Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 499 van 1166

...  487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512  ...
[4] Ik heb ook allerlei dieren geschapen die ten eerste voor het natuurlijke bestaan van de aarde net zo noodzakelijk zijn als het oog dat voor de mensen is om te kunnen zien, en die ten tweede absoluut noodzakelijk zijn voor de voortgaande en zelfstandige ontwikkeling van de zielen op deze aarde, waarvan Ik jullie bij andere gelegenheden uitvoerig de essentie heb verteld en door het openen van jullie innerlijk gezicht ook heb laten zien. Jullie zullen dan ook begrijpen dat al die verschillende dieren naast de mens op deze aarde toch ook een plek moeten hebben om te wonen, omdat ze nodig zijn voor de uiteindelijke ontwikkeling van de mens volgens Mijn orde. En daar zijn dan ook hier en daar op aarde dergelijke grote en dichte bossen voor nodig. Daarnaast dienen ze echter nog duizenden andere doeleinden.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Ik zei: 'Weliswaar hebben de mensen deze plek in het bos niet ontdekt, maar verschillende beren in dit bos allang, en die zullen niet lang op zich laten wachten. Als jullie met zulke bewoners de nacht rond de honingvijver willen doorbrengen, kunnen jullie hier wel overnachten. Maar Ik zal Mij niet in het gezelschap van deze beren ophouden, en Ik wil ze niet met de macht van Mijn wil in bedwang houden en ze hun maaltijd ontnemen!'
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De waard zei: 'Voor wie van jullie een jood is, is het gratis - want bij mij is het gewoonte dat een jood, die voor de eerste keer in mijn herberg een verfrissing vraagt, die zonder vergoeding krijgt; maar de Grieken betalen de verfrissing, en wel ieder met een penning!'
Hoofdstuk 64: In de plattelandsherberg (17.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] O, had ik maar een goede bron bij mijn boerenbedrijf, dat overigens wel groot is, dan zou het hier op bepaalde tijden niet ontbreken aan gasten; maar al mijn regenputten hebben vaak maar zoveel enigszins drinkbaar water als Ik voor mijn bedrijf nodig heb. Daarom kan ik ook maar zelden vreemdelingen bij mij herbergen. Kijk, deze dag loopt al ten einde, en ik zou jullie graag voor de nacht onderdak verlenen omdat het volgende plaatsje, een klein dorpje, ongeveer twee uur gaans hier vandaan ligt - maar ik heb geen wijn, bijna geen brood en geen zout! Wij leven hier werkelijk alleen maar van de melk van onze schapen en geiten en hun gerookte vlees - ook kippen doen het hier goed en leggen veel eieren -; maar ik moet voortdurend heel wat goed bewapende en moedige herders in dienst hebben, opdat mijn kudden niet te veel schade ondervinden van de grote roofdieren. Maar als jullie met onze eenvoudige maaltijden tevreden zijn, kunnen jullie hier bij mij wel de nacht doorbrengen. Ik heb genoeg geld van jullie gekregen en zou morgen niet met een nieuwe rekening komen. Mijn vrouwen vijf reeds volwassen dochters maken onze eenvoudige maaltijden heel goed klaar.'
Hoofdstuk 64: In de plattelandsherberg (17.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] De waard zei: 'O vriend, dan zul je vergeefse moeite doen, zoals ook reeds andere waterkundigen hier hebben gedaan, die in de hele wijde omtrek water hebben gezocht en met al hun instrumenten, waarmee men de aanwezigheid van een onderaardse bron goed schijnt te kunnen waarnemen, met zo'n plek hebben gevonden! Werkelijk, God zou in dit gebied eerst een waterbron moeten scheppen, anders zal er hier geen te vinden zijn - en om mijn huis wel het allerminst; want daar heb ik met mijn knechten alles al ondersteboven gekeerd en niets anders dan dood en droog gesteente aangetroffen.'
Hoofdstuk 64: In de plattelandsherberg (17.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Ik zei: 'Vriend, hier recht voor je staat meer dan Mozes en alle profeten, en Mijn wil is machtiger dan jouw herdersstaf van Mozes! Kijk, Ik zal niet met een stok op de rots slaan, Ik zal die zelfs niet eens met een vinger aanraken, en de rots zal uit zichzelf voor lange tijd zoveel zuiver, prima drinkwater geven, dat jij en je nakomelingen nooit enig gebrek aan water te lijden zullen hebben!'
Hoofdstuk 64: In de plattelandsherberg (17.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zei: 'Kijk, binnenkort, als Ik teruggekeerd zal zijn naar waar Ik vandaan ben gekomen, zullen Mijn leerlingen in de hele wereld worden uitgezonden en in Mijn naam aan de mensen verkondigen wat ze van Mij hebben geleerd, en dan zal het doel van het rondreizen dat Ik nu doe wel bekend worden gemaakt.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Daarop zei de waard, nog helemaal verbaasd: 'O vriend, wat mijn geloof in jouw woord betreft, zou je me nu kunnen laten geloven wat je maar wilt, en ik zou je geloven! Werkelijk, jij moet een heel machtige profeet zijn, zelfs nog groter dan Mozes en Elia! Misschien heb je al op vele plaatsen grote tekenen gedaan om het vervallen geloof in de ene ware God van Abraham, Isaäk en Jacob weer opnieuw leven in te blazen en in het hart van de mensen weer de aloude vrees voor God te wekken; maar ik leef hier tussen de bergen, helemaal afgesloten van iedereen, en ik hoor niet veel van wat er in de wijde, grote wereld is en gebeurt, en ook de sporadisch voorbijkomende reizigers op deze oude weg onderbreken hun reis maar zelden bij mij om de eerder aangehaalde redenen -en er kunnen dus al heel veel wonderbaarlijke dingen in de wereld voorgevallen zijn, waarvan ons toch niets ter ore is gekomen. Wat doe je eigenlijk aan het hoofd van deze metgezellen van je; wat is je eigenlijke doel? Want ik heb de indruk dat je niet alleen maar rondtrekt in de wereld om waterloze streken van water te voorzien!'
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Wie in Mij en Mijn woord zal geloven en daarnaar zal handelen, uit diens lendenen zullen stromen levend water vloeien, en hij zal nooit meer dorst hebben; want hij zal het eeuwige leven in de waarheid en in de geest van alle liefde uit God in zich hebben.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het is gemakkelijk om een rots te bevelen om natuurlijk water uit zich te laten stromen; maar omdat de mensen in hun gemoed en hart nu veel harder zijn geworden dan deze rots, die op Mijn woord water uit zich laat stromen, is het ook veel moeilijker om de mensen zover te brengen dat het water des levens uit hun lendenen stroomt - het water dat de eeuwige waarheid in God is en nu in het woord tot de mensen komt.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als het in het woord ook tot jou zal komen, geloof het dan en handel ernaar, dan zul je in het Godsrijk een bron worden, waarmee velen die voor het eeuwige leven van hun zielen naar de waarheid dorsten zich kunnen verkwikken. Daarmee heb Ik je het doel van Mijn rondreizen uiteengezet.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Je verlangde ook dat Ik deze nu snel intredende nacht in jouw huis zal doorbrengen. Maar die wens kan Ik nu niet inwilligen; want kijk, de dag zal nog een uur duren, en Ik moet werken zolang de dag duurt! V óór zonsondergang wacht Mij vandaag nog een belangrijk werk, en daarom moet Ik met Mijn leerlingen direct verder reizen. Onthoud echter wat Ik nu tegen je heb gezegd; want weldra zal de tijd komen dat jij dat met je hele huis hoger zult waarderen dan alle schatten ter wereld!'
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ik zei tegen hem: 'Vriend, zoals je Mij nu ziet zul je Mij wel niet meer zien; m.aar als je door Mijn leerlingen onderwezen zult zijn over Mij en Mijn wil en in Mijn naam zult geloven, zal Ik in de geest naar je toekomen en ook bij en in je blijven. Dat begrijp je nu nog niet; maar als het zal gebeuren, zul je dat ook begrijpen!'
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] De waard werd later ook een belangrijke verbreider van Mijn evangelie, nadat hij daar tevoren door Mijn leerlingen goed in onderricht was.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Toen ze heel dicht bij Mij in de buurt kwamen, herkenden de tien Mij en ook sommige van Mijn leerlingen, bleven staan, verhieven hun stem en zeiden: 'O Jezus, goede Meester, wij kennen U en Uw goddelijke macht, ontferm U over ons; want niet alleen lijden wij dikwijls nauwelijks te dragen pijnen, maar iedereen vlucht bij ons uit de buurt!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512  ...