Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 498 van 1110

...  486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511  ...
[34] Jullie tonen dergelijke dingen nog wel aan het volk en houden daar lange toespraken over, maar jullie innerlijk zegt luid en duidelijk: 'Wij bedriegen het volk en zijn gedwongen het te bedriegen, opdat het niet opstaat, ons overvalt en ons vernietigt!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[35] Kijk, dat is dan ook de voornaamste reden dat jullie de door God in deze wereld Gezondene met gloeiende ijver vervolgen en Hem nog erger vrezen en haten dan de dood, die jullie niet zal ontzien!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Jullie zeiden zojuist dat jullie zeer ervaren en wereldwijze mensen zijn. Waar staat dan wel geschreven dat een van ons niet ook heel ervaren en wereldwijs zou zijn? Hoe vaak hebben jullie al niet de hele inrichting van de tempel voor geld aan vreemdelingen getoond - hoe had die verzwegen moeten blijven?
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Vroeger mocht alleen in geval van uiterste nood de hogepriester het Allerheiligste betreden, en dat gewoonlijk slechts twee - tot hoogstens vier keer per jaar -en nu is het Allerheiligste tegen betaling een kermistent voor vreemdelingen geworden en wordt er in de tempel allerlei handel gedreven en groot bedrog gepleegd, wat nu iedereen wel weet. Hoe kan het jullie dan verwonderen als ook een van ons daarvan op de hoogte is, en dat ook de Gezalfde Gods volkomen duidelijk op de hoogte is van al die godslasterlijke dingen en bedriegerijen?
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Kijk, zo staan de zaken nu in de tempel, zoals iedereen weet, en voor de Gezalfde Gods is het helemaal niet meer nodig om tegen het volk te spreken over de goddeloosheid daarvan, om zodoende de tempel verdacht te maken en in aanzien te doen dalen, maar al het betere volk weet er allang van en beklaagt zich bitter daarover bij de Gezalfde Gods! Denken jullie soms dat Hij, als het zó met de tempel gesteld is, die zal loven en het klagende en huilende volk zal verstoten? Nee, waarachtig niet, dat zal Hij, die de Rechtvaardigste onder rechtvaardigen is, eeuwig nooit doen!
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als jullie de door jullie zo gehate Nazarener zouden ontmoeten en Hij zou precies zo tegen jullie spreken als Ik nu heb gedaan -wat zouden jullie Hem dan antwoorden?'
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Dat is zeker niet de schuld van God, maar alleen van jullie zelf, door jullie onverzadigbare hebzucht en jullie werkelijk satanische zucht om te heersen -zelfs over God! Ja, als God even hard, liefdeloos en volongeduld zou zijn als jullie, zou Hij niet alleen aan de tempel en zijn slechte dienaren, maar ook aan deze hele aarde een absoluut einde gemaakt hebben; maar Hij verdraagt jullie blindheid en jullie daaruit voortvloeiende slechtheid, en vermaant jullie allemaal, om te keren naar de lichtende weg des levens.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Maar jullie willen dat niet en volharden niet alleen in jullie oude zonden van allerlei soort, maar vermeerderen die zelfs nog van dag tot dag en vervolgen God Zelf, die jullie nu wil helpen, goed zichtbaar en herkenbaar voor iedereen. Is God er soms ook de schuld van, als Zijn eeuwige liefde en waarheid jullie tot walging is geworden, die door jullie blindheid en slechtheid gestraft zou moeten worden?!
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Ja, ja, jullie zullen de eeuwige waarheid door jullie wetten van de leugen nog aan het kruis nagelen; maar dan zal de maat van jullie slechtheid en verstoktheid ook vol raken, en dan zal het gericht over jullie komen en jullie de beloning geven die jullie vanwege je slechtheid zelf van God verlangen en die Hij Jullie als gevolg van Zijn liefde, geduld en erbarmen nog altijd onthoudt, omdat Hij geen enkele ziel, ook die van de slechte hogepriester niet, ter wille van het verderf in deze wereld heeft geplaatst.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Kijk, zo denken wij hier allemaal! Waarom denken ook jullie niet Zo, volledig in de ware levensorde van God?'
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[27] Maar wat winnen de wereldse lieden die de wijze die zijn wijsheid vanuit God heeft verachten en vervolgen? De eeuwige dood en het gericht ervan! Als de tempel jullie niets beters kan bieden dan de bevrediging van jullie lichaam, als jullie de slechte doeleinden ervan dienen, dan zijn jullie werkelijk zeer betreurenswaardige mensen, en een blinde bedelaar op straat is er beter aan toe dan jullie!'
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[29] De schriftgeleerde prees Mijn verstand, gaf Mij in alles gelijk en zei tenslotte tegen Mij: 'Vriend, ik zal vannacht met de anderen een vergadering houden, en het gevolg daarvan zal zeker zijn dat wij geheel en al zullen afzien van het vervolgen van de Nazarener; maar toch zullen wij proberen persoonlijk kennis met hem te maken, en wat hij ons zal aanraden, zullen wij doen! Want wij hebben nu van jullie zijn werkelijk goddelijke wijsheid geproefd en zijn nu al heel andere mensen geworden; wat zal hijzelf dan wel voor indruk op ons maken! Morgen hebben we het er verder over!'
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Bij deze gelegenheid zei Ik: ' Aangezien Ik deze keer* (* 'Deze keer' dient hier opgevat te worden als: 'tijdens dit aardse leven van Mij als mens') deze plaats niet meer zo lichamelijk als nu zal betreden, zullen jullie met jullie ogen in vervulling zien gaan wat er van Mij geschreven staat: 'En jullie zullen engelen tussen hemel en aarde zien opstijgen en afdalen, en zij zullen Hem dienen!"
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Toen omhulde hij zich met een schaduwen stond hij volliefde en eerbied voor Mij en zei (Michaël): 'Kijk, broeders! Dit is het Lam dat de zonden der wereld van jullie wegneemt en voor jullie de weg naar het eeuwige leven bereidt! Geloof in Hem en heb Hem boven alles lief; want Hij is het oereeuwige begin en het oereeuwige einde, de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste -buiten Hem is er geen God!'
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik beval hen allemaal op te staan en zei tegen hen: 'Blijf in jullie natuurlijkheid; want Ik ben nu een mens zoals jullie en ben door jullie geloof in Mij en door jullie liefde voor Mij in jullie, zoals jullie in Mij! Blijf daarom in jullie natuurlijkheid!'
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  486 - 487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511  ...