden aangeduid en door Hem als zodanig tegenover elkaar worden gesteld, en dus niet rijken tegenover rijken of armen tegenover armen. Rijken tegenover rijken kunnen zich alleen dan als naasten beschouwen, wanneer zij zich voor dezelfde goede, God welgevallige doeleinden verenigen. Arme mensen echter zijn onderling eveneens naasten wanneer ook zij zich zo goed mogelijk in geduld en in de liefde tot de Heer onder elkaar broederlijk verenigen.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Daaruit blijkt echter dat alleen onder bepaalde omstandigheden ongelukkige mensen 'naasten' aan hun weldoeners hebben en zij dus ook omgekeerd 'naasten' voor hun weldoeners zijn. Als er dus alleen onder deze omstandigheden 'naasten' bestaan, welke naasten hebben dan de gewone mensen, die noch zelf een ongeluk hoeven mee te maken noch ooit ergens in een situatie komen waarin zij een ongelukkige kunnen bijstaan? Is er dan geen meer algemene tekst die nader aangeeft wie de naasten zijn? Want in deze gelijkenis worden slechts de hoogste nood en aan de andere kant een grote welgesteldheid, gepaard aan een goed hart, als voorwaarde voor het begrip 'naasten' gegeven.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Dat er achter dit inzicht nog een derde, en achter de derde nog een vierde ligt, moet duidelijk zijn voor iedereen die weet dat het doel dat met elk kwaad bereikt wordt, bepaalde gevolgen met zich meebrengt en dat pas in dit doel de grond- of hoofdoorzaak van het kwaad te onderkennen valt. Als iemand namelijk de gevolgen van de zonde niet heeft gezien en de oorzaak van de zonde niet volledig onderkent, dan is hij nog steeds niet zo vrij en standvastig om voldoende afkeer van de zonde te hebben. Heeft hij echter ingezien dat het gevolg het resultaat van een onveranderlijke wetmatigheid is en heeft hij de reeds daarin verborgen oorzaak onderkent, dan pas wordt hij vanuit zijn vrije inzicht en zijn vrije wil een volkomen standvastige tegenstander van al het kwaad.
Hoofdstuk 106: Wezen en gevolgen van het kwaad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Welnu, in alles wat de naastenliefde betreft, worden onze leerlingen heel nauwgezet praktijkgericht onderwezen. Hebben zij daarin een zekere vaardigheid verkregen, dan wordt het onderricht afgesloten met de inwijding. Daarna worden zij op een nauwkeurig vastgestelde, aan de omstandigheden aangepaste periode aan de op aarde levende mensen als beschermgeesten toegewezen, vooral om hun de gelegenheid te geven te kunnen oefenen in het ware geduld van de Heer. Jullie zullen nauwelijks kunnen geloven hoe moeilijk het voor zo'n hemels opgeleide geest is, om met de halsstarrige mensen van deze aarde zo uiterst toegeeflijk om te gaan, dat zij nooit merken dat ze door zo'n beschermgeest op al hun wegen begeleid en volgens hun eigenliefde geleid worden.
Hoofdstuk 105: Praktisch onderricht in de naastenliefde voor de leerlingen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[22] Daarom moeten alle rijken, waar ze ook mogen zijn, dit zoveel mogelijk ter harte nemen, hun hart zoveel mogelijk van hun rijkdom afwenden, en met hun rijkdom zoveel mogelijk goed doen, willen zij aan de eeuwig rokende hel ontkomen. Want er zijn in het hiernamaals twee soorten hellen: een langdurige in duistere oorden, van waaruit slechts onbegrijpelijk smalle wegen leiden en waarop het de wandelaar niet veel beter vergaat dan de kamelen voor het oog van de naald. Er is echter ook een eeuwige hel, waaruit bij mijn weten tot nu toe nog geen paden wegleiden. Laten de rijken, alsook iedereen die zoveel bezit dat hij nog altijd iets voor de armen kan doen, dit ter harte nemen. Hiermee is nu uiteengezet waaruit de eigenlijke naastenliefde bestaat. Zo wordt zij ook hier in de zon geleerd en voortdurend in praktijk gebracht. Hoe dat gebeurt, zullen we in het volgende nader beschouwen.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Om die reden begaat de rijke, wanneer hij angstvallig voor zijn kinderen zorgt, een zeer ernstige zonde tegen de naastenliefde. De rijke zorgt het beste voor zijn kinderen wanneer hij voor een de Heer welgevallige opvoeding zorgt en zijn vermogen niet voor zijn kinderen opspaart, maar het grotendeels aan de armen besteedt. Doet hij dat, dan zal de Heer zijn kinderen opnemen en langs de beste weg leiden. Doet hij dat niet, dan wendt de Heer Zijn aangezicht van hen af, trekt Zijn handen terug en laat hun prilste jeugd reeds over aan de handen van de wereld, hetgeen echter betekent, aan de handen van de duivel. Dan worden het kinderen van de wereld, wereldse mensen, dat wil zeggen dat zij als het ware zelf duivels worden.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] We zullen echter nog een tekst bekijken; deze luidt als volgt: 'Wanneer jullie een gastmaal bereiden, nodig dan niet degenen uit die het jullie weer met een gastmaal kunnen vergelden. Daarvoor zullen jullie geen loon in de hemel ontvangen, want dat heb je op aarde reeds gekregen. Maar nodig behoeftige, kreupele, gebrekkige, dus in ieder opzicht arme mensen uit, die het jullie niet kunnen vergelden, dan zullen jullie het loon in de hemel ontvangen. Zo leen eveneens jullie geld uit aan hen die het jullie niet kunnen teruggeven, dan zul je daarmee woekeren voor de hemel. Lenen jullie echter je geld aan hen die het jullie met rente kunnen terugbetalen, dan hebben jullie je loon al ontvangen. Wanneer jullie aalmoezen geven, doe dat in stilte en laat de rechterhand niet weten wat de linker doet. En jullie Vader in de hemel die het verborgene ziet, zal jullie daarvoor zegenen en belonen in de hemel!'
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Daarom is de juiste maatstaf in de liefde altijd noodzakelijk. Maar toch bestaat de naastenliefde uit iets heel anders dan hetgeen wij tot nu toe hebben leren kennen. Waaruit de naastenliefde echter innerlijk, geestelijk beschouwd bestaat, zullen we in het vervolg van deze mededeling duidelijk leren inzien.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Vraag: heeft deze grote overdaad aan naastenliefde dit arme gezin nu gebaat of geschaad? Ik denk dat men hier niet veel woorden nodig heeft, maar slechts alle luxe in ogenschouw hoeft te nemen om haarfijn te kunnen beoordelen welk voordeel dit gezin voor het eeuwige leven door de aan haar verleende overmaat aan naastenliefde, heeft ontvangen. Hieruit wordt echter duidelijk dat men zich met de naastenliefde evenals met de eigenliefde moet beperken door zich aan de juiste maatstaf van de rechtvaardige goddelijke ordening te houden.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Men zou nu misschien kunnen zeggen: dat klinkt vreemd, want naar onze begrippen betekent 'God boven alles liefhebben': God meer liefhebben dan alles in de wereld. Goed, zeg ik, maar vraag daar meteen bij: naar welke maatstaven moet een mens echter zo'n liefde meten? De tegenwerper heeft de maatstaven die gelden voor de hoogst mogelijke liefde van de mensen op aarde, duidelijk genoeg op een rijtje gezet en laten zien dat de mens op deze wijze helemaal geen maatstaf voor het boven alles liefhebben van God kan aanleggen.
Hoofdstuk 102: Hoe men God boven alles liefheeft - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  484 - 485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509  ...