Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 499 van 1110

...  487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512  ...
[17] Ik zei tegen hem: 'O Mijn beste vriend, het aantal van zulke geesten in Mijn rijk is eindeloos; want wat zou een eindig aantal zijn voor een eeuwige en in Zijn geest van liefde en wijsheid oneindige God?! Kijk op een heldere nacht naar de voor jou talloze sterren - je weet al wat ze zijn -; ook daarop worden mensen verwekt en geboren! Uit hen worden echter ook geesten opgewekt tot een eeuwig leven en eeuwige werkzaamheid. Als jijzelf als voleindigde geest in Mijn rijk zult zijn, zul je alles zelf zien en zal jouw zaligheid daarover nooit meer een einde nemen!
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Weliswaar is het leven van de mens van zijn geboorte tot aan het afvallen van zijn lichaam behept met heel veel noodlottige gebeurtenissen en allerlei soort leed; maar als hij volgens de bekende orde van God leeft en daardoor in zichzelf reeds op deze aarde het levensheldere bewustzijn ontvangt van wat hem in het andere, ware leven te wachten staat, zal hij al die nog zo bittere beproevingen, die hem alleen maar gezonden worden om de geest Gods in zijn ziel te wekken, met alle geduld en standvastigheid verdragen en daarbij heel blijmoedig zijn.
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Neem een voorbeeld aan Mijzelf! Ik weet wat voor leed Mij op deze aarde over korte tijd te wachten staat; maar Mijn overgrote liefde voor jullie mensen, ja, voor Mijn kinderen, verzacht het voor Mij. Laat menig leed en menig verdriet, dat jullie, Mijn kinderen in dit leven te verduren krijgen, ook verzacht worden door de liefde voor Degene die in Mij woont, dan zullen jullie daardoor ook net als Ik welgemoed en blijmoedig en opgewekt van geest kunnen zijn!
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] Betonen ook jullie dus reeds nu op deze aarde de mensen liefde ter wille van Mijn naam, dan zullen jullie daarvoor ook al vele zaligheden te genieten krijgen; want geven is veel zaliger dan nemen!'
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar Kisjonah zei: 'Nu is het tijd voor het ochtendmaal; daarna zullen wij erover spreken! Maar als jullie niet al te blind en doof zijn, zullen jullie uit onze woorden wel kunnen opmaken waar de grote Heer en Meester zich bevindt!'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Rafaël zei:'Ons eten valt jullie wel op - waarom is onze komst jullie dan niet opgevallen?'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De schriftgeleerde zei: 'Hoe had die ons moeten opvallen? Want jullie zijn toch evenals de anderen de zaal binnengekomen?'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Onze natuur is dus zuiver vuur uit de hemelen; vuur verteert echter meer dan een mens -en dus kan het jullie niet al te zeer verbazen dat wij, drie gasten uit de hemelen, meer kunnen eten dan een zwak mens van deze wereld.'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Rafaël zei: 'Toen wij aankwamen waren jullie op het dakterras en hadden jullie je blik op het meer gericht, toen een zeer heldere bliksem uit de hemelen naar de aarde schoot, tussen de mensen die langs de oever stonden, en jullie dachten: 'O, dat moeten wel grote zondaars in Gods ogen zijn, omdat God zelfs een bliksem uit de meest heldere hemel in een ongebruikelijke tijd van het jaar tussen hen in laat schieten!' Kijk, met die eerste bliksem, waarover jullie je geweldig verbaasden en die jullie enorm tot nadenken stemde, kwam die jongeman aan, die daar nu heel minzaam naast een zeer waardige vrouw zit. Al gauw schoot er toen een tweede bliksem uit de hemel tussen de schare van de door jullie vermeende grote zondaars, beschadigde opnieuw niemand, en jullie zeiden: 'God vermaant de zondaars!' En kijk, met die tweede bliksem kwam die jongeman aan, die daar tussen de zeven mannen zit, die nog niet zo lang geleden zijn leerlingen waren. En met de derde bliksem ben ik aangekomen.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Maar een ander zei: 'Jullie zijn weliswaar geleerder in de Schrift dan een van ons - maar ik geloof dat ik met mijn scherpe blik meer ontdekt heb dan jullie. Ik heb het idee dat de beroemde Nazarener zich in dit gezelschap bevindt!
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] De schriftgeleerde zei: 'Als dat het geval zou zijn, zouden onze dienaren die op wacht stonden dat zeker gemeld hebben, omdat zij volgens onze instructies scherp op moesten letten wie er kwam, en van welke kant, en wie er het huis uit ging, met wie, en in welke richting. Maar onze dienaren hebben ons niet kunnen vertellen dat er iemand vroeg in de ochtend is aangekomen. Ze hebben ook met name geen van de drie jongemannen vanmorgen vroeg uit het huis zien komen en met het gezelschap naar de oever van het meer zien gaan; wel zagen ze bijna een uur later de vrouw met een man en, zoals al opgemerkt, als laatste de huisbediende naar het gezelschap gaan. En het is dus zeer de vraag, waar deze drie jongemannen vandaan zijn gekomen!'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Je bent wel op de goede weg - maar toch is het een wonder dat jij nog altijd blind bent, terwijl je al zoveel licht hebt ontvangen. Gisteravond ben je weliswaar zo half en half overtuigd geraakt van de waarheid van wat Ik je over de Nazarener heb gezegd, maar toch denken jij en je metgezellen in je hart: 'We willen tot iedere prijs de Nazarener een keer persoonlijk ontmoeten en hem dan scherp aan de tand voelen. Als we datgene in hem vinden wat we in Kis over hem hebben gehoord, dan zullen we zijn partij kiezen; maar als we dat niet volledig zo vinden, dan zullen we volgens onze opdracht onverwijld de hand aan hem slaan en hem aan het gerecht overleveren.'
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Derhalve behoren jullie samen met de hogepriester en met al jullie valse profeten, zoals de oudsten, schriftgeleerden, Farizeeën en Levieten in Jeruzalem en eveneens in de synagogen overal in het hele Joodse land, tot die valse profeten, van wie de Heer bij de profeet Ezechiël zegt:
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] (Zeg eens, valse profeten, allemaal:) Is het niet zo, dat jullie zogenaamde visioenen niets en jullie profetieën louter leugens zijn? En toch zeggen jullie tegen het volk: 'De Heer heeft het gezegd!' - terwijl Ik met jullie, zoals jullie heel goed weten, nog nooit heb gesproken!
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Daarom spreekt de Heer verder: Omdat jullie het volk dingen verkondigen die niet uitkomen en het volk leugens profeteren, kom Ikzelf bij jullie (om jullie listen aan het volk te onthullen), spreekt de Heer. En Mijn hand zal over die profeten komen die verkondigen wat niet uitkomt en leugens profeteren! Zij zullen niet bij de samenkomst van Mijn volk zijn en niet gerekend worden tot het huis Israël, noch in het land Israël komen; en jullie zullen ervaren dat Ik de Heer ben! (En Mijn hand zal over hen komen,) omdat zij Mijn volk verleiden en zeggen: 'Vrede (zij met je)!', terwijl er toch geen vrede is.
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  487 - 488 - 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512  ...