Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 497 van 1110

...  485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510  ...
[15] Ik zei: 'Mijn beste vriend, maak je om Mij maar niet bezorgd; het is voldoende dat Ik voor jullie allemaal zorg en waak! Wees nu blij, aangezien Ik nog zichtbaar temidden van jullie wandel; weldra zal de tijd komen dat Ik alleen in de geest van geloof en liefde in jullie midden zal zijn, - en dan zullen jullie niet meer zo vrolijk en opgewekt op deze aarde zijn en omwille van Mijn naam veel te verduren krijgen. Nu is het gehele Godsrijk in Mij bij jullie; maar dan zullen jullie het in jezelf moeten zoeken, vinden en behouden. Wees nu dus vrolijk en opgewekt! Ik eet nu alleen maar vissen, omdat die wat hun bewustzijn betreft het meest op de huidige mensheid lijken; ze moeten in Mij tot leven, tot geestelijk leven en het licht daarvan komen!'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] De vriend zei: 'Ja, Heer en Meester, nu begrijp ik het wel, en U doet alles volgens Uw onveranderlijke orde, die voor iedereen, die meer dan wij de gelegenheid heeft U gade te slaan, ook een evangelie is; maar toch is er wel een sterk gewekte geest voor nodig om zo'n evangelie te begrijpen!'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[28] Ik zei: 'Maria, ben Ik niet van Mijn kinderjaren tot Mijn dertigste jaar onder jullie geweest? Heb Ik jullie niet heel vaak over Mijzelf onderricht en Mijn woorden ook met allerlei tekenen bevestigd? Ben Ik niet ook naderhand naar Nazareth gekomen, en heb Ik daar niet onderwezen en tekenen gedaan? Maar wat hebben de blinde mensen daar in en om Nazareth gezegd?
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[32] Voor jou heb Ik echter al gezorgd voor de tijd en voor de eeuwigheid. Als Ik weer zal terugkeren naar waar Ik vandaan gekomen ben, zal Ik ook voor jullie allemaal een woning bereiden, waar jullie eeuwig niet meer gekweld zullen worden door kommer of onnodige zorgen; want waar Ik zal zijn, zullen jullie ook bij Mij zijn, als jullie je niet door deze wereld hebben laten vangen.'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De dienaar zei: 'Er is al een flink aantal vreemde gasten in de herberg, waaronder Grieken, en de waard moet immers de eerst aangekomen gasten eer betonen, en kan niet wachten op degenen van wie hij niet weet of ze zullen arriveren. Kortom, sinds de waard een Romeins burger is maakt hij geen onderscheid meer tussen de gasten. Wie dat niet bevalt kan een andere herberg opzoeken. Maar als jullie hier willen blijven, zullen jullie naar behoefte redelijk bediend worden!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Kisjonah zei: 'Ik doe hier het Romeinse politiewerk; het is voldoende dat ik de gasten ken en tegenover de Romeinen voor hun eerlijkheid borg moet staan. Als jullie deze goede gasten van mij echter nader willen leren kennen, wend je dan tot henzelf!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Nu zei Ik: 'Hoewel jullie verzoek aan ons buitengewoon aanmatigend is en iedere betere wellevendheid terzijde stelt, willen wij er toch aan tegemoetkomen, als jullie ons eerst vertellen wat jullie heeft gedwongen om zelfs op een nieuwemaanssabbat een reis te ondernemen - aangezien jullie dat iedere andere Jood, als die niet voor een grote som geld een vergunning bij jullie gekocht zou hebben, als een grote, nauwelijks te vergeven zonde zouden hebben aangerekend. Welke enorm belangrijke reden heeft jullie er dan toe kunnen brengen de sabbat te breken?Vertel ons dat eerst, dan zullen wij ons ook nader bekend maken!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Ik zei: 'En wat moeten jullie dan met de Nazarener doen, als jullie Hem ergens zouden treffen?'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Kisjonah zei nu: 'Zo! En verder niets? Weten jullie wel dat de Nazarener ook een vriend van de Romeinen is, en dat ook de heidenen in Hem geloven? Weten jullie dat Hij alle zieken enkel door de macht van Zijn wil geneest, de elementen gebiedt en doden opwekt? Als het hele volk in Hem de beloofde Messias herkent en Hem liefheeft en eert, waarom jullie dan niet? Zijn jullie soms wijzer dan Hij en machtiger dan Zijn wil?'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[25] Kisjonah zei: 'Waarachtig niet; want ik ben door Hem alleen maar wijs geworden, omdat ik pas door Hem de waarheid en het leven heb leren kennen! Maar jullie zijn verblind door jullie onverzadigbare hebzucht en heerszucht en jullie zijn blind en doof; daarom herkennen jullie de Nazarener niet en vervolgen jullie in je machteloosheid Degene die almachtig is.
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[26] Hij is weliswaar hoogst geduldig en lankmoedig en laat Zich van jullie heel veel welgevallen; maar het duurt nog maar een heel korte tijd voor Zijn geduld met jullie ten einde is. Die tijd zal heel gauw voorbij zijn, en dan: wee jullie, hardnekkige vervolgers van de grootste Vriend der mensen! Dan zal het gericht over jullie losbreken, waarvan jullie enige tijd geleden de meest onbedrieglijke tekenen 's nachts aan het firmament hebben gezien! Ik, Kisjonah, nu een Romein, die geen vrees voor jullie koestert, zeg jullie dit geheel ronduit.'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[28] Kisjonah zei: 'Jullie liegen als jullie zeggen dat jullie hem niet persoonlijk kennen; want ik weet zelf maar al te zeker dat Hij al herhaaldelijk in Jeruzalem het volk openlijk heeft onderricht en Zijn leer ook door tekenen als puur goddelijk heeft bevestigd. Toen werden er heidenen bekeerd -maar jullie tempeldienaren hebben stenen in de hand genomen en wilden Hem stenigen! Als dat zo is - hoe kunnen jullie dan zeggen dat jullie Hem niet persoonlijk kennen?'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[30] Deel ons dus mee waar wij hem kunnen ontmoeten, horen en gadeslaan, dan zullen wij volgens onze eigen ervaring zelf kunnen beoordelen in hoeverre de grote beschuldigingen van de kant van de tempel tegen hem waar of vals en kwaadwillig verzonnen zijn. Wij zijn schriftgeleerden en weten alles wat er bij de profeten over de komende Messias geschreven staat; daarom nemen wij een nieuwe leer natuurlijk niet zomaar op het eerste gezicht aan, zoals het volk, dat meestal helemaal niet goed thuis is in de Schrift en door de heidenen al erg bedorven is.'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[31] Nu zei Ik weer: 'Maar wiens schuld is het, dat het volk zo slecht onderwezen is in de Schrift? Zie,jullie eigen schuld! Jullie onthouden het volk het woord Gods en kwellen het in plaats daarvan met jullie instellingen, die het vork als Gods woord moet aannemen. Is het dan een wonder dat het volk bij de heidenen bescherming tegen jullie zoekt en die daar ook vindt?
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[33] Ik zeg jullie: de heidenen staan nu veel dichter bij Gods troon dan d,e tempel met zijn meer dan egoïstische en heerszuchtige instellingen! Waar IS nu de oude Ark des Verbonds, waar de altijd groenblijvende staf van Aäron, waar het manna, en waar de allang door de motten opgegeten toonbroden?
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  485 - 486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510  ...